ECLI:NL:GHSHE:2008:BC1579
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Begheyn
- A. Feddes
- H. Hendriks-Jansen
- Rechtspraak.nl
Verjaring van eigendom van een toegangsweg en erfdienstbaarheid van overpad
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de vraag of de appellanten, [appellant sub 1 c.s.], door verjaring eigenaar zijn geworden van een toegangsweg naar hun percelen. De zaak is ontstaan uit een geschil over de eigendom en het gebruik van deze toegangsweg, die leidt naar de percelen van de appellanten. De rechtbank had eerder de vordering van de appellanten afgewezen, waarbij werd overwogen dat de feitelijke omschrijving in de notariële akte van levering van de percelen het uitgangspunt vormt voor de beantwoording van de vraag of de toegangsweg tot die percelen behoort. De rechtbank concludeerde dat de toegangsweg al bij een eerdere akte in 1956 was geleverd aan een derde, en dat deze niet opnieuw kon worden geleverd aan de rechtsvoorganger van de appellanten in 1957.
In hoger beroep hebben de appellanten hun stellingen nader onderbouwd en gesteld dat zij en hun rechtsvoorgangers zich altijd als eigenaar van de toegangsweg hebben gedragen. Het hof oordeelt dat de stellingen van de appellanten door de geïntimeerde zijn bestreden en dat het nog niet vaststaat dat de appellanten door verjaring eigenaar zijn geworden van de toegangsweg. Het hof laat de appellanten toe tot het bewijs van feiten en omstandigheden die kunnen aantonen dat zij door verjaring eigenaar zijn geworden van de toegangsweg. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting voor verdere procedurele stappen, waaronder het horen van getuigen.
De uitspraak van het hof benadrukt het belang van de bewijsvoering in zaken die betrekking hebben op eigendomsrechten en erfdienstbaarheden, en de noodzaak om de feiten en omstandigheden zorgvuldig te onderbouwen. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgedaan en verdere stappen nodig zijn om tot een uitspraak te komen.