[X.] heeft geen grieven gericht tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan, die in het navolgende worden herhaald en waar nodig aangevuld.
a. [Y.] is een machinefabriek met aan- [bedoeld is kennelijk: aanverwante, hof] en nevenbedrijven. Enig aandeelhouder van [Y.] is [Z.] Tilburg B.V. (hierna: [Z.]). Directeur van [Y.] is [A.] (prod. 1 inl. dgv.).
b. [Y.] zocht voor haar organisatie iemand voor de nieuwe functie van manager/bedrijfsleider.
c. [X.] was tot het najaar van 2006 nog werkzaam bij FC Fertigungscentrum Stahl Hattingen GmbH te Hattingen (BRD) (hierna: FC-Stahl) tegen een salaris van € 9.088,50 per maand. De arbeidsovereenkomst was met een opzegtermijn van een half jaar reeds door FC Stahl beëindigd voordat [X.] in contact kwam met [Y.] (cvr punt 3).
d. [X.] en [Y.] zijn via de heer [B.] van RENK AG in Rheine (BRD) (hierna: RENK) met elkaar in contact gekomen.
e. Op 27 november 2006 heeft in [plaatsnaam] het eerste gesprek plaatsgevonden tussen [X.] en [A.]. Het tweede gesprek vond plaats op 6 december 2006 tussen [X.], [A.] en diens broer [C.] (aandeelhouder, kennelijk van [Z.], hof).
f. [X.] heeft bij e-mail van 19 december 2006 (prod. 2 inl. dgv.) aan [Y.] een concept van een (Duitse) arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een proeftijd van 6 maanden gezonden, waarin de naam van [X.] en de ingangsdatum van 1 maart 2007 waren ingevuld. De overige bepalingen, o.a. die met betrekking tot het salaris gedurende de eerste 6 maanden en daarna, de functiebeschrijving (“Aufgabenstellung”) de vakantiedagen en de ongevalsverzekering waren niet ingevuld.
g. [Y.] ([C.]) heeft daarop gereageerd bij e-mail van 30 januari 2007 (prod. 4 inl. dgv.) met onder meer de mededeling dat een proeftijd van 6 maanden naar Nederlands recht niet mogelijk is. [Y.] heeft een (Nederlandse) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (6 maanden), model Metalektro, waarop de Metalektro CAO van toepassing is, bijgesloten met daarbij een Duitse vertaling. Als ingangsdatum is in artikel 2 vermeld 1 maart 2007 en als vast bruto maandsalaris inclusief vakantietoeslag is € 10.000,= vermeld in artikel 6. In dat artikel is verder vermeld dat bij gebleken geschiktheid na het verstrijken van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur, het salaris zal worden gesplitst in een vast basisgedeelte van € 6.000,= bruto per maand en een van geleverde prestaties en gerealiseerde doelstellingen afhankelijk variabel gedeelte van maximaal € 4.000,= bruto per maand. De in artikel 1 vermelde aangehechte functieomschrijving ontbrak.
h. Op 15 februari 2007 heeft het derde gesprek plaatsgevonden en wel tussen [X.] en [C.].
i. In zijn e-mail van 16 februari 2007 (prod. 6 inl. dgv.) aan [Y.] heeft [X.] een aantal wijzigingen en aanvullingen op de (Nederlandse) arbeidsovereenkomst opgesomd, waaronder de aanvangsdatum van 19 maart 2007. Met betrekking tot artikel 6, het salaris na 6 maanden, verzocht [X.] om een vast bruto maandsalaris van € 8.000,= op te nemen en een variabel bruto maandsalaris van maximaal € 2.000,=.
j. Bij e-mail van 26 februari 2007 (prod. 7 inl. dgv.) heeft [X.] [Y.] een door hem opgestelde taak-/functieomschrijving d.d. 21 februari 2007 gezonden.
k. [X.] heeft naar zijn zeggen nadien vele malen gebeld en gemaild, dat laatste op 19 maart, 21 maart en 28 maart 2007 (prod. 8 inl. dgv.); [Y.] heeft naar haar zeggen bedoelde telefoontjes en mailberichten niet ontvangen.
l. Bij e-mail van 16 april 2007 (prod. 1 cva) heeft [X.] het volgende aan [Y.] ([A.] en [C.]) geschreven:
“(…), ich wähle nun diesen Weg, um mit Ihnen in Kontakt zu treten, da Sie leider auf meine diversen Telefonate und e-Mails der letzten Wochen nicht reagiert haben (….). Wir haben im März Einvernehmen darüber erzielt, dass ich zum 19.3.2007 in die Dienste Ihres Unternehmens eintrete. Die Details sind ausführlich zwischen uns verhandelt und geklärt worden. Obwohl leider eine Verzögerung hinsichtlich des Arbeitsbeginns eingetreten ist, weil ich Sie um den 19.03.2007 nicht mehr erreichen konnte, möchte ich das Abwarten beenden und meine Arbeit in Ihrem Unternehmen noch diese Woche am Donnerstag, 19.04.2007, aufnehmen. Bitte teilen Sie mir mit, wann und wo ich mich einzufinden habe.(….)”.
m. Bij brief van 17 april 2007 (prod. 9 inl. dgv.) heeft [Y.] ([A.]) daarop gereageerd:
(…) [Y.] Gears BV hat mit Ihnen mehrere Gespräche geführt, bezüglich eine eventuelle Anstellung Ihres Persons in unserer Firma. Während dieser Gespräche haben wir keine Übereinstimmung erreichen können.
[Y.] Gears BV hat diesen Vorgang damit abgeschlossen und es besteht unserseits weiterhin kein Interesse an Ihre Anstellung. (…).”
n. De rechtbank heeft de vorderingen van [X.] (zie hierna) afgewezen op de grond dat ten aanzien van de aard van de te verrichten werkzaamheden, het loon en (het ontbreken van) het vertrouwen aan de zijde van [Y.] niet kan worden gezegd dat partijen reeds overeenstemming hadden bereikt over de wezenlijke aspecten van de arbeidsovereenkomst en dat de onderhandelingen ook nog niet zo ver waren gevorderd dat [X.] redelijkerwijze er op kon en mocht vertrouwen dat een overeenkomst daadwerkelijk tot stand zou komen. [Y.]s besluit om uiteindelijk niet met [X.] in zee te gaan kan naar het oordeel van de rechtbank niet als onaanvaardbaar worden aangemerkt. De rechtbank heeft verder overwogen dat de kosten die gemaakt zijn nadat een partij heeft besloten niet verder te willen onderhandelen, doch heeft nagelaten dit aan de wederpartij mede te delen, voor rekening komen van eerstgenoemde partij. Nu [X.] geen kosten heeft gemaakt na 15 februari 2007, de datum waarna [Y.] tot de conclusie is gekomen niet verder te willen onderhandelen met [X.], ontbreekt het causaal verband tussen het nalaten van [Y.] en de gestelde schade en dienen ook deze kosten voor rekening van [X.] te blijven.