GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.074.539
arrest van de eerste kamer van 1 november 2011
NCOI OPLEIDINGSGROEP B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
advocaat: mr. M.M.E. van Veen-Oudenaarden,
[X.],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. C.C. Berends,
op het bij exploot van dagvaarding van 27 september 2010 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Maastricht gewezen vonnis van 4 augustus 2010 tussen appellante - verder te noemen NCOI - als eiseres en geïntimeerde - verder te noemen [X.] - als gedaagde.
1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 370295/CV EXPL 10-1172)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij memorie van grieven heeft NCOI, onder overlegging van producties, één grief aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot toewijzing van haar vordering en veroordeling van [X.] om al hetgeen NCOI ter uitvoering van het vonnis aan hem heeft voldaan terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, één en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en met veroordeling van [X.] in de kosten van beide instanties, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na het wijzen van dit arrest.
2.2. Bij memorie van antwoord heeft [X.] de grieven bestreden.
2.3. NCOI heeft vervolgens een akte genomen. [X.] is in de gelegenheid gesteld een antwoordakte te nemen, van welke gelegenheid hij geen gebruik heeft gemaakt, althans niet binnen de in het Landelijk procesreglement bepaalde termijn.
2.4. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
3. De gronden van het hoger beroep
Voor de tekst van de grief verwijst het hof naar de memorie van grieven.
4.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
(i) [X.] heeft zich middels een inschrijfformulier op 26 juli 2008 ingeschreven bij NCOI voor de opleiding MBO Teamleider Logistiek. Op het inschrijfformulier is onder meer vermeld (productie 1 conclusie van repliek):
“Wie draagt de kosten van de opleiding/training?”
Vervolgens dient te worden gekozen uit drie opties: “ikzelf”, “werkgever” en “Studiebaan regeling”
[X.] heeft het vakje “Studiebaan regeling” aangekruist. Op het inschrijfformulier is onderaan, in kleine letters, vermeld:
“ik ga akkoord met de algemene voorwaarden van NCOI opleiding/StudieBaan regeling”
Boven deze regel heeft [X.] zijn handtekening geplaatst. Hij is in september 2008 begonnen met de opleiding.
(ii) In de Algemene Bepalingen StudieBaan Regeling (hierna aangeduid als Algemene Bepalingen) is onder meer bepaald (productie 2 bij de conclusie van repliek):
“Artikel 3 Werving werkkring
StudieBaan en deelnemer zetten zich beide in om een bij de opleiding passende werkgever te vinden. Daarbij is het doel dat de werkgever de kosten van de opleiding en aanvullende kosten van StudieBaan volledig overneemt. De kosten voor werkgever worden gespecificeerd en separaat verstrekt aan deelnemer en werkgever. Op basis van zorgvuldige selectie door StudieBaan, waarbij kandidaat een bovengemiddelde uitgangspositie heeft, de krachtige formule van StudieBaan met uitgebreide inzet van communicatiemiddelen richting werkgevers en fiscale regelingen, waarbij de werkgever tegemoetgekomen wordt in de studiekosten, accepteert de deelnemer dat het aannemelijk is dat binnen 24 maanden een geschikte werkgever gevonden wordt die de opleidingskosten volledig overneemt. De deelnemer dient alle passende aanbiedingen van StudieBaan te accepteren. Indien een deelnemer een aanbod niet accepteert, geldt het gestelde in artikel 6.
Artikel 4 Looptijd vergoeding
De totale studiekosten worden door Studiebaan gedragen voor een periode van maximaal 24 maanden na aanvang van de opleiding. Na 24 maanden dienen de kosten volledig te worden voldaan, met uitzondering van het gestelde in artikel 6. Indien de deelnemer voor die tijd beschikt over een werkkring die de studiekosten en aanvullende kosten StudieBaan overneemt, komen de bepalingen van de regeling StudieBaan Overeenkomst te vervallen.
Artikel 5 Eisen studievoortgang
In aanvulling op artikel 3 dient de deelnemer binnen de regeling Studiebaan Overeenkomst een acceptabele studievoortgang te realiseren. Indien het aantal behaalde studiepunten, dan wel het aantal behaalde voldoendes onder de 50% ligt van het maximum te behalen resultaat in het eerste jaar van de opleiding, wordt de regeling per direct ontbonden. In deze situatie dient de deelnemer alle studiekosten die betrekking hebben op het eerste jaar te voldoen. In een situatie van voortijdige beëindiging op initiatief van de deelnemer dienen de volledige opleidingskosten te worden voldaan.
Artikel 6 Uitblijven werkkring
Indien binnen een periode van 24 maanden na start van de opleiding geen bij de opleiding passende werkkring is gevonden, dan is het volgende van toepassing.
- De studie wordt per direct beëindigd, de deelnemer betaalt 50% van de tot dan toe gemaakte kosten terug aan Studiebaan. De overige 50% van de gemaakte kosten en resterende kosten worden kwijtgescholden.
Indien binnen een periode van 24 maanden na start van de opleiding geen werkgever is geaccepteerd door de deelnemer die de studiekosten wil overnemen, danwel een werkkring door deelnemer is gevonden die de opleidingskosten niet wil overnemen, dan is de volgende situatie van toepassing.
- De deelnemer dient alle opleidingskosten te voldoen.”
(iii) [X.] heeft bij e-mail van 19 december 2008 onder meer het volgende aan NCOI meegedeeld (productie bij de conclusie van antwoord):
“ik wil bij deze de opleiding van MBO Teamleider WEb 3 beeindigen wegens het niet vinden van stageplaats maar wel werk heb gevonden n deze het moeilijk vindt me 1 keer op 2 weken vrij te geven en heb een contract aangeboden gekregen van deze werkgever ook in een logistieke functie.
Weet niet hoe ik het officieel moet doorgeven daarom doe ik het per mail”
(iv) Bij e-mail van diezelfde datum heeft [Y.], opleidingsadviseur van NCOI, hierop onder meer het volgende aan [X.] meegedeeld (productie bij de conclusie van antwoord):
“Omdat ik niet meer voor StudieBaan werk, kan ik op dit moment niets voor je betekenen. Ik zal zo jouw mail doorsturen naar een collega van StudieBaan. Zij zal dit verder oppakken en contact met je opnemen.”
(v) NCOI heeft bij factuur van 2 juni 2009 een bedrag van € 2.930,95 inclusief btw aan [X.] in rekening gebracht (productie 7 memorie van grieven). [X.] heeft dit bedrag onbetaald gelaten.
4.2.1. NCOI heeft in eerste aanleg gevorderd dat [X.] werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.648,45, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van
€ 2.930,95 vanaf 7 januari 2010 tot aan de dag der algehele voldoening, hoofdsom en rente tezamen een bedrag van € 5.000,00 niet te boven gaand, met veroordeling van [X.] in de kosten van het geding.
4.2.2. De kantonrechter heeft de vordering van NCOI afgewezen en daartoe, kort gezegd, overwogen dat NCOI niet aan haar stelplicht had voldaan.
4.3. NCOI heeft met de grief het geschil in volle omvang aan het hof voorgelegd. Het hof overweegt als volgt.
4.4.1. NCOI stelt zich, kort gezegd, op het standpunt dat indien de deelnemer de opleiding voortijdig beëindigt, deze op grond van artikel 5 van de Algemene Bepalingen de volledige opleidingskosten dient te voldoen. [X.] is derhalve de opleidingskosten voor het eerste jaar verschuldigd, aldus NCOI. [X.] heeft in de memorie van antwoord aangevoerd dat hij geen kennis heeft genomen van de inhoud van de algemene voorwaarden van NCOI en evenmin bekend is met de Algemene Bepalingen. Het hof begrijpt dit verweer aldus dat [X.] aanvoert dat de algemene voorwaarden en de Algemene Bepalingen op grond van artikel 6:233 sub b BW vernietigbaar zijn, aangezien hem geen redelijke mogelijkheid is geboden om van de algemene voorwaarden en de Algemene Bepalingen kennis te nemen. [X.] heeft de vernietigbaarheid van artikel 5 weliswaar niet expliciet ingeroepen, maar naar het oordeel van het hof kan zijn verweer - naar ook NCOI had moeten begrijpen - niet anders worden begrepen dan dat hij heeft bedoeld de vernietigbaarheid in te roepen. Nu NCOI zich beroept op de inhoud van de Algemene Bepalingen en, naar het hof begrijpt, eveneens op de algemene voorwaarden van NCOI, en [X.] betwist dat hem een redelijke mogelijkheid tot kennisneming is geboden, wordt NCOI in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat zij [X.] een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de Algemene Bepalingen en de algemene voorwaarden NCOI Opleidingsgroep kennis te nemen. De bewijslast van de stelling dat [X.] een redelijke mogelijkheid tot kennisneming is geboden rust krachtens de hoofdregel van artikel 150 Rv immers op NCOI. Dat [X.] zich op het inschrijfformulier middels het plaatsen van zijn handtekening akkoord heeft verklaard met de algemene voorwaarden en de Algemene Bepalingen vormt naar het oordeel van het hof geen bewijs van de stelling dat NCOI aan [X.] een redelijke mogelijkheid heeft geboden daarvan kennis te nemen. Een akkoordverklaring houdt immers niet in dat de algemene voorwaarden c.q. Algemene Bepalingen ook ter hand zijn gesteld.
4.4.2. [X.] heeft blijkens het inschrijfformulier gekozen voor betaling van de studiekosten middels de StudieBaan Regeling, hetgeen inhoudt dat StudieBaan de kosten in eerste instantie voorschiet aan NCOI en deze later vergoed krijgt door de werkgever, voor zover er een geschikte werkgever wordt gevonden die deze kosten wil overnemen. Nu [X.] voor deze optie heeft gekozen, behoefde voor hem niet zonder meer duidelijk te zijn dat hij bij voortijdige beëindiging van de opleiding de kosten daarvan zelf zou moeten dragen. NCOI voert aan dat zij bij de open dag, welke [X.] heeft bezocht, uitleg heeft gegeven over de StudieBaan regeling. Volgens NCOI heeft zij meegedeeld dat, indien geen werkgever zou worden gevonden die de kosten voor de opleiding zou willen overnemen, [X.] deze kosten zelf zou moeten dragen. Voor zover de juistheid van deze stelling mocht vaststaan, moet worden aangenomen dat, ook indien [X.] geen kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de Algemene Bepalingen, voor hem duidelijk moet zijn geweest dat hij de opleidingskosten (deels) voor eigen rekening zou moeten nemen in geval van voortijdige beëindiging van de opleiding zonder dat een werkgever was gevonden. Alsdan dient wel het verweer van [X.] aan de orde te komen dat NCOI zich onvoldoende heeft ingespannen om een passende werkgever voor hem te vinden. NCOI wordt dan ook eveneens in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat zij bij gelegenheid van de open dag uitleg heeft gegeven over de inhoud van de Algemene Bepalingen, in die zin dat zij heeft meegedeeld dat bij voortijdige beëindiging van de opleiding zonder dat een werkgever is gevonden die de kosten overneemt, de deelnemer deze kosten zelf dient te betalen.
4.4.3. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
laat NCOI toe te bewijzen dat:
a. zij [X.] een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de Algemene Bepalingen StudieBaan Regeling en van de algemene voorwaarden NCOI Opleidingsgroep;
b. zij bij gelegenheid van de open dag uitleg heeft gegeven over de inhoud van de Algemene Bepalingen StudieBaan Regeling, in die zin dat zij heeft meegedeeld dat bij voortijdige beëindiging van de opleiding zonder dat een werkgever is gevonden die de kosten overneemt, de deelnemer deze kosten zelf dient te betalen;
bepaalt, voor het geval NCOI bewijs door getuigen wil leveren, dat getuigen zullen worden gehoord ten overstaan van mr. Begheyn als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum;
verwijst de zaak naar de rol van 15 november 2011 voor opgave van het aantal getuigen en van de verhinderdata van partijen zelf, hun advocaten en de getuige(n) op dinsdagen en donderdagen in de periode van 4 tot 12 weken na de datum van dit arrest;
bepaalt dat de advocaat van NCOI bij zijn opgave op genoemde roldatum een fotokopie van het procesdossier zal overleggen;
bepaalt dat de raadsheer-commissaris na genoemde roldatum dag en uur van het getuigenverhoor zal vaststellen;
bepaalt dat de advocaat van NCOI tenminste zeven dagen voor het verhoor de namen en woonplaatsen van de te horen getuigen zal opgeven aan de wederpartij en aan de civiele griffie;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.Th. Begheyn, S. Riemens en M.J. van Laarhoven en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 1 november 2011.