ECLI:NL:GHSHE:2008:BD9092
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- P.A.M. Hendriks
- M.J.C. van Kamp
- A.J.W.M. Jurgens
- Rechtspraak.nl
Klacht ex artikel 12 Sv inzake bedreiging door zoon
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 februari 2008 uitspraak gedaan in een klacht ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klager, wonende te Hoeven, had aangifte gedaan van bedreiging door zijn zoon, beklaagde, die woont te Etten-Leur. Klager voelde zich angstig door de bedreigingen die door beklaagde zijn geuit. De officier van justitie te Breda had besloten om niet tot vervolging over te gaan, omdat er onvoldoende aanknopingspunten waren voor verder onderzoek. Klager heeft hiertegen een klaagschrift ingediend bij het hof, dat op 23 april 2007 is ingekomen.
Tijdens de behandeling van het klaagschrift in raadkamer op 28 augustus 2007 heeft het hof besloten om de behandelend psychiater van beklaagde op te roepen als getuige-deskundige. Op 20 november 2007 is beklaagde gehoord in raadkamer, waar hij verklaarde dat hij de bedreigingen had geuit tijdens een psychose en dat hij geen hekel aan klager had. Hij gaf aan spijt te hebben van zijn gedrag en dat hij bereid was om deskundige hulp te zoeken, wat hij ook heeft gedaan door zich vrijwillig op te laten nemen in de GGZ-instelling 't Hooghuys.
Het hof heeft de situatie van klager en beklaagde zorgvuldig gewogen. Hoewel het hof begrip heeft voor de angst van klager, oordeelde het dat vervolging van beklaagde niet opportuun was, gezien zijn psychische toestand en de blijk van spijt. Het hof heeft echter wel een waarschuwing aan beklaagde op zijn plaats geacht voor eventuele toekomstige gevallen. Uiteindelijk heeft het hof het beklag van klager afgewezen, met de overweging dat de kans op een veroordeling niet vaststaat, gezien de omstandigheden waaronder de bedreigingen zijn geuit.