ECLI:NL:GHSHE:2011:BU5448
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- F. van Beuge
- M.E.F.H. van Erve
- W. van Nierop
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid openbaar ministerie in hoger beroep tegen beslissing tot opheffing voorlopige hechtenis
Op 20 oktober 2011 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De zaak betreft een hoger beroep ingesteld door het openbaar ministerie tegen een beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 2 september 2011, waarbij het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte werd toegewezen. De verdachte, geboren in 1960 en thans verblijvende in PI Haaglanden - Zoetermeer, had in de rechtbank verzocht om opheffing van zijn voorlopige hechtenis, wat door de rechtbank werd toegewezen. Het openbaar ministerie was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
In de raadkamer heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in het hoger beroep, omdat volgens hem de wet geen mogelijkheid biedt voor hoger beroep tegen een beslissing die ter terechtzitting is genomen, zoals bedoeld in artikel 406 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft echter geoordeeld dat, gezien het systeem van de wet en de ratio van artikel 406, het openbaar ministerie wel degelijk het recht heeft om hoger beroep in te stellen tegen een toewijzing van een verzoek tot opheffing van voorlopige hechtenis.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van het openbaar ministerie afgewezen. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. F. van Beuge, samen met mr. M.E.F.H. van Erve en mr. W. van Nierop, in aanwezigheid van griffier M. Rozel. De directeur van PI Haaglanden - Zoetermeer heeft de beslissing ter kennis gebracht van de verdachte. De uitspraak is gedaan in 's-Hertogenbosch op 20 oktober 2011.