4.2.1. [Appellante sub 1.] (voorheen genaamd Nunza B.V) is enig aandeelhouder van [Appellante sub 2.] (voorheen genaamd [appellanten] Zaden B.V.). [Appellante sub 2.] houdt zich bezig met het veredelen en produceren van groentezaden en de verkoop van groentezaden wereldwijd.
4.2.2. De Stichting is enig aandeelhouder van Beheer B.V, welke B.V. enig aandeelhouder is van Limseeds B.V. (voorheen genaamd Asparagus B.V.). Limseeds B.V. is een veredelingsbedrijf en houdt zich bezig met het ontwikkelen van aspergerassen en het produceren van aspergezaad.
4.2.3. Op 27 juni 1996 hebben Asparagus c.s. enerzijds en [appellanten] Zaden B.V. anderzijds een ‘Exclusieve ontwikkelings- en distributie-overeenkomst’ (prod. 1 inl. dagv.; hierna: de distributieovereenkomst 1996) gesloten, die eindigt op 30 juni 2006. Voor zover van belang bepaalt artikel 5.2 van deze overeenkomst dat [appellanten] gedurende de looptijd van de overeenkomst de kennisuitwisseling niet zal aanwenden voor het ontwikkelen van eigen (productie) activiteiten inzake aspergeverdeling en zich voorts zal onthouden van aspergeveredeling/productie alsook derden daartoe geen opdracht zal geven.
4.2.4. In de distributieovereenkomst 1996 zijn partijen een margeverdeling van 60/40 (Asparagus/[appellanten]) overeengekomen, in die zin dat Asparagus 60% van de door [appellanten] aan haar afnemers/klanten berekende verkoopprijs ontvangt. Met ingang van 2000 is deze margeverdeling gewijzigd in 70 (Asparagus)/30 ([appellanten]).
4.2.5. Vanaf – in ieder geval – 2000 hebben partijen onderhandeld over een nieuwe distributieovereenkomst. Namens [appellanten] zijn de besprekingen onder meer gevoerd door de directeur van [appellanten] Netherlands B.V, de heer [directeur van [appellanten] Netherlands B.V.] (hierna: [directeur van [appellanten] Netherlands B.V.]), en namens Asparagus onder meer door de directeur van Limseeds B.V., de heer [directeur van Limseeds B.V.] (hierna: [directeur van Limseeds B.V.]).
4.2.6. Op 10 oktober 2001 hebben partijen op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over de te sluiten overeenkomst. Asparagus heeft die hoofdlijnen neergelegd in een brief aan [appellanten] van 5 november 2001 (prod. 7 inl. dagv.) en [appellanten] in een brief aan Asparagus van 9 november 2001 (prod. 6 inl. dagv.). Beide partijen gaan daarin uit van een contract voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van vijf jaren. Asparagus vermeldt in voornoemde brief dat [appellanten] gedurende de looptijd van het contract absoluut geen veredelingsactiviteiten mag verrichten en na contractuele opzegging gefaseerd, in die zin dat [appellanten] een veredelingsprogramma mag starten vanaf nul, volledig in eigen beheer en zonder gebruik te maken van de diensten en/of genetisch materiaal van aspergeveredelaars, en eerst na vier jaren mag samenwerken met aspergeveredelaars.
[appellanten] schrijft in haar brief dat zij tijdens de opzegtermijn mag veredelen.
4.2.7. Tussen partijen zijn diverse conceptovereenkomsten uitgewisseld. [appellanten] heeft op 11 november 2002, 17 april 2003 en 1 mei 2003 conceptovereenkomsten opgesteld, die alle drie (enige vorm van) een veredelingsverbod bevatten. Na de toezending van het derde concept is door (de advocaat van) Asparagus advies ingewonnen over de eventuele mededingingsrechtelijke consequenties van de te sluiten distributieovereenkomst. Volgens dit advies (zie de schriftelijke notitie van 7 november 2003, prod. 11 inl. dagv.) is een exclusiviteitsbeding bij een contract voor onbepaalde tijd problematisch. Op 30 maart 2004 vindt hierover tussen partijen overleg plaats. Daarna wint ook [appellanten] advies in (zie het advies van 8 juni 2004, prod. 14 inl. dagv.) en op 23 juni 2004 (prod. 22 CvA) is aan Asparagus nader advies uitgebracht. Asparagus heeft vervolgens op 20 juli 2004 en 20 oktober 2004 conceptovereenkomsten opgesteld.
4.2.8. Bij brief van 30 december 2004 (prod. 20 inl. dagv.) zegt Asparagus de op 27 juni 1996 gesloten overeenkomst tegen 30 juni 2006 op.
4.2.9. Bij brief van 18 augustus 2005 (prod. 22 inl. dagv.) schrijft [directeur van [appellanten] Netherlands B.V.] namens [appellanten] aan Asparagus dat [appellanten] inmiddels zoveel concessies heeft moeten doen dat een succesvolle voortzetting van het contract met voldoende rendement voor [appellanten] twijfelachtig is. Asparagus reageert daarop bij brief van 26 augustus 2005 (prod. 23 inl. dagv.) en deelt mee dat zij vasthoudt aan de hoofdpunten van het akkoord van november 2001, te weten: een exclusief recht voor [appellanten], een veredelingsverbod voor [appellanten] en een margeverdeling van 70/30.
4.2.10. Op 26 september 2005 vindt een bespreking plaats tussen [directeur van [appellanten] Netherlands B.V.] en [directeur van Limseeds B.V.]. Bij brief van 27 september 2005 (prod. 24 inl. dagv.) schrijft [directeur van Limseeds B.V.] aan [directeur van [appellanten] Netherlands B.V.] dat deze hem duidelijk heeft gemaakt dat [appellanten] onder de voorliggende condities geen nieuwe overeenkomst meer wil aangaan met Asparagus.
4.2.11. Op 8 november 2005 vindt bij [appellanten] de jaarlijkse bespreking plaats in het kader van de presentatie van het marketingplan.
4.2.12. Bij brief van 20 januari 2006 (prod. 25 inl. dagv.) wordt Asparagus door [appellanten] verzocht en voor zover nodig gesommeerd om op korte termijn tot afronding te komen van de nieuwe distributieovereenkomst. Bij brief van 31 maart 2006 (prod. 26 inl. dagv.) laat Asparagus weten niet bereid te zijn een nieuwe distributieovereenkomst te sluiten en het heropenen van de onderhandelingen niet opportuun te achten. [appellanten] reageert bij brief van 5 april 2006 (prod. 27 inl. dagv.), en sommeert Asparagus nog één keer om binnen veertien dagen de onderhandelingen voort te zetten en af te ronden.
4.2.13. Bij brief van 9 juni 2006 (prod. 28 inl. dagv.) heeft [appellanten] zaden bij Asparagus besteld, maar Asparagus heeft geweigerd deze zaden aan [appellanten] te leveren (zie o.a. prod. 29 inl. dagv.).