ECLI:NL:GHSHE:2009:BJ8561

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
25 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 103.004.412
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Rothuizen-van Dijk
  • A. Vermeulen
  • J. Steenberghe
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest inzake aandelentransactie tussen appellant en geïntimeerde

In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 25 augustus 2009, betreft het een hoger beroep van appellant tegen geïntimeerde over de levering van aandelen in de firma Flying Filter Tips. Appellant stelt dat hij met geïntimeerde is overeengekomen dat deze hem 100 aandelen zou verkopen, maar het hof oordeelt dat appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor deze overeenkomst. Tijdens de procedure zijn verschillende getuigenverklaringen overgelegd, maar het hof acht deze verklaringen niet overtuigend genoeg om de claim van appellant te ondersteunen. Het hof wijst erop dat de getuigen niet onder ede zijn gehoord, waardoor de verklaringen niet de nodige rechtskracht hebben. Bovendien heeft appellant eerder afstand gedaan van het horen van getuigen, wat het hof als strijdig met de goede procesorde beschouwt. De vordering van appellant wordt dan ook afgewezen, en het hof bekrachtigt de eerdere vonnissen van de rechtbank. Appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die door het hof zijn begroot op € 1.120,00 aan verschotten en € 5.708,50 aan salaris advocaat.

Uitspraak

typ. KM
zaaknr. HD 103.004.412
ARREST VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht,
zesde kamer, van 25 augustus 2009,
gewezen in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende te [plaats], [land],
appellant,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven,
tegen:
[GEINTIMEERDE],
wonende te [plaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 16 december 2008 in het hoger beroep van de door de rechtbank Maastricht onder nummer [nummer] gewezen vonnissen van [data].
6. Het tussenarrest van 16 december 2008
Bij genoemd arrest is [appellant] tot bewijslevering toegelaten en is iedere verdere beslissing aangehouden.
7. Het verdere verloop van de procedure
7.1. Nadat op de rolzitting van 13 januari 2009 de verhinderdata zijn overgelegd, is het getuigenverhoor bepaald op 20 februari 2009. Kort voor 20 februari, namelijk bij brief van 18 februari 2009, heeft [appellant] het hof laten weten af te zien van enquête en medegedeeld schriftelijk bewijs te willen leveren. [appellant] heeft daartoe een nadere akte genomen en daarbij een drietal schriftelijke (getuigen)verklaringen overgelegd. [geïntimeerde] heeft daarop geantwoord.
7.2. Vervolgens hebben partijen de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd. Het procesdossier van [appellant] is niet volledig, [appellant] heeft namelijk alleen de hiervoor genoemde akte en antwoordakte overgelegd.
8. De verdere beoordeling
8.1. Bij genoemd arrest is [appellant] toegelaten te bewijzen dat hij met [geïntimeerde] is overeengekomen dat [geïntimeerde] 100 aandelen van [persoon 1] in de Spaanse vennootschap Flying Filter-Tips aan [appellant] zou verkopen en mitsdien zou leveren.
8.2.1. [persoon 2] verklaart in zijn brief van 16 februari 2009 (prod. 1 nadere memorie) dat hij op een tweetal vergaderingen in België op het woonadres van [persoon 3] aanwezig is geweest, op 19 en 26 november 2002. Op deze vergaderingen waren naast [persoon 2] ook [persoon 3], [appellant] en [geïntimeerde] aanwezig. Onderwerp van deze vergaderingen was het niet leveren van de afgesproken aandelen door [geïntimeerde]. Deze aandelen waren, aldus [persoon 2], door [geïntimeerde] gekocht van [persoon 1], maar het bleek dat [geïntimeerde] steeds als excuus voor het niet leveren van de aandelen de naam van [persoon 2] misbruikte om zijn eigen fouten te verdoezelen.
[persoon 2] verklaart dat hij [appellant] - naar het hof begrijpt: op deze vergaderingen - heeft gemeld dat een aandelentransactie geheel op eigen titel plaats vindt en via een notaris in Spanje betekend moet worden, waarna de firma Flying Filter Tips bij aangetekend schrijven alleen maar in kennis wordt gesteld van deze transactie. Voorts vermeldt [persoon 2] dat hij ervan op de hoogte is dat [geïntimeerde],
[persoon 1], [appellant] en [persoon 4] op 15 april 2002 bij notaris [notaris] in Maastricht een machtiging hebben getekend om [geïntimeerde] te machtigen bij de Spaanse notaris de aandelentransactie af te handelen.
Uit dit verhaal van [persoon 2] valt naar het oordeel van het hof niet voldoende duidelijk op te maken dat [appellant] met [geïntimeerde] was overeengekomen dat [geïntimeerde] hem 100 aandelen van [persoon 1] in Flying Filter Tips zou leveren. Hoogstens valt hier uit op te maken dat [geïntimeerde] een aandelentransactie met [persoon 1] was aangegaan.
8.2.2. [persoon 1] heeft aan de advocaat van [appellant] bij e-mailbericht van 18 februari 2009 een schriftelijke verklaring toegezonden (prod. 2 nadere memorie).
Daarin verklaart [persoon 1] dat hij op 19 november 1999 met [geïntimeerde] en [persoon 2] de firma Flying Filter Tips heeft opgericht en dat hij na ongeveer een jaar aan [geïntimeerde] en [persoon 2] te kennen heeft gegeven dat hij zijn aandelen in die firma wou verkopen. [geïntimeerde] zei dat hij hierin interesse had, omdat hij daarvoor een koper had. [geïntimeerde] zou alle benodigde formaliteiten regelen. Volgens [persoon 1] wist hij tot de afspraak bij notaris [notaris] te Maastricht op 15 april 2002, alwaar hij [geïntimeerde] een volmacht had gegeven om de verkoop van de aandelen te kunnen betekenen bij een Spaanse notaris, niet wie die koper was. Dat bleek [appellant] te zijn.
8.2.3. Ook [persoon 3] heeft in een brief van 16 februari 2009 aan de advocaat van [appellant] een verklaring toegezonden. Daarin verklaart zij onder meer dat zij diverse malen tussen 1999 en 2005 bij besprekingen tussen [appellant] en [geïntimeerde] aanwezig is geweest betreffende de overdracht van aandelen. Volgens [persoon 3] heeft [geïntimeerde] haar bevestigd mede-eigenaar en aandeelhouder van Flying Filter Tips in Spanje te zijn, heeft hij haar bevestigd het geld ad NLG 205.000,-- zelf in ontvangst te hebben genomen en heeft hij haar bevestigd dat dit bedrag gebruikt zou worden voor overdracht van 100 aandelen naar [appellant]. Ook [persoon 3] verklaart aanwezig te zijn geweest op een bespreking op 19 november 2002 tussen [geïntimeerde], [appellant] en [persoon 2] en dat de bedoeling van deze bespreking was om duidelijkheid te krijgen waarom de aandelen niet overgedragen waren. Ook is zij aanwezig geweest bij de bespreking van 26 november 1999 toen [appellant] [geïntimeerde] heeft medegedeeld van de transactie af te zien en zijn geld terugeiste. Voorts schrijft [persoon 3] in haar verklaring ervan op de hoogte te zijn dat op 15 april 2002 bij notaris [notaris] door [persoon 1] aan [geïntimeerde] een machtiging is verleend in het kader van de aandelentransactie.
8.3. Ook al verklaren de twee laatstgenoemde personen in hun schriftelijke verklaringen over de verkoop van 100 aandelen door [geïntimeerde] aan [appellant], het hof acht in het licht van de gemotiveerde betwisting van [geïntimeerde] deze schriftelijke verklaringen alleen onvoldoende zwaarwegend en overtuigend om op grond daarvan te concluderen dat [appellant] met [geïntimeerde] is overeengekomen dat [geïntimeerde] 100 aandelen van [persoon 1] in Flying Filter Tips aan [appellant] zou verkopen en mitsdien zou leveren. [appellant] vermeldt wel in zijn nadere memorie dat deze personen uit eigen wetenschap verklaren, maar nu deze niet onder ede een verklaring hebben afgelegd, is zulks niet nader onderzocht kunnen worden en is ook (de raadsman van) [geïntimeerde] niet in de gelegenheid geweest aan deze personen (nadere) vragen te stellen. Derhalve is niet duidelijk geworden op welke wijze de overgelegde schriftelijke verklaringen tot stand zijn gekomen, meer in het bijzonder is niet duidelijk of zij hun verklaring spontaan aan het papier hebben toevertrouwd of dat hun tevoren door (de advocaat van) [appellant] bepaalde vragen ter beantwoording zijn voorgelegd.
8.4. In aanvulling op deze schriftelijke verklaringen heeft [appellant] in zijn nadere memorie nog nadrukkelijk aangeboden deze personen onder ede te doen horen.
Naar het hof begrijpt, bedoelt [appellant] daarmee een verzoek tot heropening van het getuigenverhoor te doen. Dit verzoek is naar het oordeel van het hof in de gegeven omstandigheden in strijd met de goede procesorde. Het getuigenverhoor is immers na opgave van de verhinderdata bepaald op 20 februari 2009. Zoals in het arrest van 16 december 2009 aangegeven, had [appellant], althans diens advocaat, daarbij ook de verhinderdata van de getuigen dienen te vermelden. Dit is kennelijk niet gebeurd aangezien de getuigen zeer kort voor de geplande zittingsdatum aan de advocaat van [appellant] hebben medegedeeld op die dag niet aanwezig te kunnen zijn. Reeds om die reden komt het niet doorgaan van het getuigenverhoor geheel voor rekening van [appellant]. [appellant], althans diens advocaat, heeft daarbij tevens laten weten af te zien van het horen van de getuigen, zodat de enquête als gesloten moet worden beschouwd. [appellant] heeft daarbij aangegeven schriftelijk bewijs te willen leveren. Dit schriftelijk bewijs betreft dan de schriftelijke verklaringen van de genoemde personen, die dus niet conform de regels van Burgerlijke Rechtsvordering zijn gehoord.
Het hof acht voorts van belang dat [appellant] ook in eerste aanleg in de gelegenheid is gesteld bewijs door middel van getuigen te leveren, dat ook toen twee van de door [appellant] opgegeven getuigen op de geplande zitting niet verschenen zijn (zie het proces-verbaal van het getuigenverhoor van enquête aan de zijde van [appellant] van 18 oktober 2005).
Onder deze omstandigheden is een heropening van een getuigenverhoor waar eerder bewust afstand van is gedaan naar het oordeel van het hof in strijd met de goede procesorde. Dit verzoek wordt om die reden gepasseerd.
8.5. De conclusie luidt dan ook dat [appellant] niet is geslaagd te bewijzen dat hij met [geïntimeerde] is overeengekomen dat [geïntimeerde] aan hem 100 aandelen van [persoon 1] in de Spaanse vennootschap Flying Filter Tips zou verkopen en mitsdien zou leveren. De vordering van [appellant] is terecht door de rechtbank afgewezen.
Derhalve falen alle door [appellant] opgeworpen grieven.
8.6. Op grond van het bovenstaande dienen de beroepen vonnissen te worden bekrachtigd. [appellant] wordt als in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van dit hoger beroep.
9. De uitspraak
Het hof:
bekrachtigt de vonnissen waarvan beroep;
veroordeelt [appellant] in de proceskosten van dit hoger beroep, welke kosten tot aan de dag van deze uitspraak aan de zijde van [geïntimeerde] worden begroot op € 1.120,00 aan verschotten en op € 5.708,50 aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. Rothuizen-van Dijk,
Vermeulen en Steenberghe en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 25 augustus 2009.