9.9. De auto is in opdracht van Royal Nederland Schadeverzekeringen N.V. en FNV Letselschaderegeling onderzocht door TNO, die daarover op 22 mei 2000 een rapport heeft uitgebracht.
Daarin staat onder meer, kort weergegeven, dat het uitlaatsysteem grotendeels in goede staat is, met uitzondering van de achterste demper, waarvan de eindpijp is afgebroken, naar het lijkt door doorrotten. Roetaanslag op de bekleding van het interieur linksachter duidt erop dat er intrede van uitlaatgas heeft plaatsgevonden. De gemeten CO-concentratie na reparatie van de uitlaat, maximaal
14 ppm, is meer dan een factor 100 lager dan het gemeten maximum met kapotte uitlaat. Een concentratie van 14 ppm is onder de toegestane waarde, daarbij zouden geen schadelijke effecten moeten optreden. Het ogenschijnlijk wellicht kleine defect aan de uitlaat heeft dus een aanzienlijke rol gespeeld in het toetreden van uitlaatgassen in het interieur. Door het afbreken van het laatste stukje uitlaat blijven de uitlaatgassen onder de achterbumper van de auto hangen en mengen nauwelijks met de omgevingslucht. De lucht met hoge concentratie uitlaatgassen komt via ventilatieroosters en het gat in het midden van de holle balk onder de achterklep (waarschijnlijk gemaakt bij het installeren van de LPG-installatie) in het interieur van de auto. De CO-vergiftiging heeft volgens TNO plaatsgevonden door het toevallig tegelijk optreden van een defecte lambda-regeling, een kapot eindstuk van de uitlaat, en een verkeerde plaatsing van de ventilatieroosters. Die effecten zijn nog versterkt door een open raam, het uitstaan van de mechanische ventilatie, en de lange rit, waarbij wellicht ook de plaats in de auto nog een rol speelt.
TNO vat samen, dat de CO-vergiftiging vooral heeft plaatsgevonden door het toevallig tegelijk optreden van de volgende ongunstige effecten:
1. een defecte lambda-regeling
2. een kapot eindstuk van de uitlaat
3. een verkeerde plaatsing van de ventilatieroosters (namelijk naast een gevaarlijke afvoer van afvalstoffen, waarmee een verhoogd risico is ingebouwd in de constructie van de auto).
De effecten zijn nog versterkt door een open raam, het uitstaan van de mechanische ventilatie, en de lange rit, waarbij wellicht ook de plaats in de auto een rol heeft gespeeld, aldus TNO.
9.10. NOWM heeft daarna nog twee voertuigexperts benaderd en aan hen aan de hand van de schriftelijke stukken een aantal vragen gesteld.
[persoon 7] heeft in een brief van 20 oktober 2003 aan NOWM onder meer verklaard dat de auto op grond van de gemeten CO-waarden niet door de APK keuring zou komen, en dat hij het niet eens is met de kritiek van TNO op de plaatsing van de ventilatieroosters. Hij deelt wel de andere twee door TNO genoemde oorzaken (de lambdasonde, waarvan hij het niet onmogelijk acht dat deze bij aankoop defect was gezien het feit dat de auto op LPG gelopen heeft, en de afgebroken uitlaatpijp, die hij als de werkelijke hoofdoorzaak aanduidt).
[persoon 8] heeft in een brief van 25 oktober 2003 zijn rapport aan NOWM gezonden. Hij schrijft onder meer dat de brandstofregeling bij de APK-keuring in oktober 1998 in orde moet zijn geweest.