4.8. De vordering van [X.] berust op de stelling dat Woningbelang hem eind 2006 heeft verzocht met vroegpensioen te gaan en Woningbelang hem toen heeft beloofd “de negatieve financiële consequenties van een dergelijke vervroegde uittreding ongedaan te zullen maken”. Aan deze stelling heeft [X.] feitelijk ten grondslag gelegd de afspraken die zijn neergelegd in de berichtenuitwisseling tussen hem en Woningbelang in de maanden januari en februari 2007 (prod. 1 tot en met 4A inl. dagv.).
4.8.1. In het e-mailbericht van 3 januari 2007 heeft Woningbelang aan [X.] – onder meer -het volgende medegedeeld:
“De hoogte van de uitkering is volgens de recente berekening € 1.595,85 netto. Daarbij dienen de premies voor het ouderdomspensioen nog door [X.] (= [X.]: toev. hof) betaald te worden. Volgens mijn informatie is hierover een afspraak gemaakt, waarbij de premies door Woningbelang afgekocht worden. De totale afkoop komt dan neer op een bedrag van
€ 4.198,88. Als dit bedrag afgekocht wordt, heeft [X.] een netto uitkering van € 1.858,28 per maand.”
4.8.2. Op grond van deze mededeling mocht [X.] begrijpen dat de netto uitkering van € 1.595,85 per maand zou stijgen tot
€ 1.858,28 per maand wanneer Woningbelang de premies ouderdomspensioen, in totaal neerkomend op een afkoopbedrag van € 4.198,88, voor haar rekening zou nemen, en dat dus Woningbelang een suppletie zou verstrekken van € 262,43 per maand.
Uit deze mededeling behoefde [X.] niet te begrijpen dat die suppletie slechts zou gelden voor de periode vanaf 1 april 2007 tot 1 augustus 2008. In het hierboven weergegeven e-mailbericht van 3 januari 2007 wordt verwezen naar een afspraak, inhoudende dat premies door Woningbelang afgekocht worden. Door Woningbelang is niet gesteld, noch is gebleken dat die afspraak, die moet zijn gemaakt voorafgaande aan het tijdstip waarop dat e-mailbericht is verzonden, inhield dat slechts over de periode van 1 april 2007 tot 1 augustus 2008 de suppletie zou worden verstrekt. Woningbelang stelt weliswaar dat die beperkte periode is overeengekomen (zie cva punt 14), maar baseert dat alleen op het in voormeld e-mailbericht opgenomen afkoopbedrag van € 4.198,88 en hetgeen in dat e-mailbericht is vermeld omtrent de situatie met betrekking tot het afkoopbedrag indien [X.] niet per 1 april 2007, maar later (per 1 juli 2007 dan wel per 1 augustus 2008) met vroeg- pensioen zou gaan (cva punt 4,5,6, en 15). Op de inhoud van de eerder gemaakte afspraak gaat de Woningbelang in het geheel niet in.
Woningbelang heeft niet gesteld dat aan [X.] mondeling is uitgelegd dat met de vermelding van de afkoopbedragen in het e-mailbericht van 3 januari 2007 bedoeld was om de toegezegde suppletie in tijd te beperken tot de periode eindigend op 1 augustus 2008, en dat zijn vroegpensioen per 1 augustus 2008 met het bedrag van de suppletie zou dalen omdat de suppletie dan zou eindigen. Weliswaar is in het e-mailbericht tevens vermeld dat het afkoopbedrag lager is indien [X.] op 1 juli 2007 met vroegpensioen zou gaan en nihil bedraagt indien [X.] op 1 augustus 2008 met vroegpensioen zou gaan, maar daaruit behoefde [X.], bij gebreke van enige nadere toelichting, evenmin te begrijpen dat de compensatie wegens afkoop pensioenpremie die in de netto-uitkering van € 1.858,28 per maand was begrepen, slechts zou gelden tot 1 augustus 2008.
Nu het vroegpensioen van [X.] zou duren tot 1 november 2011, niet tot 1 augustus 2008, mocht [X.] op grond van een en ander begrijpen dat de suppletie van € 262,43 per maand op die periode betrekking had.
4.8.3. Door Woningbelang zijn voor het overige geen feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan [X.] wél moet hebben begrepen dat bedoelde compenstatie slechts zou gelden tot 1 augustus 2008.