Parketnummer : 20-003095-09
Uitspraak : 1 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Roermond van
8 september 2009 in de strafzaak met parketnummer 04-850600-07 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1967],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in het PPC te Vught.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zal vernietigen en, te dien aanzien opnieuw rechtdoende, zal bewezen verklaren hetgeen aan verdachte onder 1 primair, 2 primair en 3 is ten laste gelegd en verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar en 6 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, en voorts de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging zal opleggen.
Ten aanzien van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven, voorwerpen heeft de advocaat-generaal gevorderd te beslissen conform de beslissing in eerste aanleg.
Met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij heeft de advocaat-generaal gevorderd dat deze, bij wijze van voorschot, zal worden toegewezen tot een bedrag van € 10.000,-- , met toepassing van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, en de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar vordering en zal worden verwezen naar de civiele rechter.
Door en namens verdachte is gerefereerd aan het oordeel van het hof met betrekking tot de bewezenverklaring en de beslissing omtrent het beslag en voorts bepleit dat:
- de gevangenisstraf dient te worden gematigd;
- een tbs met dwangverpleging op grond van de huidige rapportage niet kan worden opgelegd;
- het afdoende is om een behandeling van verdachte en eventueel een klinische opname als bijzondere voorwaarde bij een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen;
- het hof, indien het toch een tbs-maatregel noodzakelijk acht, deze voorwaardelijk oplegt en met het oog daarop het onderzoek heropent voor het laten uitbrengen van een aanvullend maatregelrapport door de reclassering;
- het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaart in haar vordering dan wel de vordering afwijst.
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd reeds omdat in hoger beroep de tenlastelegging - en aldus de grondslag van het onderzoek - is gewijzigd.
Gelet op de inhoud van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting is het de kennelijke bedoeling van de steller der tenlastelegging geweest om onder feit 3 ten aanzien van de daarin weergegeven filmpjes, waarop [slachtoffer] voorkomt, ten laste te leggen het verwijt dat de verdachte tezamen en in vereniging met [medeverdachte] deze filmpjes heeft vervaardigd en niet, zoals in de gewijzigde tenlastelegging is vermeld, dat hij – kort gezegd – de gegevensdrager(s) waarop deze filmpjes voorkomen heeft vervaardigd. De tenlastelegging wordt in zoverre verbeterd gelezen. De verdachte is door deze verbeterde lezing niet geschaad in zijn verdediging, nu blijkens het onderzoek ter terechtzitting bij hem geen misverstand heeft bestaan over hetgeen hem wordt verweten.
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep en met inachtneming van het bovenstaande - ten laste gelegd dat:
1.
hij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 juli 2007 te Kelpen, in elk geval in de gemeente(n) Heythuysen en/of Leudal, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer], geboren op [2000] (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) (onder meer) hierin dat verdachte en/of zijn mededader:
- de beentjes van genoemde [slachtoffer] uit elkaar heeft getrokken;
- een buttplug in de anus van genoemde [slachtoffer] heeft geduwd, terwijl genoemde [slachtoffer] dit niet wilde en huilend aangaf dat dit pijn deed;
- een buttplug in de anus van genoemde [slachtoffer] heeft geduwd, terwijl genoemde [slachtoffer] heeft geprobeerd dit te voorkomen door tegen de hand/arm van verdachte [medeverdachte] te duwen;
- een vinger in de anus van genoemde [slachtoffer] heeft geduwd, terwijl de handen en voeten van genoemde [slachtoffer] vastgebonden waren;
- die [slachtoffer] in een afhankelijkheidsrelatie met hem, verdachte, heeft gebracht en met het psychisch overwicht, dat hij, verdachte, op die [slachtoffer] had verworven, die [slachtoffer] aan zijn, verdachtes, wil heeft onderworpen en de wil van die [slachtoffer] heeft gemanipuleerd;
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans indien terzake het vorenstaande onder 1 geen veroordeling zou volgen:
hij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 juli 2007 te Kelpen, in elk geval in de gemeente(n) Heythuysen en/of Leudal, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met [slachtoffer], geboren op [2000], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer];
2.
hij meermalen, alhans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 juli 2007 te Kelpen, in elk geval in de gemeente(n) Heythuysen en/of Leudal, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte], althans alleen, met [slachtoffer], geboren op
[2000], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt (telkens), buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd en/of die [slachtoffer] tot het plegen of dulden van (een) zodanige handeling(en) buiten echt met een derde heeft verleid, bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit:
- het likken over de vagina van genoemde [slachtoffer] door verdachte en/of genoemde [medeverdachte] en/of
- het met een vibrator wrijven over de vagina van genoemde [slachtoffer] door verdachte en/of genoemde [medeverdachte] en/of
- het wrijven met (een) vinger(s) over de vagina van genoemde [slachtoffer] door verdachte en/of genoemde [medeverdachte] en/of
- het doen vastpakken van de penis van verdachte door genoemde [slachtoffer] en/of
- het doen maken van aftrekkende bewegingen met de penis van verdachte door genoemde [slachtoffer] en/of
- het houden, althans drukken, van de penis van verdachte tegen de vagina van genoemde [slachtoffer] en/of
- het wrijven met de penis van verdachte over de vagina van genoemde [slachtoffer];
althans indien terzake het vorenstaande onder 2 geen veroordeling zou volgen:
hij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 juli 2007 te Kelpen, in elk geval in de gemeente(n) Heythuysen en/of Leudal, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met
[medeverdachte], althans alleen, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer], geboren op [2000], zijnde een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, bestaande die ontucht (telkens) onder meer uit:
- het likken over de vagina van genoemde [slachtoffer] door verdachte en/of genoemde [medeverdachte] en/of
- het met een vibrator wrijven over de vagina van genoemde [slachtoffer] door verdachte en/of genoemde [medeverdachte] en/of
- het wrijven met (een) vinger(s) over de vagina van genoemde [slachtoffer] door verdachte en/of genoemde [medeverdachte] en/of
- het doen vastpakken van de penis van verdachte door genoemde [slachtoffer] en/of
- het doen maken van aftrekkende bewegingen met de penis van verdachte door genoemde [slachtoffer] en/of
- het houden, althans drukken van de penis van verdachte tegen de vagina van genoemde [slachtoffer] en/of
- het wrijven met de penis van verdachte over de vagina van genoemde [slachtoffer];
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 juli 2007 te Kelpen, in elk geval in de gemeente(n) Heythuysen en/of Leudal, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met [medeverdachte], althans alleen, één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (in totaal [ongeveer] 457 foto's en/of 30800 videoframes en/of 29900 filmfragmentjes en/of 31 films en/of 63 video bestanden) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, te weten de navolgende afbeeldingen en/of film(s) en/of (een) (externe) harddisk en/of een harddisk en/of (een) (externe) geheugenkaart(en) van een videocamera en/of (een) fotocamera(‘s) met onder meer de navolgende afbeeldingen en/of film(s):
- foto [...].jpg
waarbij twee naakte jongens, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, elkaars erecte penis in de mond hebben,
(zie pag. 218 van het proces-verbaal)
- foto [naam].jpg
waarbij een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, voorovergebogen zit en de stijve penis van een hond in haar mond heeft,
(zie pag. 219 van het proces-verbaal)
- foto img[nummer].jpg
waarbij een naakte man op zijn rug op de grond ligt terwijl naast hem een naakte baby, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, knielt, de man zijn erecte penis in of tegen de mond van de baby duwt en de man kennelijk een zaadlozing heeft gehad,
(zie pag. 219 van het proces-verbaal)
- foto dcp[nummer].jpg
waarbij een geklede baby/peuter, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, op de grond ligt terwijl een man over die baby/peuter heen zit en de eikel van zijn erecte penis tegen de mond van die baby/peuter duwt,
(zie pag. 219 van het proces-verbaal)
- foto mar[nummer].jpg
waarbij een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, in een badkuip zit terwijl een naakte man over het lichaam van het meisje plast,
(zie pag. 219 van het proces-verbaal)
- foto lsd-[nummer].jpg
waarbij een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, op haar zij en met gespreide benen op de grond ligt waarbij haar vagina en borstjes duidelijk zichtbaar zijn,
(zie pag. 219-220 van het proces-verbaal)
- foto [naam]I.JPG
waarbij een naakte vrouw op haar rug op een bed ligt met aan weerszijde een naakt jongetje, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, die beiden likken/zuigen aan een tepel van de vrouw,
(zie pag. 220 van het proces-verbaal)
- film [bestandsnaam]
waarop het naakte onderlichaam van een meisje, dat kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft bereikt, zichtbaar is, terwijl een volwassen man tussen haar benen staat/knielt die de vagina van het meisje met zijn erecte penis penetreert, welke penetratie op drie verschillende manieren plaatsvindt en waarbij de man zijn penis in de vagina van het meisje heen en weer beweegt,
(zie pag. 220 van het proces-verbaal)
- film [..] [namen] . [..].avi
waarop een naakte man met drie á vier Aziatische meisjes, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, te zien is, waarbij een naakt meisje op haar knieën voor die man zit en de stijve penis van die man in haar mond heeft en haar hoofd op en neer beweegt en waarop close-up opnames van de geslachtsdelen van twee of drie van die meisjes te zien zijn,
(zie pag. 220 van het proces-verbaal)
- film [bestandsnaam].avi
waarop een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, met haar hand haar vagina betast, masturbeert met behulp van een vibrator en waarop haar vagina geregeld close-up wordt gefilmd,
(zie pag. 220 van het proces-verbaal)
- film [bestandsnaam]
waarop een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, staat dat naakt op een bed ligt en met een vinger over haar clitoris en
schaamlippen wrijft, waarbij een man een substantie op de vagina van dat meisje strijkt, met een vinger over haar clitoris wrijft en een vinger in haar vagina steekt, waarbij de vagina van dat meisje close-up wordt gefilmd, het meisje een vinger in haar vagina steekt en deze vinger heen en weer beweegt,
(zie pag. 220-221 van het proces-verbaal)
- film [naam] webcam en [..].mpg
waarop een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, staat waarvan de vagina close-up wordt gefilmd, die vingers in haar vagina steekt, waarbij een man een vinger in de vagina van het meisje steekt, dat de erecte penis van een man in haar mond heeft en dat gefilmd wordt terwijl zij zit te plassen,
(zie pag. 221 van het proces-verbaal)
film Folder [filmnaam].MOD
waarop [slachtoffer], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te zien is die naakt op haar rug op een bank ligt, waarbij [medeverdachte] een buttplug in de anus van [slachtoffer] duwt en de buttplug op en neer in de anus van [slachtoffer] beweegt, waarbij genoemde [medeverdachte] met een hand een dildo tussen de schaamlippen van [slachtoffer] beweegt en met haar andere hand over/in haar eigen vagina beweegt, waarbij verdachte zijn stijve penis ter hoogte van het gezicht van [slachtoffer] houdt, genoemde [medeverdachte] de penis van verdachte aftrekt, de penis op het gezicht van [slachtoffer] richt, het sperma op het gezicht/de rechter schouder van [slachtoffer] terecht komt en genoemde [medeverdachte] op verzoek van verdachte een gedeelte van het sperma van de wang van [slachtoffer] likt,
(zie pag. 194 t/m 197 van het proces-verbaal)
film Folder [filmnaam].MOD
waarop [slachtoffer], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te zien is die met haar vagina boven het hoofd van [medeverdachte] zit, genoemde [medeverdachte] de vagina van [slachtoffer] likt en verdachte met zijn penis de vagina van genoemde [medeverdachte] penetreert, waarbij genoemde [medeverdachte] de penis van verdachte aftrekt en ondertussen met haar tong aan de vagina van [slachtoffer] likt, waarbij genoemde [medeverdachte] de penis van verdachte tegen de vagina van [slachtoffer] duwt, verdachte klaar komt, het sperma tegen de vagina van [slachtoffer] en/of in de mond van genoemde [medeverdachte] terecht komt en genoemde [medeverdachte] het sperma van de vagina van [slachtoffer] likt,
(zie pag. 201 van het proces-verbaal)
film Folder [filmnaam].MOD
waarop [slachtoffer], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te zien is die op haar rug en op de buik van [medeverdachte] ligt terwijl verdachte met zijn penis de vagina van genoemde [medeverdachte] penetreert, waarna genoemde [medeverdachte] met een hand de penis van verdachte aftrekt, met haar andere hand de schaamlippen van [slachtoffer] uit elkaar houdt, vervolgens de penis van verdachte tegen de geopende vagina van [slachtoffer] houdt waarna het sperma uit de penis van verdachte tegen en/of in de geopende vagina van [slachtoffer] komt terwijl de vagina van [slachtoffer] nadrukkelijk in beeld verschijnt,
(zie pag. 221 van het proces-verbaal)
- f[nummer].mov/filmpje 4
waarop [slachtoffer], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te zien is die op haar rug ligt terwijl [medeverdachte] naast haar ligt en verdachte boven [slachtoffer] staat, genoemde [medeverdachte] de penis van verdachte aftrekt en verdachte ejaculeert over het gezicht van [slachtoffer],
(zie pag. 210 van het proces-verbaal)
(telkens) heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging voor het overige nog taal- en/of schrijffouten of omissies voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
hij meermalen in de periode van 1 maart 2007 tot en met 19 juli 2007 te Kelpen, tezamen en in vereniging met een ander, door geweld of andere feitelijkheden [slachtoffer], geboren op [2000], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer],
bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte en/of zijn mededader:
- de beentjes van genoemde [slachtoffer] uit elkaar heeft getrokken;
- een buttplug in de anus van genoemde [slachtoffer] heeft geduwd, terwijl genoemde [slachtoffer] dit niet wilde;
- een buttplug in de anus van genoemde [slachtoffer] heeft geduwd, terwijl genoemde [slachtoffer] heeft geprobeerd dit te voorkomen door tegen de hand/arm van [medeverdachte] te duwen;
- een vinger in de anus van genoemde [slachtoffer] heeft geduwd, terwijl de handen en voeten van genoemde [slachtoffer] vastgebonden waren;
- die [slachtoffer] in een afhankelijkheidsrelatie met hem, verdachte, heeft gebracht en met het psychisch overwicht, dat hij, verdachte, op die [slachtoffer] had verworven, die [slachtoffer] aan zijn, verdachtes, wil heeft onderworpen en de wil van die [slachtoffer] heeft gemanipuleerd;
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
hij meermalen, in de periode van 1 maart 2007 tot en met 19 juli 2007 te Kelpen, tezamen en in vereniging met [medeverdachte], met [slachtoffer], geboren op [2000], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handelingen onder meer uit:
- het likken over de vagina van genoemde [slachtoffer] en
- het met een vibrator wrijven over de vagina van genoemde [slachtoffer] en
- het wrijven met (een) vinger(s) over de vagina van genoemde [slachtoffer] en
- het doen vastpakken van de penis van verdachte door genoemde [slachtoffer] en
- het doen maken van aftrekkende bewegingen met de penis van verdachte door genoemde [slachtoffer] en
- het houden van de penis van verdachte tegen de vagina van genoemde [slachtoffer] en
- het wrijven met de penis van verdachte over de vagina van genoemde [slachtoffer];
3.
hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 juli 2007 in Nederland, een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, te weten een externe harddisk met onder meer de navolgende afbeeldingen en films:
- foto [nummer].jpg
waarbij twee naakte jongens, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, elkaars erecte penis in de mond hebben,
- foto [nummer].jpg
waarbij een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, voorovergebogen zit en de stijve penis van een hond in haar mond heeft,
- foto img[nummer].jpg
waarbij een naakte man op zijn rug op de grond ligt terwijl naast hem een naakte baby, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, knielt, de man zijn erecte penis in of tegen de mond van de baby duwt en de man kennelijk een zaadlozing heeft gehad,
- foto dcp[nummer].jpg
waarbij een geklede baby/peuter, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, op de grond ligt terwijl een man over die baby/peuter heen zit en de eikel van zijn erecte penis tegen de mond van die baby/peuter duwt,
- foto mar [nummer].jpg
waarbij een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, in een badkuip zit terwijl een naakte man over het lichaam van het meisje plast,
- foto lsd-[nummer].jpg
waarbij een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, op haar zij en met gespreide benen op de grond ligt waarbij haar vagina en borstjes duidelijk zichtbaar zijn,
- foto [naam].JPG
waarbij een naakte vrouw op haar rug op een bed ligt met aan weerszijde een naakt jongetje, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, die beiden likken/zuigen aan een tepel van de vrouw,
- film [bestandsnaam]
waarop het naakte onderlichaam van een meisje, dat kennelijk de leeftijd van
18 jaar nog niet heeft bereikt, zichtbaar is, terwijl een volwassen man tussen haar benen staat/knielt die de vagina van het meisje met zijn erecte penis penetreert, welke penetratie op drie verschillende manieren plaatsvindt en waarbij de man zijn penis in de vagina van het meisje heen en weer beweegt,
- film [..], [namen]. [..].avi
waarop een naakte man met drie á vier Aziatische meisjes, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, te zien is, waarbij een naakt meisje op haar knieën voor die man zit en de stijve penis van die man in haar mond heeft en haar hoofd op en neer beweegt en waarop close-up opnames van de geslachtsdelen van twee of drie van die meisjes te zien zijn,
- film [bestandsnaam].avi
waarop een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, met haar hand haar vagina betast, masturbeert met behulp van een vibrator en waarop haar vagina geregeld close-up wordt gefilmd,
- film [bestandsnaam]
waarop een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, staat dat naakt op een bed ligt en met een vinger over haar clitoris en schaamlippen wrijft, waarbij een man een substantie op de vagina van dat meisje strijkt, met een vinger over haar clitoris wrijft en een vinger in haar vagina steekt, waarbij de vagina van dat meisje close-up wordt gefilmd, het meisje een vinger in haar vagina steekt en deze vinger heen en weer beweegt,
- film [naam] webcam en [..].mpg
waarop een naakt meisje, dat kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, staat waarvan de vagina close-up wordt gefilmd, die vingers in haar vagina steekt, waarbij een man een vinger in de vagina van het meisje steekt, dat de erecte penis van een man in haar mond heeft en dat gefilmd wordt terwijl zij zit te plassen,
hij in de periode van 1 maart 2007 tot en met 19 juli 2007 te Kelpen, meermalen een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken, te weten een externe harddisk en een harddisk van een videocamera met de navolgende films:
film Folder [nummer].MOD + [...]Part2.MOD
waarop [slachtoffer], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te zien is die naakt op haar rug op een bank ligt, waarbij [medeverdachte] een buttplug in de anus van [slachtoffer] duwt en de buttplug op en neer in de anus van [slachtoffer] beweegt, waarbij genoemde [medeverdachte] met een hand een dildo tussen de schaamlippen van [slachtoffer] beweegt en met haar andere hand over/in haar eigen vagina beweegt, waarbij verdachte zijn stijve penis ter hoogte van het gezicht van [slachtoffer] houdt, genoemde [medeverdachte] de penis van verdachte aftrekt, de penis op het gezicht van [slachtoffer] richt, het sperma op het gezicht/de rechter schouder van [slachtoffer] terecht komt en genoemde [medeverdachte] op verzoek van verdachte een gedeelte van het sperma van de wang van [slachtoffer] likt,
film Folder [...].MOD
waarop [slachtoffer], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te zien is die met haar vagina boven het hoofd van [medeverdachte] zit, genoemde [medeverdachte] de vagina van [slachtoffer] likt en verdachte met zijn penis de vagina van genoemde [medeverdachte] penetreert, waarbij genoemde [medeverdachte] de penis van verdachte aftrekt en ondertussen met haar tong aan de vagina van [slachtoffer] likt, waarbij genoemde [medeverdachte] de penis van verdachte tegen de vagina van [slachtoffer] duwt, verdachte klaar komt, het sperma tegen de vagina van [slachtoffer] en/of in de mond van genoemde [medeverdachte] terecht komt en genoemde [medeverdachte] het sperma van de vagina van [slachtoffer] likt,
film Folder 4_[...].MOD
waarop [slachtoffer], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te zien is die op haar rug en op de buik van [medeverdachte] ligt terwijl verdachte met zijn penis de vagina van genoemde [medeverdachte] penetreert, waarna genoemde [medeverdachte] met een hand de penis van verdachte aftrekt, met haar andere hand de schaamlippen van [slachtoffer] uit elkaar houdt, vervolgens de penis van verdachte tegen de geopende vagina van [slachtoffer] houdt waarna het sperma uit de penis van verdachte tegen en/of in de geopende vagina van [slachtoffer] komt terwijl de vagina van [slachtoffer] nadrukkelijk in beeld verschijnt,
- f[nummer].mov/filmpje 4
waarop [slachtoffer], die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te zien is die op haar rug ligt terwijl [medeverdachte] naast haar ligt en verdachte boven [slachtoffer] staat, genoemde [medeverdachte] de penis van verdachte aftrekt en verdachte ejaculeert over het gezicht van [slachtoffer],
in bezit heeft gehad en, tezamen en in vereniging met [medeverdachte], voornoemde films heeft vervaardigd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
Het hof overweegt ten aanzien van de pleegperiode van de ten laste gelegde feiten die betrekking hebben op [slachtoffer], dat aan het dossier geen wettig en overtuigend bewijs er voor is te ontlenen dat die feiten vóór 1 maart 2007 hebben plaatsgevonden, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van verkrachting, meermalen gepleegd.
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Medeplegen van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf in het bijzonder gelet op de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd en op de navolgende omstandigheden ten aanzien van de [slachtoffer] betreffende bewezen verklaarde feiten:
- de zeer jonge leeftijd van het slachtoffer (aanvankelijk zes en later zeven jaren oud);
- verdachte heeft, tezamen met zijn toenmalige partner, [medeverdachte], gedurende een periode van om en nabij vier maanden met grote regelmaat (telkens wanneer [medeverdachte] met haar dochter, [slachtoffer], verdachte bezocht hetgeen, met uitzondering van één of twee weken in die periode van vier maanden, één tot tweemaal per week gebeurde) vergaande seksuele handelingen met [slachtoffer] verricht, waaronder verkrachting;
- verdachte en [medeverdachte] hebben [slachtoffer] vastgebonden, er werden hulpmiddelen gebruikt en [slachtoffer] werd ook betrokken bij vernederende sadomasochistische spelletjes, terwijl op vele momenten overduidelijk was dat [slachtoffer] pijn had en/of dat zij niet wilde dat verdachte en [medeverdachte] dergelijke handelingen bij haar verrichtten. Verdachte heeft zich daardoor evenwel niet laten tegenhouden;
- van het seksueel misbruik werden films en foto’s gemaakt en er werd bewust van tevoren bedacht welke seksuele handelingen zouden gaan plaatsvinden;
- verdachte heeft, zonder enige compassie, de bewezen verklaarde feiten gepleegd ter bevrediging van zijn eigen seksuele lusten en daarbij ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen dat [slachtoffer] in hem, als partner van haar moeder, stelde;
- verdachte heeft op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] geschonden waardoor zij - naar valt aan te nemen- (psychisch) ernstig beschadigd is.
Voorts heeft verdachte naast voornoemde foto’s en films van [slachtoffer] nog andere kinderporno in zijn bezit gehad, waaronder zich weerzinwekkende afbeeldingen bevonden. Door het maken van dit beeldmateriaal wordt een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van kinderen. Ook op latere leeftijd kunnen deze kinderen (en hun naaste omgeving) hiervan enorme hinder en last ondervinden. Verdachte heeft door het dowloaden van deze kinderporno bijgedragen aan de instandhouding en het voortgaan van deze schadelijke praktijk.
Het hof heeft tevens rekening gehouden met de omstandigheid:
- dat verdachte niet eerder ter zake soortgelijke delicten is veroordeeld;
- dat verdachte thans kennelijk de onjuistheid van zijn handelen inziet;
- dat de feiten verdachte slechts in verminderde mate kunnen worden toegerekend, zoals daarvan blijkt uit de hierna weergegeven inhoud van de rapporten van Mol en Zwegers omtrent de persoon van verdachte.
Op grond van het bovenstaande is het hof van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de duur van 7 jaren met zich brengt. Het hof ziet in de overige omstandigheden als door de raadsvrouwe aangevoerd geen reden om de straf te matigen.
Gelet op de duur van de op te leggen gevangenisstraf komt het hof er niet aan toe om een gedeelte daarvan voorwaardelijk op te leggen, zoals door de raadsvrouwe is bepleit.
De maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
Bij het opleggen van na te melden maatregel heeft het hof de inhoud van de volgende rapportages in ogenschouw genomen:
A.
Het psychiatrisch rapport van E.M.M. Mol, psychiater en vast gerechtelijk deskundige d.d. 10 augustus 2010, welk rapport -onder meer- inhoudt als conclusie en advies van de rapporteur:
Uit dit onderzoek komt, net als bij eerdere gedragsdeskundige onderzoeken, naar voren dat er bij onderzochte sprake is van zeer ernstige seksuele problematiek (parafilieën), waarbij hij voldoet aan de criteria van pedofilie en vermoedelijk seksueel sadisme, terwijl hij tevens kenmerken vertoont van voyeurisme en fetisjisme. Ook zijn er aanwijzingen voor alcoholmisbruik in de periode van het tenlastegelegde.
Onderzochte vertoont narcistische en theatrale persoonlijkheidskenmerken; men kan spreken van een (lichte) ontwikkelingsstoornis qua persoonlijkheid, maar hij voldoet formeel niet aan de (DSM-)criteria van een persoonlijkheidsstoornis, omdat zijn levensloop (opleiding, werk, huwelijk) tot één jaar voor aanhouding weinig bijzonderheden laat zien.
Bovenbeschreven psychopathologie (de parafilieën, het vermoede alcoholmisbruik en de narcistische en theatrale persoonlijkheidskenmerken) bestond ten tijde van de aan onderzochte ten laste gelegde feiten.
Het delictgedrag komt voort uit zijn seksuele stoornissen, die binnen de veilige beslotenheid van zijn huwelijk jarenlang slechts in zeer beperkte mate tot expressie lijken te zijn gekomen doordat zijn echtgenote niet meeging in zijn seksuele wensen. Het starten van een relatie met een vrouw die in verregaande mate tegemoet kwam aan zijn seksuele fantasieën heeft de onder de oppervlakte aanwezige seksuele stoornissen tot wasdom doen komen. De beschreven persoonlijkheidskenmerken (onder meer zijn egocentralisme, zijn verlangen naar bewondering, het misbruik maken van anderen om zijn eigen doeleinden te bereiken, zijn gebrek aan empathische gaven en zijn beperkte mogelijkheden om intimiteit van relaties op waarde te schatten) hebben naast de bij zijn seksuele stoornis passende cognitieve vervormingen ('[slachtoffer] wilde het zelf', etc.) een belangrijke onderhoudende rol gespeeld bij het voortduren van het delictgedrag. Het alcoholmisbruik lijkt daarnaast een ontremmende rol te hebben gespeeld. Onderzochte geeft er blijk van dat hij zich ten tijde van zijn delictgedrag steeds bewust was van het ongeoorloofde daarvan, maar dat hij toch zijn delictgedrag voortzette, gedreven door zijn seksueel deviante driften. Geadviseerd wordt om onderzochte ten aanzien van het tenlastegelegde, indien bewezen, verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Op grond van het klinisch onderzoek, waarbij meegewogen is de gang van zaken tijdens de pré-therapie in detentie, wordt de kans op herhaling als hoog geschat; immers blijkt dat onderzochte maar beperkte verantwoordelijkheid voor zijn delicten neemt, zijn seksuele stoornissen bagatelliseert en/of ontkent, slechts zeer beperkt geprofiteerd heeft van de geboden behandeling in detentie en geen intrinsieke motivatie heeft voor diepgaande behandeling gericht op zijn seksuele stoornissen en persoonlijkheidsproblematiek.
Bij gebruik van gestructureerde risicotaxatie-instrumenten (in het bijzonder de op seksuele stoornissen gerichte SVR-20) wordt de kans op vergelijkbare seksuele delicten als matig tot hoog geschat.
Om het recidiverisico te verminderen wordt intensieve behandeling noodzakelijk geacht. Ingeschat wordt dat behandeling bij onderzochte succesvol kan zijn, doch dan zal een dergelijke behandeling zich over meerdere jaren moeten uitstrekken en intramuraal moeten starten. Een dergelijke behandeling zal dienen te bestaan uit diverse onderdelen (in individueel en groepsverband/gericht op de parafilieën, persoonlijkheidsproblematiek, relatievorming en alcoholmisbruik), waarbij in het bijzonder nog lange tijd aandacht zal moeten bestaan voor de cognitieve vervormingen van onderzochte (mede omdat hij zich onvoldoende bewust is van de verdere noodzaak van behandeling en bovendien een intrinsieke motivatie daartoe mist). De kans op schijnaanpassing, waarvan nu feitelijk sprake lijkt te zijn, is hoog.
Zoals ook al geconstateerd is tijdens een tweetal intakegesprekken op forensisch psychiatrische poliklinieken, is start van een dergelijke behandeling ambulant/poliklinisch ontoereikend om het recidivegevaar voldoende te beteugelen. Behandeling zal moeten starten in de beveiligde omgeving van een forensisch psychiatrisch centrum, waarbij verondersteld kan worden dat het klinisch traject enkele jaren tijd zal vergen, gevolgd door een eveneens nog jarenlange ambulante behandeling, naast langdurig noodzakelijk geacht toezicht.
Bovenbeschreven behandeling kan - gezien de aard en ernst van het tenlastegelegde, de aard en ernst van de psychopathologie (en de onderlinge relatie tussen tenlastegelegde en psychopathologie), de geschatte mate van het recidiverisico en de benodigde intensiteit en duur van behandeling (en toezicht) - slechts plaatsvinden binnen een dwingend strafrechtelijk kader:
geadviseerd wordt om, indien de ten laste gelegde seksuele delicten (feit 1 en/of 2) bewezen worden geacht, onderzochte ter beschikking te stellen en hem van overheidswege te verplegen.
Van een behandeling binnen een ambulant behandeltraject in aansluiting op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt weinig tot geen effect op het recidiverisico verwacht.
B.
Het psychologisch rapport van drs. A.F.J.M. Zwegers, GZ-psycholoog en vast gerechtelijk deskundige d.d. 21 september 2010, welk rapport -onder meer- inhoudt als conclusie en advies van rapporteur- zakelijk weergegeven:
Betrokkene is lijdende aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Er is sprake van een seksuele stoornis die voldoet aan de diagnostische criteria van pedofilie van het niet exclusieve type, waarbij tevens kenmerken aanwezig zijn van andere parafilieën zoals voyeurisme, fetisjisme en seksueel sadisme, zonder dat er volledig aan de diagnostische criteria van die parafilieën wordt voldaan.
Verder zijn er aanwijzingen voor alcoholmisbruik, thans door de detentie in re-missie.
Voornoemde stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde.
Als het ten laste gelegde wordt bewezen is het aannemelijk dat betrokkene's gedrag door zijn stoornis werd beïnvloed, zodanig dat het ten laste gelegde daaruit (gedeeltelijk) verklaard zou kunnen worden.
Vanuit zijn seksuele stoornis wordt betrokkene bewogen tot seksueel grens-overschrijdend gedrag. Het is aan te nemen dat betrokkene ten tijde van het ten laste gelegde werd gedreven door seksuele lust.
Overmatig gebruik van alcohol kan op bepaalde momenten de drempel naar grensoverschrijdend seksueel gedrag verlaagd hebben. Het is achteraf niet meer volledig te reconstrueren in welke mate dat het geval geweest is.
Geadviseerd wordt om betrokkene in relatie tot de ten laste gelegde feiten, voor zover die bewezen worden, te beschouwen als verminderd toerekeningsvatbaar. De eventuele invloed van overmatig alcoholgebruik werd hierbij niet meegewogen, aangezien het aannemelijk is dat betrokkene bekend is met de invloed van alcohol op zijn functioneren en er geen aanwijzingen zijn dat de wilsvrijheid bij de inname van alcohol beperkt was.
Risicoprognose
Vanuit de seksuele stoornis bestaan er impulsen die een beroep doen op betrokkene's beheersing.
Vaststaat dat betrokkene niet eerder in verband met een zedendelict veroordeeld werd. Op grond hiervan zou men kunnen aannemen dat hij er kennelijk vele jaren in geslaagd is om de seksuele impulsen vanuit zijn stoornis te beheersen.
Duidelijk is dat betrokkene het motief tot beheersing ontleende aan externe factoren, aan de structuur en begrenzing die vanuit zijn huwelijksrelatie zijn gedrag gereguleerd hebben. Dat het intrinsiek motief tot beheersing buitengewoon gebrekkig is blijkt op het moment dat de externe begrenzing en structuur wegvallen en betrokkene grenzeloos toegeeft aan het seksueel verlangen dat door zijn stoornis in beweging wordt gezet.
Er moet geconcludeerd worden dat er risico ontstaat als de structuur en de begrenzing van buitenaf wegvallen.
Gebleken is dat betrokkene de neiging heeft om met cognitieve vervorming zijn grensoverschrijdende gedrag te rechtvaardigen. Het spreekt voor zich dat het gebrek aan zelfkritiek dat uit die cognitieve vervorming voortkomt, de drempel naar grensoverschrijdend gedrag verlaagt.
Zorgprognose en beïnvloedingsmogelijkheden
Mede door een vermijdende en sociaal wenselijke instelling, krijgt men weinig zicht op betrokkene's gevoelsleven. De spijt die hij betuigt komt weinig authentiek en doorleefd over. Betrokkene ontkent voor een belangrijk deel zijn eigen rol bij het ten laste gelegde. Hoewel hij beweert dat hij de verantwoordelijkheid voor zijn handelen neemt, blijkt juist dat hij sterk neigt tot bagatelliseren en externaliseren.
Betrokkene's verklaring dat hij behandeld wil worden, kan men niet los zien van het bovenstaande. Bij een behandeling is de kans op schijnaanpassing aanzienlijk. Het is denkbaar dat betrokkene zich zal inspannen om te voldoen aan wat de behandelaars van hem vragen, zonder dat dit tot echte verandering leidt. Het is immers mogelijk om voor langere tijd de werkelijke verlangens en de diepere drijfveren aan het oog te onttrekken.
De behandeling die aangewezen is, zal binnen een kliniek moeten plaatsvinden. Door betrokkene's weerstand tegen behandeling, althans door zijn gebrek aan authentieke intrinsieke motivatie, zal het behandelingstraject naar verwachting veel tijd vragen.
Interventieadvies en -condities
Naar verwachting zal de behandelingsinspanning aanvankelijk niet gericht kunnen worden op verandering. De aandacht zal geruime tijd uit moeten gaan naar betrokkene's bereidheid om open te zijn over zijn drijfveren en verlangens. Pas als men daar voldoende zicht op heeft, kan men een begin maken met het versterken van authentieke behandelingsmotivatie. Als dat proces voltooid is ontstaan er pas mogelijkheden om de behandelingsinspanning te richten op verandering en het terugbrengen van risico. Het is te voorzien dat het behandelingstraject meerdere jaren in beslag zal nemen.
Vanuit bovenstaande overwegingen ziet ondergetekende geen andere mogelijkheid dan te adviseren om de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging op te leggen.
Ter terechtzitting in hoger beroep hebben zowel Mol als Zwegers hun advies en conclusie toegelicht. Voorts hebben zij gereageerd op de conclusie en het advies van Prof. dr. Derksen omtrent de persoon van de verdachte, zoals neergelegd in een schrijven zijnerzijds van 24 februari 2011, waarover hierna meer en op de verklaring van Versteijnen, werkzaam in het PPC alwaar verdachte thans verblijft. Mol en Zwegers zijn bij hun advies en conclusie gebleven. Derksen heeft alstoen eveneens zijn conclusie en advies toegelicht en heeft gereageerd op de conclusies en de adviezen van Mol en Zwegers.
Het hof neemt de conclusies en de adviezen van de deskundigen Mol en Zwegers over en legt deze ten grondslag aan zijn beslissing.
Het hof heeft daarbij mede gelet op de eerder omtrent de persoon van verdachte uitgebrachte rapporten, met name de rapporten van prof. dr. C.E.P. Dillen, forensisch psychiater d.d. 23 oktober 2007 en 24 oktober 2008, drs. S. Labrijn, psycholoog, d.d. 17 oktober 2007 en 28 oktober 2008, en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, Locatie Pieter Baan Centrum (J.H. van Renesse, psychiater, en H.A. Van Kempen, psycholoog) d.d. 26 september 2008. In die rapporten wordt eveneens geconcludeerd tot het bestaan van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens van verdachte, wordt hij niet geheel toerekeningsvatbaar geacht en wordt de kans op recidive ingeschat op zeer groot (Dillen), verhoogd tot hoog (Labrijn) en hoog indien er sprake is van gelijke omstandigheden (Van Renesse en Van Kempen). Zowel Labrijn als Dillen als Van Renesse als Van Kempen stellen dat een intensieve behandeling van verdachte nodig is.
Het hof acht zich door Mol en Zwegers voldoende voorgelicht en ziet geen noodzaak tot nadere rapportage.
Op grond van het bovenstaande is het hof van oordeel dat de verdachte ter beschikking dient te worden gesteld, nu tijdens het begaan van de feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, de door verdachte onder 1 primair en 2 primair bewezen verklaarde feiten misdrijven zijn waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van meer dan vier jaren is gesteld en de algemene veiligheid van personen oplegging van de maatregel van ter beschikking stelling van de verdachte eist.
Het hof neemt daarbij in aanmerking de inhoud van de hiervoor genoemde rapportages van Mol en Zwegers alsmede de inhoud van de overige adviezen en rapporten die over de persoonlijkheid van de verdachte zijn uitgebracht, alsmede de bijzondere ernst van het bewezen verklaarde.
Nu de algemene veiligheid van personen zulks eist zal het hof bevelen dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd. Mede gelet op hetgeen hiervoor is overwogen omtrent de ernst van de feiten ziet het hof geen reden om te bepalen dat de ter beschikking stelling met verpleging met onmiddellijke ingang zal aanvangen, zoals door de verdediging verzocht.
Hetgeen ter terechtzitting van het hof door deskundige Versteijnen is verklaard omtrent de behandeling die verdachte thans ondergaat en zijn houding ten opzichte van de bewezenverklaarde feiten en die behandeling, leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij merkt het hof op dat ook zij een behandeling van verdachte nodig acht en zij denkt daarbij niet aan een behandeltraject van 8 jaar, maar in geval van verdachte van een traject van onder de 4 jaar.
Uit vorenstaande blijkt dat het hof niet volgt de conclusie en het advies van prof. Dr. Derksen, die op verzoek van de verdediging op 24 februari 2011 een “second opinion” omtrent de persoon van de verdachte heeft uitgebracht en die second opinion nader heeft toegelicht ter terechtzitting van het hof d.d. 23 maart 2011. Hij stelt -kort en zakelijk weergegeven - dat het zijn diagnostische hypothese is dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar is en dat het gedrag van verdachte niet als een persoonlijkheidsstoornis of andere in het DSM te classificeren stoornis kan worden geduid. Derksen komt niet tot een seksuele stoornis die zich in meerdere vormen manifesteert. Hij acht het recidiverisico niet erg groot en ziet geen reden voor de maatregel van ter beschikking stelling. Wel vindt hij het van belang dat verdachte (ambulante) psychologische behandeling en begeleiding aansluitend op zijn detentie krijgt.
Die conclusie en dat advies wordt door het hof niet gevolgd omdat die conclusie en dat advies zich niet verhoudt met de inhoud van de rapporten van alle hiervoor genoemde deskundigen en het hof voorts is gebleken dat Derksen -anders dan Mol en Zwegers (en ook de overige genoemde deskundigen)- niet zélf diagnostisch onderzoek naar de persoon van de verdachte heeft gedaan, maar slechts heeft kennisgenomen van de over verdachte uitgebrachte gedragskundige rapporten en -in zijn eigen beleving- drie kwartier tot een uur met de verdachte heeft gesproken. Voorts geeft Derksen -naar het oordeel van het hof- geen afdoende inzicht in de totstandkoming van zijn advies en conclusie in relatie tot de omstandigheid dat verdachte zelf vindt dat hij een probleem en een stoornis heeft evenals pedofiele neigingen, verdachte gericht kinderporno heeft gedownload van internet, veel seksueel getinte foto’s heeft gemaakt van een kind en deze bewaarde om ze later terug te kijken en ook filmpjes van het kind heeft gemaakt, waar de moeder niet bij was en daarvan opgewonden raakte.
Het hof merkt tot slot nog op dat, gelet op de duur van de op te leggen gevangenisstraf, een voorwaardelijke terbeschikkingstelling van de verdachte niet aan de orde komt.
A1.
Door de verdediging is gesteld dat de rapporten van de deskundigen Mol en Zwegers onbruikbaar zijn, omdat er geen sprake is van een objectief, zorgvuldig onderzoek en deze deskundigen alleen hebben gezocht naar bevestiging van de door hen vooringenomen standpunten ten aanzien van de persoon van verdachte en de noodzakelijke behandeling.
Daartoe is aangevoerd dat de deskundige Derksen, die op verzoek van de verdediging een second opinion heeft uitgebracht, tot deze conclusie is gekomen en heeft geconstateerd dat er (feitelijke) onjuistheden in de rapporten stonden als ook dat de rapporten onvolledig waren.
A2.
Met betrekking tot het onderzoek door de deskundige Zwegers is voorts bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop deze deskundige zijn onderzoek heeft verricht, met name nu uit het conceptrapport van Mol d.d. 21 juli 2010 blijkt dat Zwegers reeds op die datum zijn voorlopige conclusie gereed had, terwijl zijn onderzoek op dat moment nog in volle gang was.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
B1.
Het hof stelt voorop dat ter terechtzitting van dit hof op 23 maart 2011, op welke terechtzitting de deskundigen Mol, Zwegers en Derksen zijn gehoord, de betwiste rapporten van Mol en Zwegers voorhanden waren en dat de deskundigheid van Mol en Zwegers door de verdediging als zodanig niet is betwist en voorts dat hun adviezen en conclusies op een groot aantal punten bevestiging vinden in de rapporten van de andere deskundigen als hiervoor weergegeven.
B2.
Derksen geeft in zijn “second opinion” aan dat er sprake zou zijn van vooringenomenheid bij Mol en Zwegers en dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan confirmation bias. Volgens Derksen hebben zij de informatie met betrekking tot het delict tot zich genomen, zijn zij op basis hiervan vooringenomen en laten zij zich niet meer corrigeren door de feitelijke informatie die in de levensloop van betrokkene kan worden gevonden.
B3.
Het hof volgt Derksen in zijn hiervoor onder B2. weergegeven visie niet. Het enkele feit dat Mol en Zwegers een andere visie hebben dan Derksen ten aanzien van de persoon van verdachte en het delict rechtvaardigt, naar het oordeel van het hof, nog niet de conclusie dat Mol en Zwegers vooringenomen zijn geweest.
Mol en Zwegers zijn voorts, ook door de verdediging, ter terechtzitting gehoord over hun bevindingen en conclusies, de wijze van totstandkoming van de rapportage, alsook over de bestaande verschillen met conclusies van andere rapporteurs en ook met de conclusie en het advies van Derksen en hetgeen Versteijnen omtrent de persoon van verdachte heeft verklaard. Daarbij zijn zij gemotiveerd gebleven bij hun adviezen en conclusies. Op grond van het onderzoek ter terechtzitting is op geen enkele wijze aannemelijk geworden dat er sprake is (geweest) van enige vooringenomenheid of onzorgvuldigheid of dat zij de gezonde kanten van verdachte tijdens de diagnostiek uit het oog zijn verloren. Evenmin is gebleken van (feitelijke) onjuistheden of onvolledigheden in de rapporten op de wijze als door de raadsvrouwe bedoeld noch van verkeerde informatie waarmee Mol, zoals door de verdediging wordt gesteld, het hof om de tuin heeft willen leiden. Hetgeen door de raadsvrouwe voorts nog wordt aangevoerd over (de inhoud van) de rapporten maakt dat niet anders.
B4.
Met betrekking tot de totstandkoming van het rapport van Zwegers merkt het hof op dat in het conceptrapport van de deskundige Mol d.d. 21 juli 2010 is vermeld dat er consensus is tussen hem en Zwegers over het advies, terwijl op dat moment het tweede gesprek van Zwegers met verdachte nog moest plaatsvinden. Zwegers heeft ter terechtzitting van
21 oktober 2010 hierover verklaard dat de bespreking van 21 juli 2010 geen eindbespreking was en dat het voor hem een voorlopig oordeel betrof. Als hij tijdens zijn verdere onderzoek iets was tegengekomen wat reden zou zijn geweest om zijn visie te wijzigen, zou hij dit met zijn mederapporteur hebben teruggekoppeld. In dit geval heeft hij, nadat hij met Mol zijn voorlopige conclusie heeft besproken, geen reden gehad om zijn conclusie bij te stellen.
Tevens heeft hij verklaard dat hij ook gezocht heeft naar argumenten om geen dwangverpleging op te leggen.
Ter terechtzitting van 23 maart 2011 heeft Mol verklaard dat de opmerking in zijn rapport (dat de bespreking op 21 juli 2010 plaatsvond na afronding van de conceptrapportages) een standaard zin is en dat hij niet weet of Zwegers al een conceptrapport had. Voorts heeft hij verklaard dat hij niet heeft gemerkt dat Zwegers zijn oordeel al klaar had over verdachte op het moment dat het gesprek op 21 juli 2010 plaatsvond.
Gelet hierop kan naar het oordeel van het hof niet worden gesteld dat Zwegers niet objectief was of onzorgvuldig heeft gehandeld bij de totstandkoming van zijn rapport. De omstandigheid dat Mol en Zwegers eenzelfde kantooradres hebben (bij het NIFP te Maastricht) maakt dat niet anders, temeer niet nu uit de wet volgt dat een advies omtrent de persoon van verdachte door de gedragsdeskundigen gezamenlijk dan wel door ieder van hen afzonderlijk dient te worden uitgebracht.
Het verweer wordt in volle omvang verworpen.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van EUR 150.000,00. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij [slachtoffer] als gevolg van verdachtes onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot in ieder geval na te melden bedrag van EUR 10.000,00. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, met een beslissing omtrent de kosten als hierna zal worden vermeld.
Het hof acht het genoemde bedrag billijk gelet op wat de algemene ervaring leert omtrent de gevolgen van seksueel misbruik en op de inhoud van de schriftelijke toelichting bij het voegingsformulier en de schriftelijke slachtofferverklaring omtrent de psychische gevolgen die de gebeurtenissen voor het kind hebben gehad.
Het hof is van oordeel dat het resterende deel van de vordering niet van zo eenvoudige aard is dat dit zich leent voor behandeling in onderhavige strafzaak. Dat zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan daarom in dat deel van haar vordering niet worden ontvangen en kan haar vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Het hof ziet aanleiding ter zake de maatregel van artikel 36f Wetboek van Strafrecht op te leggen als na te melden, nu verdachte en zijn mededader naar burgerlijk recht aansprakelijk zijn voor de schade die door de strafbare feiten is toegebracht.
De na te noemen in beslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden verbeurd verklaard, nu het voorwerpen betreft met behulp waarvan de bewezen verklaarde feiten zijn begaan. De fototoestellen en de camera behoren aan verdachte toe, terwijl degene aan wie de overige goederen toebehoren bekend was met het gebruik in verband met het strafbare feit. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting gebleken.
De na te noemen in beslag genomen en nog niet terug gegeven voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerd bezit van deze voorwerpen in strijd is met de wet; deze voorwerpen bevatten kinderporno.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 24, 24c, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 37a, 37b, 47, 57, 240b, 242 en 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair, 2 primair en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren.
Bepaalt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, en/of artikel 27a Sr bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde [slachtoffer] ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van EUR 10.000,00 (tienduizend euro) aan immateriële schade en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om, ten behoeve van [slachtoffer], aan de Staat een bedrag te betalen van EUR 10.000,00 (tienduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 85 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte en/of de mededader heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of de mededader heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen
Verklaart verbeurd:
- 1 videocamera, JVC Everio, serienummer [serienummer], gemerkt 12-WK-10;
- 1 fototoestel, Olympus U810, serienummer [serienummer], gemerkt 12-WK-11;
- 1 fototoestel, Sony Cybershot, serienummer [serienummer], gemerkt 12-WK-06;
- 1 stuk kleding, kleure rose, gemerkt 12-SK-01, hemdje, 2 vibrators en tennisset;
- 1 stuk speelgoed, gemerkt 12-SK-02;
- 1 stuk speelgoed, gemerkt 12-SK-03;
Verklaart onttrokken aan het verkeer
- 1 harddisk, Freecom, serienummer [serienummer], gemerkt 12-WK-04 07;
- 1 harddisk, Samsung HD401LJ, serienummer [serienummer], gemerkt 12-WK 05 01;
- 1 geheugenkaart, Electra Olympus, serienummer [serienummer], gemerkt 12-
WK-11-01;
- 1 harddisk, Western Digital WD200, serienummer [serienummer], gemerkt 12 L-01-
01;
- 1 harddisk, Western Digital, serienummer [serienummer], gemerkt 12-L-01-02;
- 1 cd-rom, gemerkt 12-K-02;
- 1 geheugenkaart, Elektra Sony, gemerkt 12-WK-06-01.
Aldus gewezen door
mr. A.J.M. van Gink, voorzitter,
mr. M. van Zinnen en mr. J.J.H. van Laethem, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mw. C.M. Sweep, griffier,
en op 1 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Van Laethem en mw. C.M. Sweep zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.