ECLI:NL:GHSHE:2011:BU2038
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- O.G.H. Milar
- C.D.M. Lamers
- P.C.G. Brants
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en ouderschapsplan in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep in een echtscheidingsprocedure. De man had bij zijn echtscheidingsverzoek aanvankelijk geen ouderschapsplan overgelegd, wat volgens de vrouw in strijd was met de vereisten van artikel 815 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de man in hoger beroep zijn verzuim heeft hersteld door alsnog een eenzijdig ouderschapsplan over te leggen. Aangezien een gemeenschappelijk ouderschapsplan niet mogelijk bleek, voldeed de man aan de wettelijke vereisten zoals opgenomen in het zesde lid van artikel 815 Rv. Hierdoor waren er geen redenen meer om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot echtscheiding.
Het hof heeft kennisgenomen van diverse brieven en bijlagen van beide partijen en heeft de inhoud van deze documenten in zijn overwegingen betrokken. De vrouw had aangegeven zich niet te kunnen verenigen met de inhoud van het ouderschapsplan, maar het hof oordeelde dat het verzoek van de man om echtscheiding terecht was toegewezen door de rechtbank. De grieven van de vrouw werden verworpen, en het hof concludeerde dat het huwelijk duurzaam was ontwricht.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank Breda van 22 september 2009 bekrachtigd, waarmee de echtscheiding werd uitgesproken. De uitspraak vond plaats op 20 oktober 2011 en werd openbaar gemaakt door de rechters O.G.H. Milar, C.D.M. Lamers en P.C.G. Brants.