ECLI:NL:GHSHE:2011:BU5448

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AVNR. 001438-11
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid openbaar ministerie in hoger beroep tegen beslissing tot opheffing voorlopige hechtenis

Op 20 oktober 2011 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De zaak betreft een hoger beroep ingesteld door het openbaar ministerie tegen een beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 2 september 2011, waarbij het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte werd toegewezen. De verdachte, geboren in 1960 en thans verblijvende in PI Haaglanden - Zoetermeer, had in de rechtbank verzocht om opheffing van zijn voorlopige hechtenis, wat door de rechtbank werd toegewezen. Het openbaar ministerie was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.

In de raadkamer heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in het hoger beroep, omdat volgens hem de wet geen mogelijkheid biedt voor hoger beroep tegen een beslissing die ter terechtzitting is genomen, zoals bedoeld in artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft echter geoordeeld dat, gezien het systeem van de wet en de ratio van artikel 406, het openbaar ministerie wel degelijk het recht heeft om hoger beroep in te stellen tegen een toewijzing van een verzoek tot opheffing van voorlopige hechtenis.

Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van het openbaar ministerie afgewezen. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. F. van Beuge, samen met mr. M.E.F.H. van Erve en mr. W. van Nierop, in aanwezigheid van griffier M. Rozel. De directeur van PI Haaglanden - Zoetermeer heeft de beslissing ter kennis gebracht van de verdachte. De uitspraak is gedaan in 's-Hertogenbosch op 20 oktober 2011.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Sector strafrecht
Bijzondere zaak, nummer: AVNR. 001438-11
Parketnummer 1e aanleg: 01-889150-10
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de rechtbank te
's-Hertogenbosch van 16 september 2011, waarbij door de officier van justitie in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren [1960] te [geboorteplaats]
wonende te [adres], [woonplaats]
thans verblijvende in PI Haaglanden - Zoetermeer
hoger beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van
2 september 2011, bij welke beslissing het verzoek tot opheffing van de aan [verdachte] opgelegde voorlopige hechtenis werd toegewezen.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsman.
Namens verdachte is in raadkamer de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit. De raadsman heeft betoogd dat een mogelijkheid van hoger beroep tegen een dergelijke beslissing, genomen ter terechtzitting, niet in de wet is opgenomen, met name ook niet in artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering.
Naar het oordeel van het hof dient – gelet op het systeem van de wet en de ratio van de bepaling artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering, mede gelet op het bepaalde in artikel 71, lid 3 van het Wetboek van Strafvordering - zodanig gelezen te worden dat niet alleen de verdachte afzonderlijk appel kan instellen tegen de afwijzing van een op de zitting gedaan verzoek tot opheffing maar dat ook het openbaar ministerie afzonderlijk appel kan instellen tegen een toewijzing van een ter terechtzitting gedaan verzoek tot opheffing.
Het openbaar ministerie is derhalve ontvankelijk in het hoger beroep.
Het hof stemt in met genoemde beslissing en de gronden waarop deze berust.
Het hoger beroep moet daarom worden afgewezen.
BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:
Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beslissing waarvan beroep.
Aldus gedaan op 20 oktober 2011
door mr. F. van Beuge, voorzitter, mr. M.E.F.H. van Erve en mr. W. van Nierop,
in tegenwoordigheid van dhr. M. Rozel, griffier.
Mr. W. van Nierop is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 20 oktober 2011
Gezien d.d.
De directeur van PI Haaglanden - Zoetermeer