4.1.Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
. [appellant] (geboren op [geboortedatum] 1964) is dierenarts van beroep en neemt als zodanig verplicht deel in de pensioenregeling van de stichting.
. Op grond van het per 1 januari 1998 toepasselijke pensioenreglement (prod. A inl. dagv.) kan de deelnemer in aanmerking komen voor (gedeeltelijke) vrijstelling van de betaling van pensioenpremie (koopsommen) indien hij de uitoefening van de dierenartspraktijk (gedeeltelijk) beëindigt wegens (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid.
Artikel 13, lid 4 van het pensioenreglement luidt:
“Onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan de als gevolg van een ziekte of ongeval naar medisch oordeel aanwezige ongeschiktheid om arbeid te verrichten waarbij onder arbeid wordt verstaan:
. De werkzaamheden verbonden aan het beroep van dierenarts. Dit begrip arbeid geldt zo lang niet het hierna onder b) gestelde van toepassing is.
. De werkzaamheden waartoe de deelnemer naar medisch oordeel en in aanmerking genomen zijn opleiding en maatschappelijke positie in staat moet worden geacht. Dit begrip arbeid geldt eerst zodra de deelnemer binnen een aaneengesloten periode van 1.100 dagen tenminste 730 dagen ongeschikt is geweest om arbeid als bedoeld onder a) te verrichten.”
. Ingevolge artikel 13, lid 5 van het pensioenreglement geschiedt toepassing van hetgeen in artikel 13 is bepaald overeenkomstig de voorwaarden die door de stichting zijn overeengekomen met de maatschappij bij welke het risico van gehele of gedeeltelijke beëindiging van de praktijkuitoefening wegens arbeidsongeschiktheid geheel is verzekerd. De Algemene Levensherverzekering Maatschappij N.V., verder te noemen Alhermij, is de maatschappij met wie de stichting een dergelijke overeenkomst heeft gesloten, verder te noemen de herverzekeringsovereenkomst (prod. 2 cva). Ingevolge artikel 13, lid 5 van het pensioenreglement dient het bestuur van de stichting er zorg voor te dragen dat belanghebbenden op een voor hen gemakkelijk beschikbare wijze kennis kunnen nemen van de voorwaarden van de herverzekeringsovereenkomst.
. In artikel 2 van de herverzekeringsovereenkomst is het volgende bepaald:
“Begripsomschrijving
. Arbeidsongeschiktheid, als bedoeld in lid 1 van artikel 1, wordt geacht aanwezig te zijn indien een deelnemer rechtstreeks en uitsluitend door de medisch vast te stellen gevolgen van ziekte en/of ongeval in een zodanige toestand verkeert, dat hij voor de gehele verdere duur van zijn leven geheel of gedeeltelijk ongeschikt moet worden geacht voor het verrichten van arbeid waartoe de deelnemer met het oog op zijn opleiding en maatschappelijke positie in staat moet worden geacht.
. Indien een deelnemer gedurende een eerste termijn van 2 jaar binnen een aaneengesloten periode van 3 jaar door medisch vast te stellen gevolgen van ziekte en/of ongeval niet in staat is om de werkzaamheden verbonden aan het beroep van dierenarts te verrichten is gedurende deze termijn sprake van arbeidsongeschiktheid.”
e. Sinds 1998 ondervindt [appellant] klachten in verband met een carpaal tunnel syndroom (cts) van zowel de linker- als de rechterhand. Op 24 november 1998 is [appellant] in verband hiermee geopereerd aan de rechterhand en in 2006 tweemaal (op 1 juni en 16 november 2006) aan de linkerhand (zie mvg punt 7 en rov. 4.5.).
f. Bij brief van 20 maart 2001 (prod. 3 cva) heeft [appellant] de stichting bericht dat hij reeds vanaf 28 september 1998 in afwisselende mate arbeidsongeschikt is geweest en dat die arbeidsongeschiktheid tot op heden voortduurt.
g. De stichting heeft de melding van de arbeidsongeschiktheid doorgezonden naar Alhermij. Deze heeft medische en arbeidsdeskundige informatie betreffende [appellant] opgevraagd bij Movir, de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeraar van [appellant]. Movir heeft vervolgens aan Alhermij toegezonden
een in opdracht van Movir opgemaakt verzekeringsgeneeskundig rapport van 20 november 2001 van de verzekeringsarts [verzekeringsarts 1] (prod. 13 cva), en
een in opdracht van Movir opgemaakt arbeidsdeskundig rapport van 14 februari 2002 van mevrouw [arbeidsdeskundige 1] van Terzet B.V.(prod. 14 cva).
[verzekeringsarts 1] heeft beperkingen in belastbaarheid van [appellant] vastgesteld en [arbeidsdeskundige 1] heeft op basis daarvan de mate van arbeidsongeschiktheid van [appellant] bepaald op minder dan 25% ongeschiktheid voor het beroep van dierenarts.
h. Op grond van deze informatie heeft Alhermij – conform de beslissing van Movir – de mate van arbeidsongeschiktheid over de periode van 28 september 1999 tot 28 september 2001 vastgesteld op 30%. Voor de periode vanaf
28 september 2001 heeft Alhermij de arbeidsongeschiktheid van [appellant] op minder dan 25% bepaald. De stichting heeft [appellant] bij brief van 16 augustus 2002 (prod. C1 inl. dagv.) dienovereenkomstig bericht. Op grond van laatstgenoemde vaststelling kwam [appellant] met ingang van 28 september 2001 niet meer in aanmerking voor een (gedeeltelijke) premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid.
. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van het arbeidsongeschiktheidspercentage door Alhermij. Dit heeft niet geleid tot een ander standpunt van Alhermij.
j. Movir heeft bij brief van 17 november 2005 aan [appellant] medegedeeld dat hij met ingang van 9 november 2005 is ingedeeld in de arbeidsongeschiktheidsklasse 80-100% en met ingang van 15 november 2005 in de arbeidsongeschiktheidsklasse 65-80%.
k. Het UWV heeft [appellant] in de periode vóór 7 december 2005 een WAZ-uitkering toegekend, gebaseerd op 35-45% arbeidsongeschiktheid, vanaf 7 december 2005 op basis van 45-55% arbeidsongeschiktheid en vanaf 12 april 2006 op basis van 80-100% arbeidsongeschiktheid.