A1.
Het hof stelt op grond van het dossier alsmede het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep het volgende vast.
- In april 2008 werd op grond van een gerezen verdenking tegen [medeverdachte 1] bestaande uit het aan het hoofd staan van een criminele organisatie die zich bezig houdt met bedrijfsmatige teelt, (in)verkoop en handel in softdrugs, gestart met het onderzoek genaamd [naam]. Er werden op grond hiervan opsporingsmiddelen ingezet op (onder meer) genoemde [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3].
- Uit de opsporingsmiddelen ingezet op [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] bleek dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] regelmatig (vanuit kniplocaties) een bezoek brachten aan de [bedrijf] gelegen aan [adres] te [woonplaats]. Dit bedrijf betreft een groothandel in tuinbouwartikelen waarvan verdachte en medeverdachte [mededader] eigenaar zijn. [bedrijf] levert artikelen aan – onder meer – hennepkwekerijen zoals voedingsproducten, kabels, knipmachines en drogerijen.
- Uit de opsporingsmiddelen bleek verder dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] in het kader van hennepgerelateerde werkzaamheden contacten onderhielden met onder meer medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] en met een groep personen welke zij gebruikten voor het verwerken (knippen) van hennepplanten, waaronder medeverdachte [medeverdachte 5].
- Bij het onderzoeksteam ontstond op grond van informatie die uit tapgesprekken tussen [medeverdachte 1]/[medeverdachte 3] en verdachte en/of [mededader] naar voren kwam, alsmede uit de bezoeken van [medeverdachte 3] aan [bedrijf], het vermoeden dat het bedrijfspand van [bedrijf], door de vermeende criminele organisatie van [medeverdachte 1] gebruikt werd als opslag/drogerij van (de kort tevoren geknipte) hennep.
- Uit observaties en tapgesprekken in de periode mei - augustus 2008 blijkt dat hennep is geknipt – onder meer –:
o op 22 mei 2008, 4 juni 2008, 2, 3 en 5 juli 2008 en 7 augustus 2008 op de [locatie 1];
o op 14 en 16 juni 2008 op de [locatie 2];
o op 11 juli 2008 op de [locatie 3];
o op 28 juli 2008 op de [locatie 4];
- Uit de opgenomen telefoongesprekken blijkt dat er op en/of rond de knipdagen
22 mei, 16 juni, 2 juli, 3 juli, 5 juli, 11 juli en 28 juli telefonisch contact is tussen [medeverdachte 3] en verdachte en/of [mededader]. Daarnaast blijkt uit observaties en bakengegevens dat [medeverdachte 3] op een aantal knipdata (meerdere keren) een bezoek bracht aan [bedrijf].
- In de periode 9 -12 juli 2008 heeft [mededader] contact met [medeverdachte 1] waarbij het gaat over “spullen” die [mededader][medeverdachte 1] krijgt. [mededader] zegt vervolgens dat het ‘te grof’ is en dat het moet worden omgewisseld.
- In de nacht van 21 op 22 augustus 2008 wordt door de politie een zogenoemde inkijkoperatie in het pand [adres] te [woonplaats] uitgevoerd. Hierbij werd vastgesteld dat in de loods van [adres] een witte zeecontainer stond en dat er materialen lagen toebehorend aan een zogenoemde growshop.
- In de nacht van 26 op 27 augustus 2008 wordt er melding gedaan van een inbraakalarm bij het bedrijf [bedrijf] te [woonplaats]. Als de politie ter plaatse komt, treffen zij medeverdachte [mededader] aan. Op grond van het waarnemen van hennepgeur wordt vervolgens het pand doorzocht en wordt in een container een droogruimte aangetroffen waarop henneptoppen liggen te drogen. Verder worden diverse hoeveelheden verpakte hennep en hennepresten aangetroffen. In totaal is er een hoeveelheid van ruim 33 kilogram henneptoppen aangetroffen en in beslag genomen. [mededader] heeft verklaard dat de aangetroffen hennep van hem is.
- Verdachte is in verband met een operatie in het ziekenhuis op 22 augustus 2008 in de periode 21 augustus 2008 – 27 augustus 2008 niet op het bedrijf [bedrijf] geweest.