ECLI:NL:GHSHE:2010:BM0978
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- F. van Beuge
- A. de Lange
- S.C. van Duijn
- Rechtspraak.nl
Verlenging bevel gevangenhouding in strafzaak met terbeschikkingstelling
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 april 2010 uitspraak gedaan over de verlenging van het bevel tot gevangenhouding van de verdachte. De advocaat-generaal had op 29 maart 2010 verzocht om verlenging van de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding, aangezien de verdachte op dat moment gedetineerd was in het PPC te 's-Gravenhage. De rechtbank 's-Hertogenbosch had eerder, op 9 maart 2010, aan de verdachte een gevangenisstraf van 186 dagen opgelegd, alsook de maatregel van terbeschikkingstelling. Dit vonnis had echter geleid tot een kennelijke misslag, omdat de rechtbank het bevel tot voorlopige hechtenis had opgeheven, terwijl er nog een vrijheidsbenemende maatregel van terbeschikkingstelling van kracht was.
Het hof overwoog dat de voorlopige hechtenis niet kon worden opgeheven, omdat er sprake was van een vrijheidsbenemende maatregel. Dit was in lijn met artikel 66, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat het bevel tot voorlopige hechtenis van kracht blijft zolang er een vrijheidsbenemende maatregel is. Het hof concludeerde dat de situatie zoals bedoeld in artikel 67a, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering zich niet voordeed, en dat de vordering van de advocaat-generaal om de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding te verlengen, moest worden toegewezen.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding van de verdachte met negentig dagen te verlengen. De advocaat-generaal werd gelast om de tenuitvoerlegging van deze beschikking te coördineren en de verdachte hiervan op de hoogte te stellen.