ECLI:NL:GHSHE:2009:BK5775
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M.J.C. van Kamp
- J.C.A.M. Claassens
- H.P. Vonhögen
- Rechtspraak.nl
Geen verschoonbare termijnoverschrijding bij instellen hoger beroep door verdachte die in Nederland verblijft
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 september 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda van 10 februari 2009. De verdachte, geboren in Groot-Brittannië, was op 10 februari 2009 in persoon gedagvaard, maar heeft niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen hoger beroep ingesteld. De verdediging stelde dat de dagvaarding niet in het Engels was gesteld, de moedertaal van de verdachte, en dat dit in strijd was met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof overwoog echter dat artikel 6 EVRM enkel vereist dat de verdachte in een begrijpelijke taal op de hoogte wordt gesteld van de strafrechtelijke beschuldigingen, en niet noodzakelijkerwijs van andere informatie zoals de oproepingsfunctie of de procedure voor hoger beroep. Het hof concludeerde dat de verdachte, die al geruime tijd in Nederland woonde en bekend was met het Nederlandse strafvorderlijke systeem, voldoende in staat was om de betekenis van de dagvaarding te begrijpen. De verdachte had bovendien de verantwoordelijkheid om zich te laten informeren over de juridische procedures. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.