ECLI:NL:GHSHE:2010:BM8405
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. Ruyters
- J.F. Dekking
- P.A.G.M. Cools
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake verkeersdelicten met eerdere veroordelingen
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Maastricht, dat op 19 mei 2009 was gewezen. De verdachte, geboren in 1959 en thans verblijvende in PI Limburg Zuid, was eerder veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis van de eerste rechter heeft gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd voor wat betreft de opgelegde straf, maar heeft het vonnis voor het overige bevestigd.
De beslissing van het hof is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht, evenals artikel 7 en 8 van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 40 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte, die reeds meerdere keren is veroordeeld voor vergelijkbare feiten.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden voor overtredingen van de Wegenverkeerswet. Gezien deze eerdere veroordeling en de maximale gevangenisstraf die voor de feiten kan worden opgelegd, is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf thans niet meer aan de orde is. In plaats daarvan is een werkstraf passend en geboden, mede gezien de recidive van de verdachte. Het hof heeft de beslissing op een openbare terechtzitting uitgesproken, waarbij de griffier aanwezig was.