ECLI:NL:GHSHE:2011:BP1940

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-002537-10
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan specifieke volmacht

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond, gedateerd 12 augustus 2005. De verdachte, die in detentie verbleef, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis, maar de ontvankelijkheid van dit hoger beroep werd betwist. De raadsvrouwe van de verdachte, mw. mr. M.C.A. Geerts, had een akte hoger beroep ingediend, maar deze bleek niet te zijn vergezeld van een geldige volmacht. De akte rechtsmiddel was ingediend door een griffiemedewerker van de rechtbank Roermond, die verklaarde daartoe gemachtigd te zijn, maar de bijgevoegde volmacht voldeed niet aan de eisen van artikel 450, eerste lid, sub a, van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel vereist dat de advocaat verklaart door de cliënt bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd om het rechtsmiddel aan te wenden.

Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte in zijn hoger beroep zou worden ontvangen, terwijl de raadsvrouwe betoogde dat er mogelijk een later faxbericht was waarin zij alsnog verklaarde dat zij door de verdachte was gevolmachtigd. Het hof heeft echter vastgesteld dat er geen dergelijk bewijs in het dossier aanwezig was en dat de volmacht niet rechtsgeldig was. Hierdoor werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Het hof heeft de beslissing op 11 januari 2011 genomen, waarbij mr. Bergkotte, voorzitter, niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002537-10
Uitspraak : 11 januari 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Roermond van 12 augustus 2005 in de strafzaak met parketnummer 04-660216-04 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1972],
uit anderen hoofde verblijvende in PI Zuid West - HvB De Torentijd te Middelburg.
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte in zijn hoger beroep zal worden ontvangen.
Namens de verdachte is bepleit dat deze in zijn hoger beroep zal worden ontvangen.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Uit de zich in het dossier bevindende akte rechtsmiddel blijkt dat het hoger beroep op 1 juli 2010 is ingesteld door een griffiemedewerker van de rechtbank Roermond, die verklaarde daartoe te zijn gemachtigd blijkens de aan de akte gehechte volmacht.
Aan de akte rechtsmiddel is gehecht een brief van de raadsvrouwe van verdachte, mr. M.C.A. Geerts, advocate te Oirschot, inhoudende:
“Middels deze brief machtig ik, als advocate van cliënt, dhr. [verdachte] thans verblijvende in de PI te Middelburg, de strafgriffie van de rechtbank te Roermond om namens cliënt middels akte hoger beroep in te stellen tegen het verstek vonnis van de rechtbank Roermond d.d. 12 augustus 2005, onder kenmerk 04/660216-04.
De termijn waarbinnen hoger beroep ingesteld kan worden verstrijkt aankomende dinsdag 6 juli a.s.. Ik verzoek u dan ook het hoger beroep deze week in te stellen.
Ondergetekende zal als advocaat in hoger beroep voor cliënt optreden.
Een afschrift van de akte hoger beroep zie ik graag deze week per fax tegemoet.
Alvast bedankt voor uw medewerking.
Met vriendelijke groet,
Mw. Mr. M.C.A. Geerts.”
Ingevolge het bepaalde bij artikel 450, eerste lid, sub a, van het Wetboek van Strafvordering kan het rechtsmiddel worden aangewend door tussenkomst van een advocaat, indien deze verklaart daartoe door degene die het rechtsmiddel aanwendt, bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd.
Uit de hierboven weergegeven inhoud van de volmacht aan de strafgriffie blijkt dat deze een dergelijke verklaring niet bevat.
Reeds om die reden is het hoger beroep niet op rechtsgeldige wijze ingesteld en dient de verdachte daarin niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De raadsvrouwe heeft ter terechtzitting in hoger beroep nog aangevoerd dat er wellicht een faxbericht van latere datum bestaat waarin zij alsnog heeft verklaard dat zij door de verdachte bepaaldelijk was gevolmachtigd tot het instellen van hoger beroep. Een dergelijk bericht bevindt zich echter niet bij de stukken en bij het onderzoek ter terechtzitting van het hof van 11 januari 2011 is het bestaan ervan -daargelaten wat daar te dezen de betekenis van zou zijn- niet aannemelijk geworden.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Aldus gewezen door
mr. H.D. Bergkotte, voorzitter,
mr. E.F.G.M. Gelderman en mr. N.J.M. Ruyters,
in tegenwoordigheid van R.H. Boekelman, griffier,
en op 11 januari 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr Bergkotte is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.