ECLI:NL:GHSHE:2011:BT1726
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.E.M. Renckens
- J.H.J.M. Mertens-Steeghs
- R.R. Everaars-Katerberg
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van de behoefte en draagkracht in een alimentatiezaak na scheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om de vaststelling van de alimentatie voor een minderjarige dochter, geboren op [geboortedatum] 2009. De man, appellant in principaal appel, en de vrouw, appellante in incidenteel appel, waren in een affectieve relatie geweest en hadden samen een dochter. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 427,- per maand moest betalen, maar de vrouw verzocht om een verhoging naar € 650,- per maand. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 7 juli 2011 gehouden, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren.
Het hof heeft de behoefte van de dochter vastgesteld op basis van de 'tabel eigen aandeel kosten van kinderen' en de inkomens van beide ouders. De rechtbank had een fictief inkomen van de man als directeur-grootaandeelhouder vastgesteld, maar het hof oordeelde dat het werkelijke inkomen van de man als uitgangspunt moest dienen. Het hof concludeerde dat de man in staat was om een bijdrage van € 325,- per maand te betalen, wat overeenkwam met de helft van de behoefte van de dochter. De vrouw werd ook in staat geacht om eenzelfde bedrag bij te dragen.
De beslissing van de rechtbank werd vernietigd en het hof bepaalde dat de man vanaf 23 februari 2010 een bijdrage van € 325,- per maand moest betalen, met een verhoging naar € 328,- per maand vanaf 1 januari 2011. Het hof benadrukte dat de behoefte van de dochter nooit lager kon worden vastgesteld dan in overeenstemming met de welstand van het gezin waarin zij opgroeit. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 september 2011.