ECLI:NL:GHSHE:2010:BO1456

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-002776-09
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verkrachtingen in de periode van 1 december 1991 tot en met 10 november 2008

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte werd beschuldigd van verkrachtingen en ontuchtige handelingen jegens zijn dochter in de periode van 1 december 1991 tot en met 10 november 2008. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 210 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. De verdachte had aanvankelijk bekentenissen afgelegd, maar trok deze later in, stellende dat hij onder druk was gezet door de politie. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte niet geloofwaardig geacht, gezien eerdere uitspraken van hemzelf en het rapport van een forensisch psychiater.

Het hof heeft echter vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de dwang die vereist is voor de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. De gedragingen van de verdachte, zoals bedreigingen en intimidatie, waren niet gericht op het dwingen van zijn dochter tot seksuele handelingen. Het hof concludeerde dat de verdachte niet schuldig was aan de tenlastegelegde feiten en sprak hem vrij. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, en het hof deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte vrijsprak van alle beschuldigingen.

Uitspraak

Parketnummer: 20-002776-09
Uitspraak : 5 augustus 2010
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Breda van 28 juli 2009 in de strafzaak met parketnummer 02-801326-08 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1949],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De officier van justitie heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De vordering van de advocaat-generaal houdt in dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende de verdachte zal veroordelen tot :
- een gevangenisstraf voor de tijd van 360 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 210 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde;
- een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
Van de zijde van de verdachte is vrijspraak bepleit.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat in hoger beroep de tenlastelegging - en aldus de grondslag van het onderzoek - is gewijzigd.
Tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 01 december 1991 tot en met 10 november 2008 te Gorinchem en/of Oosterhout, althans in Nederland door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [betrokkene] (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [betrokkene], hebbende verdachte
- zijn penis in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- een of meer vingers in haar vagina geduwd/gebracht en/of
- met een of meer vingers langs en/of over haar clitoris en/of venusheuvel gestreken en/of met een of meer vingers haar clitoris en/of venusheuvel aangeraakt en/of
- haar vagina gelikt en/of
- zijn, verdachtes, penis in haar mond gebracht en zich vervolgens door die [betrokkene] heeft laten pijpen en/of
- zijn penis in haar handen geduwd/gebracht en zich door die [betrokkene] laten aftrekken en/of
- zijn tong in haar mond geduwd/gebracht en/of
- haar borsten en/of vagina betast
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke en/of emotionele en/of psychische
overwicht en/of uit de feitelijke verhoudingen voortvloeiende overwicht van
zijn positie als vader van [betrokkene] en/of
- vanaf haar dertiende jaar, zijnde het moment waarop hij de voogdij over haar
kreeg, sexuele handelingen met die [betrokkene] heeft gepleegd en/of
- een intimiderende houding heeft aangenomen en/of
- die [betrokkene] heeft blootgesteld aan zijn woede aanvallen (als zij aangaf bij hem te zullen weggaan) en/of
- tegen die [betrokkene] heeft gedreigd aan haar moeder te vertellen dat zij samen een sexuele relatie hadden en/of
- die [betrokkene] heeft gedreigd zelfmoord te zullen plegen en/of haar moeder de strot dicht te knijpen als hun sexuele relatie uit zou komen
en/of (aldus) door zijn, verdachtes, psychische en/of fysieke overwichte ten opzichte van die [betrokkene] voor die [betrokkene] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Anders dan de advocaat-generaal heeft het hof uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Het overweegt als volgt.
i.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan de volgende ontuchtige handelingen jegens zijn dochter [betrokkene]:
• het meermalen betasten van haar vagina vóór haar 18e verjaardag (alzo in de periode van 1 december 1991 tot aan 4 maart 1993);
Bij de behandeling van zijn zaak in beide feitelijke instanties is de verdachte teruggekomen op zijn bekennende verklaringen, afgelegd bij gelegenheid van zijn verhoren door de politie van 12 en 15 november 2008; hij heeft dienaangaande aangevoerd dat hij zich door de politie onder druk gezet voelde en dat hij in werkelijkheid vóór haar achttiende “niets gedaan had”.
Aan het laatstgenoemde standpunt van de verdachte kan het hof geen geloof hechten. Het is namelijk niet ermee te rijmen dat hij tegenover de rechter-commissaris op 13 november 2008 heeft verklaard: “Voor wat voor haar 18e levensjaar is gebeurd wil ik nu wel mijn eigen handen afhakken” en dat hij tegenover de justitieel forensisch psychiater Marcos-Kingsdale (blijkens haar rapport van 3 december 2008) heeft “benadrukt spijt te hebben van het gebeuren tussen hem en zijn dochter toen zij 13 tot 18 jaar oud was”;
• het veelvuldig brengen van zijn penis in haar vagina na haar 18e verjaardag (alzo in de periode van 4 maart 1993 tot en met 10 november 2008.
ii.
Voorts is uit dat onderzoek gebleken dat de verdachte zich jegens zijn dochter [betrokkene] meermalen bedreigend en intimiderend heeft opgesteld, onder meer door middel van woede-aanvallen, vernielingen van vaatwerk en huisraad, dreigen met zelfmoord en/of met het wurgen van haar moeder.
iii.
Het hof is er evenwel niet van overtuigd geraakt dat verdachtes hierboven onder ii. weergegeven gedragingen er toe strekten om zijn dochter [betrokkene] te dwingen tot het ondergaan van de hierboven onder i. weergegeven ontuchtige handelingen.
Het acht namelijk aannemelijk dat die gedragingen er toe strekten om te voorkomen dat zijn dochter, met wie hij sedert haar 18e verjaardag leefde als man en vrouw, hem zou verlaten.
Voor het bewijs van de voor het tenlastegelegde artikel vereiste dwang ontbreekt bijgevolg het bewijs.
Dat die gedragingen wellicht soms het (neven-)effect van dwang als evenbedoeld kunnen hebben gehad, maakt dat niet anders omdat toch verdachtes opzet, voorwaardelijke opzet daaronder begrepen, daarop niet was gericht.
iv.
Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. H.D. Bergkotte, voorzitter,
mr. E.F.G.M. Gelderman en mr. M.A.M. Wagemakers,
in tegenwoordigheid van mr. R. Peters, griffier,
en op 5 augustus 2010 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Wagemakers is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.