ECLI:NL:GHSHE:2011:BU4194
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverhaal en draagkracht van de onderhoudsplichtige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen de beschikking van de rechtbank Maastricht, waarin de gemeente Maastricht hem een verhaalsbijdrage heeft opgelegd. De man, die in voorlopige hechtenis verblijft, is op 17 oktober 2005 gehuwd met mevrouw [Y.] en heeft twee kinderen. Na de echtscheiding op 7 oktober 2009 heeft de gemeente de man verzocht om een verhaalsbijdrage van € 1.444,47 per maand te betalen, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank heeft het verzoek van de gemeente toegewezen voor de periode van 1 juni 2009 tot 29 juli 2010, maar de man betwist dat hij in deze periode in zijn eigen levensonderhoud kon voorzien.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man verklaard dat hij bij zijn ouders woonde en dat zij in zijn levensonderhoud voorzagen. Hij heeft echter geen bewijsstukken overgelegd die zijn stelling onderbouwen. De gemeente betwist de stelling van de man en stelt dat zijn ouders en broers en zussen zelf ook een laag inkomen hebben en niet in staat zijn om hem te onderhouden. Het hof overweegt dat de man onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen draagkracht heeft en dat hij niet in staat was om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Het hof concludeert dat de man zijn stelling dat hij geen draagkracht heeft onvoldoende heeft gemotiveerd en bekrachtigt de beschikking van de rechtbank.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van het overleggen van bewijsstukken door de onderhoudsplichtige om zijn financiële situatie te onderbouwen. Het hof wijst erop dat het aan de man is om aan te tonen dat hij niet over voldoende middelen beschikt, en niet aan de gemeente om te bewijzen dat hij wel draagkracht heeft. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 26 oktober 2011.