ECLI:NL:GHSHE:2011:BP7437
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- Smeenk-Van der Weijden
- Waaijers
- Rechtspraak.nl
Einde van de rechtszaak over finale kwijting en kostenveroordeling in civiele procedure
In een tussenarrest van 27 oktober 2009 had het Gerechtshof 's-Hertogenbosch in incidenteel appel overwogen dat het beroepen vonnis deels moest worden vernietigd en de vordering van eiseres deels moest worden toegewezen. In het eindarrest van 8 februari 2011 komt het hof terug op deze beslissing, nu uit de bewijslevering in principaal appel blijkt dat partijen finale kwijting zijn overeengekomen, waardoor eiseres niets meer te vorderen heeft. Het hof oordeelt dat de vorderingen van Super Adviesbureau V.O.F. worden afgewezen en dat Super als de in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep.
Het hof heeft in zijn overwegingen de kosten van het geding in eerste aanleg en de kosten van het principaal hoger beroep begroot. De kosten voor de eerste aanleg zijn vastgesteld op € 303,- voor griffierecht en € 562,50 voor het salaris van de gemachtigde. Voor het principaal hoger beroep zijn de kosten begroot op € 422,04 voor verschotten en € 1.896,- voor het salaris van de advocaat. Het hof verklaart het arrest uitvoerbaar bij voorraad.
De uitspraak is gedaan in de zaak tussen [X.], appellant in principaal appel, en Super Adviesbureau V.O.F., geïntimeerde in principaal appel. Het hof heeft de vordering van [X.] tot terugbetaling afgewezen, omdat hij niet had gesteld dat hij ter uitvoering van het bestreden vonnis enige betaling aan Super had gedaan. Het incidenteel appel van Super wordt verworpen, omdat de grieven geen behandeling meer behoeven. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 februari 2011.