ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ5019
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- B.A. Meulenbroek
- I.B.N. Keizer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over schadevergoeding na echtscheiding en hypothecaire restschuld
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tussen twee gewezen echtgenoten over de schadevergoeding die de vrouw aan de man moet betalen na hun echtscheiding. De vrouw heeft in strijd met de afspraken bij de echtscheiding niet meegewerkt aan het ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening van de echtelijke woning. Na de verkoop van de woning spreekt de bank de man aan voor de restschuld, waarop de man schadevergoeding van de vrouw vordert wegens wanprestatie. De vrouw betwist de vordering en stelt dat de schade niet meer bedraagt dan het bedrag dat de man daadwerkelijk aan de bank betaalt.
Het hof oordeelt dat de rechtsstrijd in hoger beroep beperkt is tot de door de vrouw ingediende grieven en dat niet duidelijk is of zij ook tegen andere onderdelen van het vonnis wil opkomen. Het hof stelt vast dat de schadevergoeding niet meer kan bedragen dan het bedrag dat de man daadwerkelijk aan de bank heeft betaald. Het hof komt tot de conclusie dat de vrouw de man moet vergoeden voor het bedrag dat hij tot 1 mei 2011 aan de bank heeft betaald, en dat de vrouw ook de bedragen die de man na deze datum betaalt moet vergoeden. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.
Het arrest is gewezen door de zevende kamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch en is openbaar uitgesproken op 17 mei 2011.