Uitspraak
1.De periode waarin wederrechtelijk voordeel is genoten
- [betrokkene 1] heeft op 11 maart 2003 verklaard dat hij al zeker drie jaar werkzaam is voor de veroordeelde en betaald krijgt voor het demonteren van onderdelen van auto’s, waarvan voor hem duidelijk was dat het om gestolen auto’s ging;
- tijdens de doorzoeking van de loods van veroordeelde op 11 maart 2003 zijn vier autoportieren aangetroffen die afkomstig waren van een op 14 april 2000 gestolen personenauto van het merk Volvo;
- volgens de gegevens van de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) heeft de veroordeelde in het jaar 2000 68 auto’s gesloopt, terwijl zich in het dossier 147 weegbonnen uit dat jaar bevinden van [bedrijf 2] die betrekking hebben op afgeleverde autowrakken en – zoals hierna zal worden overwogen – kan worden aangenomen dat per weegbon één of meer autowrakken zijn aangeboden.
2.Het aantal door misdrijf verkregen auto’s
- uitgaat van een gemiddeld gewicht per auto van 1.450 kilogram, gebaseerd op brief van [deskundige], d.d. 4 januari 2004, waarin staat dat een Mercedes uit de 124 serie tussen de 1.251 en 1.650 kilogram weegt;
- het totaalgewicht van de in 2001 aangeboden autowrakken niet, zoals de rechtbank, heeft berekend als een gemiddelde van het jaartotaal, maar door de afzonderlijke weegbonnen in die periode op te tellen.
- in december 2000: 9;
- in 2001: 178;
- in 2002: 228;
- tot en met maart 2003: 65.
- in december 2000: 6 (1/12e van 68, afgerond ten gunste van de veroordeelde);
- in 2001: 50;
- in 2002: 4;
- tot en met maart 2003: 0.
3.De opbrengsten per auto
kolom 7 (airco = 200 euro), is opgenomen bij de SFO-rapportage. De prijs van de airco heeft hij, gelet op de verklaring van de deskundige dat deze slechts in 15% van de auto’s aanwezig was, met 85% verminderd. Naar het hof begrijpt gaat hij derhalve uit van een onderdelenopbrengst van 2.583 euro per auto.
kolom 6 (airco = 204,- euro), is opgenomen bij de SFO-rapportage, als uitgangspunt, maar past de opbrengst per onderdeel aan afhankelijk van de mate waarin dit volgens de deskundige verhandelbaar is: voor onderdelen die beperkt verhandelbaar zijn wordt 40% van de waarde gerekend en voor onderdelen die zeer beperkt verhandelbaar zijn wordt 5% van de waarde gerekend. De keuze van deze percentages is niet onderbouwd. De verdediging komt uit op een onderdelenopbrengst van 1088,55 per auto.
1.023.000 euro.
4.De gemaakte kosten
- ten aanzien van het vervoer van de autowrakken zal worden uitgegaan van 480 ritten (zie hiervoor onder 2);
- de kilometervergoeding – in overeenstemming met de Wet tarieven in strafzaken – zal worden bepaald op 0,28 euro.
437.330 euro.
5.Redelijke termijn
- voor een overschrijding van de redelijke termijn van 12 tot 18 maanden: een vermindering van 15 procent, met een maximum van 10.000 euro;
- voor een overschrijding van de redelijke termijn van 18 tot 24 maanden: een vermindering van 20 procent, met een maximum van 15.000 euro;
- voor een overschrijding van de redelijke termijn van 24 tot 30 maanden: een vermindering van 25 procent, met een maximum van 20.000 euro.
5.Vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
33
1.023.000 euro
6.006
437.330 euro
20.000 euro