ECLI:NL:GHSHE:2011:BT7369
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- Th.A. Pouw
- J.H.Th. Veldman
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling en recidivegedrag
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toelating van [X.] tot de schuldsaneringsregeling. [X.] had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank, dat was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat [X.] niet te goeder trouw was geweest in de vijf jaar voorafgaand aan zijn verzoek, omdat hij schulden had laten ontstaan die voortvloeien uit een onherroepelijke veroordeling voor misdrijven. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 3 oktober 2011 gehouden, waarbij [X.] werd bijgestaan door zijn advocaat. Tijdens de behandeling heeft [X.] zijn situatie toegelicht en aangegeven dat hij zich inspande om zijn schulden af te lossen, ondanks dat hij erkende dat een deel van zijn schulden niet te goeder trouw was ontstaan.
Het hof heeft de argumenten van [X.] overwogen, waaronder zijn inspanningen om zijn schulden te voldoen en de steun die hij van de gemeente Eindhoven ontving. Echter, het hof concludeerde dat [X.] niet voldoende had aangetoond dat hij de omstandigheden die hebben geleid tot zijn schulden onder controle had gekregen. Het hof benadrukte dat de wet de rechter de mogelijkheid biedt om een langere termijn in acht te nemen voor schulden die voortvloeien uit misdrijven, vooral gezien het recidivegedrag van [X.].
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, wat betekent dat [X.] niet werd toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. Het hof gaf aan dat, mocht [X.] in de toekomst opnieuw een aanvraag indienen, hij beter onderbouwde stukken moet overleggen om aan te tonen dat hij zijn financiële situatie onder controle heeft.