ECLI:NL:GHSHE:2011:BU3354
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- W.H.B. den Hartog Jager
- I.B.N. Keizer
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van huurovereenkomst en ontruiming van gehuurde woning na herhaalde huurachterstand
In deze zaak gaat het om de ontbinding van een huurovereenkomst tussen Stichting Bernardus Wonen en huurder [X.]. De huurder had herhaaldelijk huurachterstand, wat leidde tot een eerdere ontbinding van de huurovereenkomst door de kantonrechter op 3 februari 2010. Na het sluiten van een nieuwe huurovereenkomst op 27 mei 2010, bleek de huurder opnieuw in gebreke te zijn gebleven met de huurbetalingen. De kantonrechter had in eerste aanleg de vordering van Bernardus tot ontbinding en ontruiming afgewezen, omdat de huurachterstand te gering werd geacht om deze vorderingen te rechtvaardigen. Bernardus ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde dat de kantonrechter de vordering van Bernardus niet had mogen afwijzen zonder ambtshalve te toetsen of de vordering onrechtmatig of ongegrond was, nu de huurder niet in de procedure was verschenen. Het hof stelde vast dat de huurder tekortgeschoten was in de nakoming van de huurovereenkomst, aangezien hij wederom niet aan zijn betalingsverplichtingen voldeed. Het hof oordeelde dat de aangevoerde gronden van Bernardus de vorderingen tot ontbinding en ontruiming konden dragen, en dat deze vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond waren.
Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en ontbond de huurovereenkomst, waarbij de huurder werd veroordeeld om de woning binnen twee weken te ontruimen. Tevens werd de huurder veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Dit arrest werd uitgesproken op 1 november 2011.