4.6.2. Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat de door de gemeente aangevoerde omstandigheden, zoals hiervoor weergegeven in r.o. 4.2, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende zijn om de betrokkenheid van [X.] bij de hennepkwekerij als voldoende vaststaand aan te nemen.
Ten aanzien van de loods overweegt het hof dat deze weliswaar is gebouwd tegen het tot het gehuurde behorende voorzieningengebouw, maar ook in hoger beroep is niet komen vast te staan dat de loods is gebouwd en gebruikt door [X.]. Bovendien blijkt uit pagina 3 van het proces-verbaal relaas van de politie van 28 september 2009 dat de loods niet alleen geplaatst was tegen het voorzieningengebouw van [X.], maar ook tegen het voorzieningengebouw behorende bij de naastgelegen standplaats (nr. [standplaatsnummer]).
Uit pagina 3 van voornoemd proces-verbaal van de politie blijkt voorts dat de loods was afgesloten door middel van een hangslot, maar gesteld noch gebleken is dat [X.] beschikte over een sleutel van dit hangslot. Daarnaast was de loods, zo volgt eveneens uit het proces-verbaal, dichtgeschroefd met twee kruiskopschroeven. Het feit dat in het voorzieningengebouw van [X.] een accuschroefmachine is aangetroffen met een bit waarmee de schroeven in de loods losgeschroefd kunnen worden, acht het hof evenmin als de kantonrechter een doorslaggevend argument. Tal van huishoudens bezitten een dergelijke schroefmachine met een dergelijke bit. Bovendien is ook in hoger beroep gesteld noch gebleken dat er nader onderzoek naar de schroefmachine heeft plaatsgevonden waaruit volgt dat de schroeven met die specifieke schroefmachine zijn bevestigd in de sponning van de loods.
Ten aanzien van de stroomvoorziening van de hennepkwekerij overweegt het hof dat de gemeente geen grief heeft gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat de wijze van stroomvoorziening in dit geval onvoldoende onderbouwd is om de conclusie van betrokkenheid van [X.] bij de hennepkwekerij te rechtvaardigen.
Het feit dat het ventilatiekanaal van het voorzieningengebouw van [X.] uitkwam in de loods, is naar het oordeel van het hof evenmin toereikend om betrokkenheid van [X.] bij de hennepkwekerij aan te nemen. Het hof leidt uit de stukken en de stellingen van partijen af dat het ventilatiekanaal altijd al aanwezig is geweest in het voorzieningengebouw en dus niet speciaal is aangebracht met het oog op de exploitatie van de hennepkwekerij in de achterliggende loods. De gemeente heeft nog aangevoerd dat op de foto’s nrs. 16 en 17, behorend bij het proces-verbaal van de politie, duidelijk zichtbaar is dat een dikke slang vanuit het voorzieningengebouw van [X.] uitkomt in de loods. Het hof kan dit echter niet afleiden uit de betreffende foto’s en de politie heeft hieromtrent ook niets in het proces-verbaal vermeld. Zoals de kantonrechter reeds heeft overwogen, wijst het feit dat de politie een penetrante hennepgeur heeft waargenomen in het voorzieningengebouw evenmin op betrokkenheid van [X.] maar hooguit op wetenschap van [X.] van de aanwezigheid van de hennepkwekerij in de (niet tot het gehuurde behorende) loods.
Ten slotte overweegt het hof dat het feit dat [X.] in het verleden met politie/justitie in aanraking is geweest niet automatisch meebrengt dat hij thans wederom betrokken is bij de exploitatie van de hennepkwekerij in de loods.