ECLI:NL:GHSHE:2011:BU3949

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 200.072.709 T
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake koop woonhuis met comparitie bevel

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door appellanten [A.] en [B.] tegen geïntimeerden [C.], [D.] en [E.] naar aanleiding van een vonnis van de rechtbank Breda. Het hoger beroep is ingeleid op 5 juli 2010, en betreft een geschil over de koop van een woonhuis. De rechtbank had eerder op 7 april 2010 een vonnis gewezen in deze zaak, waartegen de appellanten grieven hebben aangevoerd. In hun memorie van grieven hebben zij vijf grieven geformuleerd en producties overgelegd, met als doel het vonnis te vernietigen.

De geïntimeerden hebben in hun memorie van antwoord de grieven bestreden en ook een productie overgelegd. Na de indiening van de stukken hebben partijen de gedingstukken overgelegd en verzocht om uitspraak. Het hof constateert dat in het dossier van de appellanten de appeldagvaarding ontbreekt, wat een belangrijk processtuk is.

Het hof heeft besloten om een comparitie te bevelen, waarbij partijen in persoon of door een deugdelijk vertegenwoordiger moeten verschijnen. Dit is bedoeld om inlichtingen te vragen en te onderzoeken of partijen het op bepaalde punten met elkaar eens kunnen worden. Het hof wijst erop dat het niet verschijnen van een partij ter comparitie gevolgen kan hebben, ook in het nadeel van die partij. De geplande duur van de zitting is anderhalf uur, en er zal geen gelegenheid zijn om te pleiten. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar de rol voor opgave van verhinderdata van partijen en hun advocaten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.072.709
arrest van de tweede kamer van 10 mei 2011
in de zaak van
1. [A.],
wonende te [woonplaats],
2. [B.],
wonende [woonplaats],
appellanten,
advocaat: mr. M.B.A. de Bruijn,
tegen:
1. [C.],
2. [D.],
wonende te [woonplaats], Frankrijk,
3. [E.],
wonende te [woonplaats], België,
geïntimeerden,
advocaat: mr. J.E.A.J.C. van de Laak,
op het bij exploot van dagvaarding van 5 juli 2010 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Breda gewezen vonnis van 7 april 2010 tussen appellanten – [A.] c.s. - als eisers en geïntimeerden – [C.] c.s. - als gedaagden.
1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 204619/HA ZA 09-1042)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en naar het daaraan voorafgaande vonnis van 21 oktober 2009.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij memorie van grieven hebben [A.] c.s. vijf grieven aangevoerd, producties overgelegd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot als aan het slot van die memorie omschreven.
2.2. Bij memorie van antwoord hebben [C.] c.s., onder overlegging van een productie, de grieven bestreden.
2.3. [A.] c.s. hebben een akte overleggen productie genomen, waarna [C.] c.s. een antwoordakte hebben genomen.
2.4. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd. In het dossier van [A.] c.s. ontbreekt de appeldagvaarding.
3. De beoordeling
3.1. Het hof ziet aanleiding een comparitie te bevelen om inlichtingen te vragen, om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden en eventueel om procedureafspraken met betrekking tot de zaak te maken. Het hof zal daartoe een persoonlijke verschijning van partijen bepalen.
3.2. Het hof wijst erop dat het hof uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij – kan maken die het hof geraden voorkomen.
3.3. De geplande duur van de zitting is anderhalf uur. Ter comparitie zal niet de gelegenheid worden geboden om te pleiten. Hieronder wordt verstaan het juridisch beargumenteren van de zaak al dan niet aan de hand van een voorbereide, uitgeschreven pleitnotitie.
3.4. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
4. De uitspraak
Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon dan wel deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die tot het treffen van een minnelijke regeling bevoegd is, zullen verschijnen voor mr. J.C.J. van Craaikamp als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum, met de hiervoor onder 3.1. vermelde doeleinden;
verwijst de zaak naar de rol van 24 mei 2011 voor opgave van de verhinderdata van partijen zelf en hun advocaten op maandagen, dinsdagen en donderdagen in de maanden juni, juli en augustus 2011;
bepaalt dat de advocaat van [D.] c.s. bij zijn opgave op genoemde rol een foto kopie van het procesdossier zal overleggen;
bepaalt dat de raadsheer-commissaris na genoemde roldatum dag en uur van de comparitie zal vaststellen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.A.M. van Schaik-Veltman, H.A.G. Fikkers en J.C.J. van Craaikamp en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 10 mei 2011.