ECLI:NL:GHSHE:2009:BI2294
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- H.D. Bergkotte
- A.M.G. Smit
- N.J.M. Ruyters
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding en onjuiste procedurele handelingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 april 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Tilburg, van 8 juli 2008. De verdachte was niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep omdat dit niet tijdig was ingesteld. Het hof oordeelde dat de verdachte op 20 augustus 2008 op de hoogte was van de uitspraak van de eerste rechter, en dat het hoger beroep niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn was ingesteld. De datum van 4 september 2008 werd door het hof als appèldatum aangemerkt, maar de verdachte had niet binnen de termijn van artikel 408, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering hoger beroep ingesteld. Er waren geen bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten.
Daarnaast oordeelde het hof dat het hoger beroep niet op de juiste wijze was ingesteld. De akte rechtsmiddel vermeldde onjuist dat de gemachtigde van de verdachte ter griffie was verschenen, wat in strijd was met de waarheid. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn hoger beroep. De uitspraak van het hof benadrukt het belang van het tijdig en correct instellen van hoger beroep, en de gevolgen van procedurele fouten voor de ontvankelijkheid van de verdachte.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de voorzitter en de andere rechters de zaak in tegenwoordigheid van de griffier bespraken. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard, en de verdediging steunde dit standpunt. Het hof heeft de zaak op basis van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep beoordeeld en de verdachte uiteindelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.