ECLI:NL:GHSHE:2009:BK8084
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- J.P.F. Rijken
- F.J.M. Walstock
- G.P.M.F. Mols
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de voorlopige hechtenis van een verdachte in het kader van tijdelijke overlevering
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 december 2009 uitspraak gedaan over de voorlopige hechtenis van de verdachte, geboren op 12 februari 1976 in Beni Touzine, Marokko. De verdachte was verdacht van gekwalificeerde doodslag, gepleegd op 12 september 2007 te Roosendaal. Hij was op 10 januari 2008 in België aangehouden op basis van een Europees aanhoudingsbevel en werd tijdelijk overgeleverd aan Nederland voor verschillende periodes. De rechtbank te Breda had op 1 december 2009 het verzoek van de verdachte tot opheffing van de voorlopige hechtenis afgewezen, waarop de verdachte in hoger beroep ging.
Het hof overwoog dat de verleende duur van het bevel tot gevangenhouding van negentig dagen niet was overschreden. Het hof stelde vast dat de tijd dat de verdachte rechtens van zijn vrijheid was beroofd in België, niet meetelde voor de Nederlandse voorlopige hechtenis. De tijdelijke overleveringen eindigden telkens op de door de Belgische autoriteiten gestelde data, waardoor de tijd van voorlopige hechtenis in Nederland niet liep. Het hof concludeerde dat er geen redenen waren om de voorlopige hechtenis op te heffen, gezien de ernstige bezwaren die nog steeds van kracht waren.
Uiteindelijk heeft het hof het hoger beroep van de verdachte afgewezen en de beslissing van de rechtbank bevestigd. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht, waarmee de zaak werd afgesloten.