ECLI:NL:GHSHE:2011:BP9097
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Everaars-Katerberg
- A. Raab
- J. van der Linden
- Rechtspraak.nl
Toetsingsnorm wijziging gezag en ontzegging omgang bij verstek in een echtscheidingszaak
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de vader tegen een beschikking van de rechtbank Maastricht. De vader, die in hoger beroep is gekomen, betwist de beslissing van de rechtbank om het gezamenlijk ouderlijk gezag over zijn zoon [X.] te beëindigen en de omgangsregeling te schorsen. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 februari 2011, waarbij de moeder en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De vader was niet verschenen, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De rechtbank had eerder bepaald dat de vader omgang met [X.] kon hebben, maar de moeder verzocht om wijziging van deze regeling en om het gezag alleen aan haar toe te kennen, omdat de vader niet in zijn verplichtingen zou voldoen.
De vader voert aan dat hij niet op de hoogte was van de zitting en dat zijn recht op hoor en wederhoor is geschonden. Hij stelt dat de rechtbank niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het omgangsrecht is ontzegd en dat er geen zwaarwegende feiten zijn die deze beslissing rechtvaardigen. Het hof stelt vast dat de rechtbank in haar beschikking de verzoeken van de moeder heeft getoetst aan het criterium van onrechtmatigheid, wat niet correct is in deze procedure. Het hof benadrukt dat de rechtbank haar beslissing moet toetsen aan de wettelijke criteria voor wijziging van het gezag en omgang, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
Het hof concludeert dat er onvoldoende informatie is om een verantwoorde beslissing te nemen en verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming om een onderzoek in te stellen naar het gezamenlijk gezag en de omgang. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot de resultaten van dit onderzoek beschikbaar zijn. De zaak is aangehouden tot pro forma 28 juli 2011, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om te reageren op het rapport van de raad.