7.1.1. In overweging 2.1-2.4. heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. De door de rechtbank vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. In hoger beroep gaat het om het volgende.
[X.] heeft naar aanleiding van een internetadvertentie over een Ford Mondeo, vraagprijs € 7.950,-- bouwjaar (05) 2002, drie maanden garantie, op 24 december 2006 de autoshowroom van Dealerplan Nederland in [vestigingsplaats 1.] bezocht. [X.] heeft toen een proefrit gemaakt met de Ford Mondeo (hierna: de auto). Hij heeft van de daar toen aanwezige verkoper ([A.]) de auto, met zes maanden garantie, gekocht voor de koopprijs van € 8.600,--. Hij heeft € 1.000,-- aanbetaald.
7.1.2. Op 3 februari 2007 heeft [X.] de auto opgehaald en € 7.600,-- contant betaald. Hij ontving van de aanwezige verkoper (niet zijnde [A.]) een factuur met als datum 12 januari 2007. De koopprijs stond daarop vermeld als € 8.300,--. De contante betaling door [X.] is op deze factuur aangetekend met de woorden “voldaan per kas” (prod. 3 akte overlegging prods. d.d. 27 augustus 2008).
7.1.3. Op 19 februari 2007 heeft [X.] de auto voor een bedrag van € 242,-- laten repareren bij een andere garage (prod. 4 akte prods.).
7.1.4. In april 2007 heeft [X.] de kilometerstand van de auto laten controleren aan de hand van de Nationale Auto Pas. Toen bleek dat de tellerstand in 2004/2005 was teruggedraaid met 89.582 kilometer (van 155789 kilometer naar 66207 kilometer) (prod. 5 akte prods.).
7.1.5. [X.] heeft op 31 juli 2007 Dealerplan Nederland als verkoper aangeschreven. Blijkens de inschrijving bij de kamer van koophandel (prod. 10 akte prods) was Dealerplan Nederland sinds 2 december 2003 de handelsnaam van Eurodelta Europe Ltd gevestigd te [vestigingsplaats 2.], Verenigd Koninkrijk. Director van Eurodelta Europe Ltd was [B.] (thans geïntimeerde sub 2).
7.1.6. Op 8 oktober 2007 antwoordde Eurodelta Europe Ltd dat zij sinds 1 februari 2007 “officieel” (ingeschreven per 16 januari 2007) deze handelsnaam (doch niet de verplichtingen) had overgenomen van Bentolux Ltd. (hierna: Bentolux). Een “overname overeenkomst” tussen Eurodelta Europe Ltd. en Bentolux is overgelegd als prod. 3 bij prod. 21.
Blijkens een inschrijving bij de kamer van koophandel (prod. 17 akte prods) was Bentolux Holding Ltd sinds 17 april 2002 enig aandeelhouder van Bentolux. Gevolmachtigd directeur van Bentolux Holding Ltd was [C.] (geïntimeerde sub 3).
[X.] heeft onder meer op 16 oktober 2007 Bentolux aangeschreven in verband met de aan de auto geconstateerde gebreken, doch zonder resultaat.
7.1.7. [X.] heeft in eerste aanleg Bentolux, Eurodelta Europe Ltd., [A.], [B.] en [C.] in rechte betrokken en onder meer gevorderd primair ontbinding van de koopovereenkomst wegens non-conformiteit, subsidiair vernietiging op grond van bedrog, meer subsidiair vernietiging op grond van dwaling, met veroordeling van gedaagden ieder afzonderlijk tot betaling van € 242,-- en € 8600,-- met rente en kosten. Alleen [A.] is verschenen en heeft verweer gevoerd.
De rechtbank heeft [X.] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vorderingen jegens Eurodelta Europe Ltd. omdat deze voor het uitbrengen van de dagvaarding in eerste aanleg failliet was verklaard. De koopovereenkomst met Bentolux werd ontbonden op grond van non-conformiteit. Kort gezegd werd Bentolux, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld tot betaling van € 242,--, tot restitutie van € 8.300,-- en tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 750,--, met veroordeling van Bentolux in de proceskosten. De overige vorderingen tegen Bentolux en de vorderingen tegen [A.], [B.] en [C.] werden afgewezen met veroordeling van [X.] in de proceskosten.
7.1.8. In hoger beroep is komen vast te staan dat Bentolux en Bentolux Holding Ltd. inmiddels zijn opgeheven.