ECLI:NL:GHSHE:2008:BE9501
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- N.J.L.M. Tuijn
- J.A. van Zon
- F. van Beuge
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel in verband met schadevergoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 augustus 2008 uitspraak gedaan over het verzet van de veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel. De veroordeelde had een schadevergoeding van EUR 500,00 aan de Staat moeten betalen op basis van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. De betalingstermijn was met twee dagen overschreden, wat leidde tot de uitvaardiging van een dwangbevel door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) op 3 april 2008. De veroordeelde had echter op 3 oktober 2007 het bedrag van EUR 500,00 overgemaakt, maar het CJIB had dit kennelijk nog niet verwerkt, waardoor de verhogingen en het dwangbevel onterecht waren.
Het hof heeft vastgesteld dat de veroordeelde de schadevergoeding tijdig had voldaan, zij het met een geringe overschrijding van de betalingstermijn. Het hof oordeelde dat de wettelijke verhogingen en het dwangbevel onredelijk waren, gezien de geringe overschrijding van de termijn. De conclusie van de advocaat-generaal was dat het verzet gegrond moest worden verklaard.
Uiteindelijk heeft het hof het verzet van de veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel gegrond verklaard en het dwangbevel vernietigd. De zaak toont aan dat een geringe overschrijding van een betalingstermijn niet altijd moet leiden tot zware incassomaatregelen, zoals een dwangbevel, vooral wanneer de betaling in wezen is verricht.