ECLI:NL:GHSHE:2010:BM4213

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-000327-09
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor oplichting met betrekking tot lesovereenkomsten

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 11 mei 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor oplichting. De verdachte was eerder door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, voor het oplichten van meerdere klanten door middel van valse lesovereenkomsten. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte in twee gevallen schuldig was aan oplichting, maar niet in de overige veertig gevallen die hem ten laste waren gelegd. Het hof oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte de intentie had om zich wederrechtelijk te bevoordelen bij het afsluiten van de lesovereenkomsten, omdat hij in sommige gevallen daadwerkelijk lessen had gegeven. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, die niet door middel van elektronische detentie mocht worden uitgevoerd. Daarnaast werden de vorderingen van verschillende benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze vorderingen betrekking hadden op de onderdelen van de tenlastelegging waarvan de verdachte was vrijgesproken. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000327-09
Uitspraak : 11 mei 2010
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het
gerechtshof 's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 21 oktober 2008 in de strafzaak met parketnummer 01-841493-07 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1982],
wonende te [woonplaats], [adres],
waarbij:
- de verdachte ter zake van “oplichting, meermalen gepleegd” werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- aan de verdachte vier schadevergoedingsmaatregelen ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht werden opgelegd;
- de vorderingen van vier in het vonnis nader genoemde benadeelde partijen (gedeeltelijk) werden toegewezen;
- zes in het vonnis nader genoemde benadeelde partijen in hun vorderingen
niet-ontvankelijk werden verklaard.
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Het hoger beroep moet, blijkens het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep, worden begrepen als uitdrukkelijk niet te zijn gericht tegen de vrijspraak ter zake het ten laste gelegde handelen van verdachte met betrekking tot [naam], [naam] en [naam] en/of [naam].
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het beroepen vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De vordering van de advocaat-generaal houdt in dat het hof het beroepen vonnis, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, zal bevestigen.
De verdediging heeft:
- zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde uitsluitend ten aanzien van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 17] wettig en overtuigend bewezen kan worden;
- bepleit dat verdachte zal worden vrijgesproken van het overigens primair en subsidiair ten laste gelegde;
- met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen:
o primair bepleit dat de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard;
o subsidiair bepleit dat op de vorderingen van de benadeelde partijen zal worden beslist conform de beslissingen van de eerste rechter behoudens ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] en dat deze benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis – voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen – zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de eerste rechter.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 01 juni 2004 tot en met 01 april 2007 te Cuijk en/of Nijmegen en/of Oirlo en/of Veenendaal en/of Gennep en/of Amersfoort en/of Wageningen en/of Boxmeer en/of Kesteren en/of Oosterhout en/of Ede en/of Grave en/of Velp en/of Winterswijk en/of Beuningen en/of Duiven en/of Arnhem en/of Beesd en/of Zevenaar en/of Wijchen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels (een of meer van) de hierna te noemen personen (klanten/leerlingen) heeft bewogen tot de afgifte van (een of meer van) de hierna te noemen geldbedragen (lesgelden), althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, hebbende hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn mededader(s), alstoen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich gepresenteerd en/of laten presenteren door middel van een of meer advertenties in de (plaatselijke) krant(en) en/of op internet op de website van de "[bedrijf 1]", waarin/waarop een of meer aanbiedingen en/of acties wordt/worden vermeld en/of
- een of meer advertentie(s) (in een of meer krant(en)) geplaatst en/of laten plaatsen, waarin was vermeld dat een (willekeurig) (les)pakket gekozen kon worden en/of bij directe betaling de helft van het bedrag niet betaald hoefde te worden en/of
- (ten onrechte) in een of meer gesprek(ken) en/of advertentie(s) aangegeven, dat voor een vast bedrag een (bepaald) (les)pakket kon worden gekozen/genomen met (50%) korting en/of dat het om een speciale actie/aanbieding zou gaan en/of dat de klant/leerling alleen maar de helft en/of een gedeelte van het totale bedrag hoefde te betalen en/of dat de "[bedrijf 1]" de/het ander(e) helft/gedeelte zou inleggen en/of dat de actie/aanbieding mogelijk was omdat de "[bedrijf 1]" geen reclame had gemaakt voor hem, verdachte, (daarbij wijzend op het belang van een snelle reactie met het risico op het verlopen van de aanbieding/actie en/of het mislopen van de/het korting/voordeel) en/of
- een of meer (valse) lesovereenkomst(en) (inhoudende een of meer (les)pakketten) opgemaakt en/of ingevuld en/of ondertekend, waarin een hoger en/of een ander bedrag is vermeld dan in werkelijkheid is overeengekomen en/of
- bewerkstelligd dat een of meer (mondelinge en/of schriftelijke) lesovereenkomst(en) (inhoudende een of meer (les)pakketten) tussen de klant(en)/leerling(en) en hem, verdachte, (handelend onder de naam van de "[bedrijf 1]" en/of "[bedrijf 2]") werd(en) aangegaan ten behoeve waarvan door/namens de klant(en)/leerling(en) de hierna te noemen geldbedragen per bank en/of contant werden betaald aan hem, verdachte, en/of
- het/de (les)geld(en) geïnd onder het voorwendsel dat de klant(en)/leerling(en) het/de overeengekomen (les)pakket(ten) en/of (rij)les(sen) en/of (rij-/theorie-)examen(s) zou(den) krijgen,
waardoor een of meer van de hierna te noemen personen (klanten/leerlingen) (telkens) werd(en) bewogen tot afgifte(n) van een of meer nader te noemen geldbedragen ((les)gelden):
*1. [slachtoffer 1], een totaalbedrag van (circa) 750,- euro, in of omstreeks de periode van 26 september 2006 tot en met 28 november 2006 en/of
*2. [slachtoffer 2], een totaalbedrag van (circa) 700,- euro, in of omstreeks de periode van 26 september 2006 tot en met 28 november 2006 en/of
*3. [slachtoffer 3], een totaalbedrag van (circa) 1250,- euro, op of omstreeks 11 september 2006 en/of
*4. [slachtoffer 4], een totaalbedrag van (circa) 782,50 euro, in of omstreeks de periode van 19 september 2006 tot en met 31 oktober 2006 en/of
*5. [benadeelde 2], een totaalbedrag van (circa) 1300,- euro, in of omstreeks de periode van
25 juni 2006 tot en met 30 november 2006 en/of
*6. [slachtoffer 5], een totaalbedrag van (circa) 1300,- euro, in of omstreeks de periode van 15 november 2006 tot en met 07 december 2006 en/of
*7. [slachtoffer 6], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 25 oktober 2006 tot en met 07 december 2006 en/of
*8. [benadeelde 5], een totaalbedrag van (circa) 1250,- euro, in of omstreeks de periode van 19 september 2006 tot en met 01 december 2006 en/of
*9. [slachtoffer 7], een totaalbedrag van (circa) 250,- euro, in of omstreeks de periode van 04 november 2006 tot en met 11 december 2006 en/of
*10. [slachtoffer 8], een totaalbedrag van (circa) 2500,- euro, in of omstreeks de periode van 02 oktober 2006 tot en met 30 november 2006 en/of
*11. [slachtoffer 9], een totaalbedrag van (circa) 400,- euro, op of omstreeks 07 november 2006 en/of
*12. [slachtoffer 10], een totaalbedrag van (circa) 295,- euro, in of omstreeks de periode van 18 augustus 2006 tot en met 08 november 2006 en/of
*13. [slachtoffer 11], een totaalbedrag van (circa) 1250,- euro, in of omstreeks de periode van 07 oktober 2006 tot en met 17 december 2006 en/of
*14. [slachtoffer 12], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 07 november 2006 tot en met 05 december 2006 en/of
*15. [slachtoffer 13], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 24 oktober 2006 tot en met 05 januari 2007 en/of
*16. [slachtoffer 14], een totaalbedrag van (circa) 582,- euro, in of omstreeks de periode van 05 oktober 2006 tot en met 30 oktober 2006 en/of
*17. [slachtoffer 15], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, op of omstreeks 21 oktober 2006 en/of
*18. [slachtoffer 16], een totaalbedrag van (circa) 400,- euro, op of omstreeks 26 oktober 2006 en/of
*19. [slachtoffer 17], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 13 oktober 2006 tot en met 05 januari 2007 en/of
*20. [slachtoffer 18], een totaalbedrag van (circa) 760,- euro, in of omstreeks de periode van 01 juli 2006 tot en met 10 november 2006 en/of
*21. [slachtoffer 19], een totaalbedrag van (circa) 700,- euro, in of omstreeks de periode van 07 oktober 2006 tot en met 02 januari 2007 en/of
*22. [slachtoffer 20], een totaalbedrag van (circa) 300,- euro, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 20 oktober 2006 en/of
*23. [slachtoffer 21], een totaalbedrag van (circa) 582,- euro, in of omstreeks de periode van 03 oktober 2006 tot en met 20 november 2006 en/of
*24. [slachtoffer 22], een totaalbedrag van (circa) 750,- euro, in of omstreeks de periode van 15 juni 2006 tot en met 12 februari 2007 en/of
*25. [slachtoffer 23], een totaalbedrag van (circa) 400,- euro, in of omstreeks de periode van 05 oktober 2006 tot en met 01 december 2006 en/of
*26. [slachtoffer 24], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 01 februari 2007 en/of
*27. [slachtoffer 25], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 30 september 2006 tot en met 31 december 2006 en/of
*28. [slachtoffer 26], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 19 oktober 2006 tot en met 20 oktober 2006 en/of
*29. [slachtoffer 27], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 30 november 2006 en/of
*30. [slachtoffer 28], een totaalbedrag van (circa) 1000,- euro, in of omstreeks de periode van 13 oktober 2006 tot en met 01 februari 2007 en/of
*31. [slachtoffer 29], een totaalbedrag van (circa) 790,- euro, in of omstreeks de periode van 30 mei 2006 tot en met 14 februari 2007 en/of
*32. [slachtoffer 30], een totaalbedrag van (circa) 400,- euro, in of omstreeks de periode van 25 oktober 2006 tot en met 01 december 2006 en/of
*33. [slachtoffer 31], een totaalbedrag van (circa) 750,- euro, in of omstreeks de periode van 27 oktober 2006 tot en met 18 januari 2007 en/of
*34. [slachtoffer 32], een totaalbedrag van (circa) 1990,- euro, in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 11 juli 2006 en/of
*35. [slachtoffer 33], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 24 oktober 2006 tot en met 20 december 2006 en/of
*36. [benadeelde 3], een totaalbedrag van (circa) 500,- euro, in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 27 december 2006 en/of
*37. [benadeelde 4], een totaalbedrag van (circa) 490,- euro, in of omstreeks de periode van 06 september 2006 tot en met 05 maart 2007 en/of
*40. [slachtoffer 34], een totaalbedrag van (circa) 500,- euro, in of omstreeks de periode van 04 november 2006 tot en met 03 december 2006 en/of
*41. [slachtoffer 35], een totaalbedrag van (circa) 1250,- euro en/of 1370,- euro, in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 16 februari 2007 en/of
*42. [slachtoffer 36], een totaalbedrag van (circa) 675,- euro, in of omstreeks de periode van 19 oktober 2006 tot en met 01 november 2006 en/of
*44. [slachtoffer 37], een totaalbedrag van (circa) 300,- euro, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 01 maart 2007 en/of
*45. [slachtoffer 38], een totaalbedrag van (circa) 300,- euro, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 01 maart 2007 en/of
*46. [slachtoffer 39], een totaalbedrag van (circa) 750,- euro, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 01 maart 2007 en/of
*47. [slachtoffer 40], een totaalbedrag van (circa) 350,- euro, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 01 maart 2007;
subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode vanaf 01 juni 2004 tot en met 01 april 2007 te Cuijk en/of Nijmegen en/of Oirlo en/of Veenendaal en/of Gennep en/of Amersfoort en/of Wageningen en/of Boxmeer en/of Kesteren en/of Oosterhout en/of Ede en/of Grave en/of Velp en/of Winterswijk en/of Beuningen en/of Duiven en/of Arnhem en/of Beesd en/of Zevenaar en/of Wijchen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een of meer van) de hierna te noemen geldbedragen (lesgelden), althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (een of meer van) de hierna te noemen personen (klanten/leerlingen), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren)/geldbedrag(en) verdachte anders dan door misdrijf, te weten door middel van een of meer overeengekomen lesovereenkomst(en) met een of meer personen (klanten/leerlingen), onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
klanten/leerlingen: een of meer van de hierna genoemde personen; (les)gelden: een of meer van de hierna genoemde geldbedragen;
*1. [slachtoffer 1], een totaalbedrag van (circa) 750,- euro, in of omstreeks de periode van 26 september 2006 tot en met 28 november 2006 en/of
*2. [slachtoffer 2], een totaalbedrag van (circa) 700,- euro, in of omstreeks de periode van 26 september 2006 tot en met 28 november 2006 en/of
*3. [slachtoffer 3], een totaalbedrag van (circa) 1250,- euro, op of omstreeks 11 september 2006 en/of
*4. [slachtoffer 4], een totaalbedrag van (circa) 782,50 euro, in of omstreeks de periode van 19 september 2006 tot en met 31 oktober 2006 en/of
*5. [benadeelde 2], een totaalbedrag van (circa) 1300,- euro, in of omstreeks de periode van 25 juni 2006 tot en met 30 november 2006 en/of
*6. [slachtoffer 5], een totaalbedrag van (circa) 1300,- euro, in of omstreeks de periode van 15 november 2006 tot en met 07 december 2006 en/of
*7. [slachtoffer 6], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 25 oktober 2006 tot en met 07 december 2006 en/of
*8. [benadeelde 5], een totaalbedrag van (circa) 1250,- euro, in of omstreeks de periode van 19 september 2006 tot en met 01 december 2006 en/of
*9. [slachtoffer 7], een totaalbedrag van (circa) 250,- euro, in of omstreeks de periode van 04 november 2006 tot en met 11 december 2006 en/of
*10. [slachtoffer 8], een totaalbedrag van (circa) 2500,- euro, in of omstreeks de periode van 02 oktober 2006 tot en met 30 november 2006 en/of
*11. [slachtoffer 9], een totaalbedrag van (circa) 400,- euro, op of omstreeks 07 november 2006 en/of
*12. [slachtoffer 10], een totaalbedrag van (circa) 295,- euro, in of omstreeks de periode van 18 augustus 2006 tot en met 08 november 2006 en/of
*13. [slachtoffer 11], een totaalbedrag van (circa) 1250,- euro, in of omstreeks de periode van 07 oktober 2006 tot en met 17 december 2006 en/of
*14. [slachtoffer 12], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 07 november 2006 tot en met 05 december 2006 en/of
*15. [slachtoffer 13], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 24 oktober 2006 tot en met 05 januari 2007 en/of
*16. [slachtoffer 14], een totaalbedrag van (circa) 582,- euro, in of omstreeks de periode van 05 oktober 2006 tot en met 30 oktober 2006 en/of
*17. [slachtoffer 15], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, op of omstreeks 21 oktober 2006 en/of
*18. [slachtoffer 16], een totaalbedrag van (circa) 400,- euro, op of omstreeks 26 oktober 2006 en/of
*19. [slachtoffer 17], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 13 oktober 2006 tot en met 05 januari 2007 en/of
*20. [slachtoffer 18], een totaalbedrag van (circa) 760,- euro, in of omstreeks de periode van 01 juli 2006 tot en met 10 november 2006 en/of
*21. [slachtoffer 19], een totaalbedrag van (circa) 700,- euro, in of omstreeks de periode van 07 oktober 2006 tot en met 02 januari 2007 en/of
*22. [slachtoffer 20], een totaalbedrag van (circa) 300,- euro, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 20 oktober 2006 en/of
*23. [slachtoffer 21], een totaalbedrag van (circa) 582,- euro, in of omstreeks de periode van 03 oktober 2006 tot en met 20 november 2006 en/of
*24. [slachtoffer 22], een totaalbedrag van (circa) 750,- euro, in of omstreeks de periode van 15 juni 2006 tot en met 12 februari 2007 en/of
*25. [slachtoffer 23], een totaalbedrag van (circa) 400,- euro, in of omstreeks de periode van 05 oktober 2006 tot en met 01 december 2006 en/of
*26. [slachtoffer 24], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 01 februari 2007 en/of
*27. [slachtoffer 25], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 30 september 2006 tot en met 31 december 2006 en/of
*28. [slachtoffer 26], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 19 oktober 2006 tot en met 20 oktober 2006 en/of
*29. [slachtoffer 27], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 30 november 2006 en/of
*30. [slachtoffer 28], een totaalbedrag van (circa) 1000,- euro, in of omstreeks de periode van 13 oktober 2006 tot en met 01 februari 2007 en/of
*31. [slachtoffer 29], een totaalbedrag van (circa) 790,- euro, in of omstreeks de periode van 30 mei 2006 tot en met 14 februari 2007 en/of
*32. [slachtoffer 30], een totaalbedrag van (circa) 400,- euro, in of omstreeks de periode van 25 oktober 2006 tot en met 01 december 2006 en/of
*33. [slachtoffer 31], een totaalbedrag van (circa) 750,- euro, in of omstreeks de periode van 27 oktober 2006 tot en met 18 januari 2007 en/of
*34. [slachtoffer 32], een totaalbedrag van (circa) 1990,- euro, in of omstreeks de periode van 01 juni 2006 tot en met 11 juli 2006 en/of
*35. [slachtoffer 33], een totaalbedrag van (circa) 1500,- euro, in of omstreeks de periode van 24 oktober 2006 tot en met 20 december 2006 en/of
*36. [benadeelde 3], een totaalbedrag van (circa) 500,- euro, in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 27 december 2006 en/of
*37. [benadeelde 4], een totaalbedrag van (circa) 490,- euro, in of omstreeks de periode van 06 september 2006 tot en met 05 maart 2007 en/of
*40. [slachtoffer 34], een totaalbedrag van (circa) 500,- euro, in of omstreeks de periode van 04 november 2006 tot en met 03 december 2006 en/of
*41. [slachtoffer 35], een totaalbedrag van (circa) 1250,- euro en/of 1370,- euro, in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 16 februari 2007 en/of
*42. [slachtoffer 36], een totaalbedrag van (circa) 675,- euro, in of omstreeks de periode van 19 oktober 2006 tot en met 01 november 2006 en/of
*44. [slachtoffer 37], een totaalbedrag van (circa) 300,- euro, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 01 maart 2007 en/of
*45. [slachtoffer 38], een totaalbedrag van (circa) 300,- euro, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 01 maart 2007 en/of
*46. [slachtoffer 39], een totaalbedrag van (circa) 750,- euro, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 01 maart 2007 en/of
*47. [slachtoffer 40], een totaalbedrag van (circa) 350,- euro, in of omstreeks de periode van 01 augustus 2006 tot en met 01 maart 2007.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht op grond van de bekennende verklaring die verdachte heeft afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep , de verklaring die verdachte heeft afgelegd bij de politie , de aangifte van [slachtoffer 5] , de lesovereenkomst tussen verdachte en [betrokkene] , de aangifte van [slachtoffer 17] alsmede de lesovereenkomst tussen verdachte en [slachtoffer 17] wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op tijdstippen in de periode vanaf 15 november 2006 tot en met 17 november 2006 in Nederland telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels de hierna te noemen personen (klanten/leerlingen) heeft bewogen tot de afgifte van de hierna te noemen geldbedragen (lesgelden), hebbende hij, verdachte, alstoen aldaar met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- opzettelijk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- in gesprekken aangegeven dat voor een vast bedrag een bepaald lespakket kon worden gekozen/genomen met korting en/of dat de klant/leerling alleen maar een gedeelte van het totale bedrag hoefde te betalen, daarbij wijzend op het belang van een snelle reactie met het risico op het verlopen van de aanbieding/actie en/of het mislopen van de/het korting/voordeel, en/of
- bewerkstelligd dat schriftelijke lesovereenkomsten inhoudende een of meer lespakketten tussen de klanten/leerlingen en hem, verdachte, handelend onder de naam van de "[bedrijf 1]" werden aangegaan ten behoeve waarvan door/namens de klanten/leerlingen de hierna te noemen geldbedragen per bank of contant werden betaald aan hem, verdachte, en/of
- de lesgelden geïnd onder het voorwendsel dat de klanten/leerlingen het/de overeengekomen lespakket en/of rijlessen zouden krijgen,
waardoor de hierna te noemen personen (klanten/leerlingen) werden bewogen tot afgifte van nader te noemen geldbedragen (lesgelden):
*6. [slachtoffer 5], een totaalbedrag van 1300,- euro, op 15 november 2006 en
*19. [slachtoffer 17], een totaalbedrag van 1500,- euro, in de periode van 16 november 2006 tot en met 17 november 2006.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal vrijgesproken. Daartoe overweegt het hof als volgt.
Het hof heeft, met betrekking tot het primair ten laste gelegde, tijdens het onderzoek ter terechtzitting geen bewijs aangetroffen dat verdachte het oogmerk had om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen.
Niet is vast komen te staan dat bij het afsluiten van die andere dan de in de bewezenverklaring bedoelde lesovereenkomsten bij verdachte de bedoeling voor stond om lesgeld te ontvangen zonder zijn verplichtingen op grond van die lesovereenkomsten na te komen. Uit het onderzoek ter terechtzitting is wel gebleken dat verdachte deze lesovereenkomsten (gedeeltelijk) niet is nagekomen. Daaruit kan evenwel niet volgen dat verdachte reeds bij het sluiten van de lesovereenkomsten bij verdachte het oogmerk had om zich wederrechtelijk te bevoordelen, te meer niet nu in een aantal gevallen verdachte daadwerkelijk een aanvang heeft gemaakt met het geven van rijlessen.
Ten aanzien van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 17] is het hof tot een ander oordeel gekomen mede op basis van de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting in hoger beroep alsmede de omstandigheid dat verdachte ten tijde van het sluiten van lesovereenkomsten met die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 17] geen lesauto meer ter beschikking stond, omdat hij de sleutels daarvan op 13 november 2006 bij de [bedrijf 1] had moeten inleveren.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen zich wederrechtelijk heeft toegeëigend. Immers, verdachte heeft deze bedragen als betalingen ontvangen, waardoor deze deel zijn gaan uitmaken van zijn vermogen. Gelet daarop was hij gerechtigd over deze geldbedragen als heer en meester te beschikken en naar eigen goeddunken en op elk moment uit te geven. Dat verdachte vervolgens zijn contractuele verplichtingen niet is nagekomen doet daar niet aan af.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is telkens als misdrijf voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht, zoals dat luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het wordt gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf
Het hof heeft bewezen verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan – kort weergegeven – twee gevallen van oplichting.
De eerste rechter heeft de verdachte ter zake van – kort weergegeven – vierenveertig gevallen van oplichting veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zal bevestigen.
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ten aanzien van de ernst van het bewezen verklaarde heeft het hof in het bijzonder gelet op:
- de ernst van het bewezen verklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
- de mate waarin het bewezen verklaarde tot financiële schade heeft geleid voor de gedupeerden;
- de omstandigheid dat verdachte kennelijk slechts heeft gehandeld met het oog op persoonlijk financieel gewin.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft het hof in het bijzonder gelet op:
- de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 24 maart 2010, waaruit blijkt dat hij eerder ter zake een vermogensdelict door de strafrechter is veroordeeld;
- de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het hof heeft bij het bepalen van de duur van deze straf aansluiting gezocht bij de straffen die gebruikelijk door dit gerechtshof in gevallen vergelijkbaar met de onderhavige worden opgelegd. In verband daarmee heeft het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier weken tot uitgangspunt genomen.
In hetgeen door en namens de verdachte is aangevoerd noch bij requisitoir zijn steekhoudende redenen naar voren gebracht waarom ten voordele of nadele van verdachte van dat uitgangspunt zou moeten worden afgeweken. Het hof zal de verdachte daarom veroordelen tot voormelde straf.
Het hof acht het ongewenst indien de gevangenisstraf door middel van elektronische detentie – een in het algemeen als milder dan een gevangenisstraf ervaren vorm van straf – ten uitvoer zou worden gelegd.
Daarom zal het hof, gelet op het bepaalde in paragraaf 5, onder k, van de Circulaire Wijziging toepassing Elektronische Detentie (Stcrt. 2009, 16442), wat er ook zij van de wettelijke grondslag van het bepaalde in deze Circulaire, bepalen dat de gevangenisstraf niet op die wijze ten uitvoer mag worden gelegd.
Vorderingen van de benadeelde partijen
1. De benadeelde partij [benadeelde 1] (gemachtigde: [slachtoffer 3], [adres], [woonplaats]) heeft zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend ten bedrage van EUR 1.778,40, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De vordering is door de eerste rechter toegewezen tot een bedrag van EUR 100,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij heeft in hoger beroep gepersisteerd bij de in eerste aanleg gedane vordering.
Deze vordering strekt tot vergoeding van geleden schade.
Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, in verband met artikel 415 van het Wetboek van Strafvordering, kan de benadeelde partij niet in deze vordering worden ontvangen omdat verdachte wordt vrijgesproken van het onderdeel van het ten laste gelegde feit waarop de vordering van de benadeelde partij ziet.
2. De benadeelde partij [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend ten bedrage van EUR 850,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij is door de eerste rechter in de vordering niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft in hoger beroep gepersisteerd bij de in eerste aanleg gedane vordering.
Deze vordering strekt tot vergoeding van geleden schade.
Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, in verband met artikel 415 van het Wetboek van Strafvordering, kan de benadeelde partij niet in deze vordering worden ontvangen omdat verdachte wordt vrijgesproken van het onderdeel van het ten laste gelegde feit waarop de vordering van de benadeelde partij ziet.
3. [benadeelde 5], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend ten bedrage van EUR 1.250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De benadeelde partij is door de eerste rechter in de vordering niet-ontvankelijk verklaard.
De benadeelde partij heeft in hoger beroep gepersisteerd bij de in eerste aanleg gedane vordering.
Deze vordering strekt tot vergoeding van geleden schade.
Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, in verband met artikel 415 van het Wetboek van Strafvordering, kan de benadeelde partij niet in deze vordering worden ontvangen omdat verdachte wordt vrijgesproken van het onderdeel van het ten laste gelegde feit waarop de vordering van de benadeelde partij ziet.
4. [benadeelde 6], wonende te [woonplaats], [adres] hoog, heeft zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend ten bedrage van EUR 150,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is door de eerste rechter toegewezen.
De benadeelde partij heeft in hoger beroep gepersisteerd bij de in eerste aanleg gedane vordering.
Deze vordering strekt tot vergoeding van geleden schade.
Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, in verband met artikel 415 van het Wetboek van Strafvordering, kan de benadeelde partij niet in deze vordering worden ontvangen omdat verdachte wordt vrijgesproken van het onderdeel van het ten laste gelegde feit waarop de vordering van de benadeelde partij ziet.
5. [benadeelde 3], wonende te [woonplaats], [adres]-4, heeft zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend ten bedrage van EUR 500,00.
De vordering is door de eerste rechter toegewezen tot een bedrag van EUR 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. De voeging duurt in zoverre van rechtswege voort in hoger beroep.
Deze vordering strekt tot vergoeding van geleden schade.
Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, in verband met artikel 415 van het Wetboek van Strafvordering, kan de benadeelde partij niet in deze vordering worden ontvangen omdat verdachte wordt vrijgesproken van het onderdeel van het ten laste gelegde feit waarop de vordering van de benadeelde partij ziet.
6. [benadeelde 4], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich overeenkomstig het bepaalde in het Wetboek van Strafvordering in eerste aanleg in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij en een vordering ingediend ten bedrage van EUR 495,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
De vordering is door de eerste rechter toegewezen tot een bedrag van EUR 470,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. De voeging duurt in zoverre van rechtswege voort in hoger beroep.
Gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, in verband met artikel 415 van het Wetboek van Strafvordering, kan de benadeelde partij niet in deze vordering worden ontvangen omdat verdachte wordt vrijgesproken van het onderdeel van het ten laste gelegde feit waarop de vordering van de benadeelde partij ziet.
En ten aanzien van elk van de evenvermelde vorderingen:
Het hof zal de benadeelde partij veroordelen in de kosten van het geding door de verdachte ten behoeve van zijn verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
Oplichting, meermalen gepleegd.
Verklaart verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) weken.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet door middel van elektronische detentie ten uitvoer mag worden gelegd.
Bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 1], in haar vordering niet-ontvankelijk.
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 2], in haar vordering niet-ontvankelijk.
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 5], in haar vordering niet-ontvankelijk.
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 6], in haar vordering niet-ontvankelijk.
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 3], in haar vordering niet-ontvankelijk.
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 4], in haar vordering niet-ontvankelijk.
En ten aanzien van elk van de evenvermelde vorderingen:
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte ten behoeve van zijn verdediging tegen de vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. H. Harmsen, voorzitter,
mr. K. van der Meijde en mr. J.H.M. Westenbroek,
in tegenwoordigheid van mr. M.F.S. ter Heide, griffier,
en op 11 mei 2010 ter openbare terechtzitting uitgesproken.