ECLI:NL:GHSHE:2011:BT2241
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.A.M. van Schaik-Veltman
- Fikkers
- Venhuizen
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid bij niet tijdig betaald griffierecht in hoger beroep
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om de ontvankelijkheid van een hoger beroep van appellant [X.], wonende in Zweden, tegen geïntimeerde [Y.]. De zaak volgde op een tussenarrest van 5 juli 2011, waarin partijen de gelegenheid kregen om een akte in te dienen. De kern van het geschil betrof de vraag of het niet tijdig betalen van het griffierecht de ontvankelijkheid van het hoger beroep zou beïnvloeden. Appellant [X.] erkende dat het griffierecht te laat was betaald, maar voerde aan dat dit te wijten was aan de omstandigheden van het wonen in het buitenland, wat leidde tot vertraging. Hij stelde dat de rechtbank in eerdere vonnissen fouten had gemaakt en dat het hoger beroep noodzakelijk was voor een juiste verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap.
Het hof oordeelde dat de te late betaling van het griffierecht voor rekening en risico van [X.] kwam. De door hem aangevoerde omstandigheden rechtvaardigden niet de conclusie dat de toepassing van artikel 127a lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het hof wees ook de stelling van [X.] af dat de uitnodiging voor een comparitie na aanbrengen hem het gerechtvaardigde vertrouwen had moeten geven dat hij ontvankelijk zou zijn. Aangezien [X.] niet tijdig had betaald, werd [Y.] ontslagen van instantie en werd [X.] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die door het hof werden begroot op € 284,- voor griffierecht en € 447,- voor salaris advocaat.