8.1. De vaststelling van de feiten in het vonnis waarvan beroep onder 3.1 tot en met 3.6 is niet bestreden, zodat het hof ook in hoger beroep van deze feiten uitgaat. Het gaat in deze zaak om het volgende.
a) [A.] c.s. hebben op 29 oktober 2007 van [C.] c.s. als gevolg van een koopovereenkomst van 31 juli 2007 (koopsom € 590.000,-) geleverd gekregen een woning aan de [perceel] in [plaatsnaam], welke [C.] c.s. op 6 maart 1997 hadden verkregen van [F.] (hierna: [F.]).
b) De woning, die in 1968 is gebouwd, was oorspronkelijk voorzien van een plat dak. In 1979 is door [F.] een zadeldak op de woning geplaatst. De daardoor ontstane zolder is nadien door deze eigenaar ingericht tot verdieping, waarbij onder meer een badkamer en een bar zijn aangebracht.
c) [C.] c.s. zijn de woning met de moeder van [C.] dubbel gaan bewonen. Op enig moment hebben [C.] c.s. de badkamer op de verdieping vernieuwd.
d) De brochure, waarin [C.] c.s. de woning te koop hebben aangeboden, vermeldt dat de woning in 1979 met een verdieping is verhoogd en dat de verdieping ruimte biedt voor hobby, archief, slapen of waar maar behoefte aan is, dat er een inloopkast is, een grote loungeruimte met bar, slaapkamers en een luxe badkamer.
e) In het rapport van een in opdracht van [A.] c.s. verrichte aankoopkeuring van 24 juli 2007 is onder meer bij de begane grond vermeld dat de vloerbalken in de beide woonkamers te licht zijn. Bij de verdiepingsvloeren is “n.v.t.” aangetekend. Bij zolder/vliering staat “hout” aangekruist en bij opmerkingen “zover visueel waarneembaar”. Bij bijzonderheden staat vermeld: er gaat een (…) dak geplaatst worden.
f) De koopovereenkomst tussen partijen van 31 juli 2007, die is opgemaakt conform het model van de NVM, bepaalt onder meer:
“(…) Artikel 5, lid 3: De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woonhuis voor eigen gebruik (…) Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst.”
g) In afwijking van het model van de NVM is in de koopovereenkomst een artikel 19 opgenomen dat luidt:
“Koper is ermee bekend en gaat er uitdrukkelijk mee akkoord dat bepaalde onderdelen van de onroerende zaak in een matige staat van onderhoud verkeren en/of economisch verouderd zijn. Koper verklaart hierbij alle gevolgen welke hieruit voortvloeien voor eigen rekening en risico te nemen. Bij het vaststellen van de verkoopprijs is hiermede rekening gehouden. Koper heeft, voor het sluiten van de koopovereenkomst, de mogelijkheid gekregen en genomen om de onroerende zaak bouwtechnisch te laten keuren, hij heeft hiervoor op 24 juli 2007 een bouwtechnische keuring laten uitvoeren door een bouwkundige, verbonden aan Vereniging Eigen Huis. Koper verklaart hierbij kennis te hebben genomen en derhalve bekend te zijn met de bouwkundige toestand van de onroerende zaak.”
h) Artikel 19 van de koopovereenkomst is ook in de leveringsakte van 29 oktober 2007 opgenomen.
i) Bij brief van 21 juli 2008 heeft de SRK namens [A.] c.s. aan [C.] c.s. geschreven:
“(…) Na de levering bleek dat er een gebrek is. Het gebrek heeft betrekking op de vloer die zich op de eerste verdieping bevindt. Deze blijkt niet geschikt te zijn de zich daarop bevindende verdieping te kunnen dragen. De gebreken kwamen aan het licht toen cliënten na de overdracht isolatiewerkzaamheden in hun huis wilden verrichten door het dak te laten isoleren, nieuwe (goed geïsoleerde) vloeren te storten en de kozijnen te laten vervangen. Om de hiervoor vereiste vergunning te verkrijgen moesten door een constructeur statistische berekeningen worden gemaakt. De constructeur kwam tot de conclusie dat de vloer op de eerste verdieping niet voldoet aan de belastingeisen. Namens clienten meld ik u voormeld gebrek en stel u daarvoor in gebreke.(…) Zodra de exacte kosten bekend zijn, laat ik u dat weten. Ik verzoek u mij binnen twee weken na dagtekening van deze brief te laten weten of u de aansprakelijkstelling erkent en of u bereid bent clienten schadeloos te stellen (…)”
j) Een controlerapport gedateerd 22 juli 2008, opgemaakt door [G.] van de Dienst Bouwen Infra en Milieu van de gemeente Dongen, houdt onder meer in:
“(…) Geconstateerde feiten:
a. Bevestiging van H-profiels is acceptabel.
b. Balklaag is mijns inziens onvoldoende.
(…) Op dinsdag 22 juli 2008 omstreeks 13.15 uur heeft ondergetekende een controlebezoek gebracht aan het perceel (…) Dit naar aanleiding van een verzoek van de bezorgde eigenaar/bewoner. (…) Verder is bij deze controle opgevallen dat een deel van de 1e verdiepingsvloer welke aan de rechterzijde van het pand is gesitueerd van de [perceel] uit gezien, erg licht is uitgevoerd (…) boven deze vloer is een badkamer aanwezig met een behoorlijk groot bad. Dus is het zaak (…) aangepaste berekeningen en evt. tekeningen op te vragen m.b.t. de draagkracht van deze vloer. (…)”
k) Bij brief van 5 december 2008 van de SRK is aan [C.] c.s. meegedeeld dat de kosten van het herstel waarvoor zij aansprakelijk worden gehouden € 88.185,21 bedragen. Bij brief van 22 december 2008 is hen verzocht die kosten binnen twee weken na dagtekening te betalen.
l) [C.] c.s. hebben noch aansprakelijkheid erkend, noch aan het verzoek tot betaling voldaan.