ECLI:NL:GHSHE:2010:BM8405

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-002941-09
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake verkeersdelicten met eerdere veroordelingen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht, dat op 19 mei 2009 was gewezen. De verdachte, geboren in 1959 en thans verblijvende in PI Limburg Zuid, was eerder veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis van de eerste rechter heeft gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd voor wat betreft de opgelegde straf, maar heeft het vonnis voor het overige bevestigd.

De beslissing van het hof is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht, evenals artikel 7 en 8 van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte, die reeds meerdere keren is veroordeeld voor vergelijkbare feiten.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden voor overtredingen van de Wegenverkeerswet. Gezien deze eerdere veroordeling en de maximale gevangenisstraf die voor de feiten kan worden opgelegd, is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf thans niet meer aan de orde is. In plaats daarvan is een werkstraf passend en geboden, mede gezien de recidive van de verdachte. Het hof heeft de beslissing op een openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij de griffier aanwezig was.

Uitspraak

Parketnummer: 20-002941-09
Uitspraak : 18 juni 2010
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht van 19 mei 2009 in de strafzaak met parketnummer 03-530780-08 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op[geboortedatum] 1959,
wonende te [woonplaats], [adres],
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Limburg Zuid - Gev. De Geerhorst te Sittard.
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve voor wat betreft de opgelegde straf en de strafmotivering.
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Bij de straftoemeting heeft het hof in het bijzonder rekening gehouden met de omstandigheden dat de verdachte blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 april 2010 ter zake soortgelijke strafbare feiten reeds meerdere malen is veroordeeld.
Uit genoemd uittreksel is het hof voorts gebleken dat verdachte bij vonnis van de politierechter Maastricht d.d. 25 november 2009, ter zake van overtreding van – onder meer – het bepaalde in artikel 8 en 9 van de Wegenverkeerswet is veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf.
Gelet op het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en gezien deze eerdere veroordeling, waarbij, rekening houdend met artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht, verdachte is veroordeeld tot de maximale gevangenisstraf die voor deze feiten kan worden opgelegd, is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf zoals door de advocaat-generaal gevorderd thans niet meer in aanmerking komt.
Wel is naar het oordeel van het hof, mede in het licht van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en in het bijzonder gelet op de recidive van verdachte, in plaats van een geldboete, het opleggen van een werkstraf van na te melden duur nog passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Wegenverkeerswet 1994 art. 9, 176
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep ten aanzien van de aan de verdachte opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis.
Bevestigt het vonnis voor al het overige.
Aldus gewezen door
mr. N.J.M. Ruyters, voorzitter,
mr. J.F. Dekking en mr. P.A.G.M. Cools,
in tegenwoordigheid van mw. C.M. Sweep, griffier,
en op 18 juni 2010 ter openbare terechtzitting uitgesproken.