ECLI:NL:GHSHE:2011:BR4948
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- K. van der Meijde
- N.J.M. Ruyters
- G.P.M.F. Mols
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep van een gedetineerde verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 juli 2011 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder bij verstek was veroordeeld door de politierechter. De verdachte was gedetineerd en had niet de mogelijkheid om de zitting bij te wonen op 20 september 2010. Ondanks dat de verdediging aanvoerde dat de politierechter de zaak had moeten aanhouden, oordeelde het hof dat de verdachte niet-ontvankelijk was in zijn hoger beroep. Het hof stelde vast dat de verdachte niet tijdig op de hoogte was van de uitspraak en de verdere procedure, en dat hij pas op 20 december 2010 hoger beroep had ingesteld, wat de wettelijke termijn overschreed. De verdediging had betoogd dat de verdachte erop mocht vertrouwen dat zijn zaak niet bij verstek zou worden afgedaan, maar het hof oordeelde dat de verdachte zelf verantwoordelijk was voor het tijdig informeren over zijn zaak. De mededeling van de raadsman dat de zaak zou worden aangehouden, werd niet als voldoende beschouwd om de verdachte in zijn vertrouwen te steunen. Het hof benadrukte dat de wet strikte termijnen stelt voor het instellen van hoger beroep en dat deze termijnen van openbare orde zijn. Aangezien er geen bijzondere omstandigheden waren die de overschrijding van de termijn verontschuldigbaar maakten, werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.