ECLI:NL:GHSHE:2007:BQ6317

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C200500163
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Meulenbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van bezwaar tegen vermeerdering van eis in civiele procedure

In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 mei 2007, betreft het een rolbeslissing in hoger beroep met het rolnummer C0500163/RO. De zaak is aangespannen door de besloten vennootschap STAINALLOY NEDERLAND B.V. (hierna: Stainalloy) tegen de besloten vennootschap TELE [vestigingsnaam] B.V. (hierna: [tele]). Stainalloy heeft in een akte naar aanleiding van een tussenarrest van het hof van 27 maart 2007 haar eis vermeerderd. [tele] heeft hiertegen bezwaar gemaakt, stellende dat de vermeerdering in strijd is met de eisen van een goede procesorde.

Het hof heeft het bezwaar van [tele] ongegrond verklaard. Het hof overweegt dat, ingevolge artikel 130 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), de eiser bevoegd is zijn eis te vermeerderen zolang er nog geen eindvonnis is gewezen. [tele] heeft aangevoerd dat zij onvoldoende gelegenheid heeft gehad om verweer te voeren tegen de vermeerdering van eis. Het hof oordeelt echter dat, hoewel het toestaan van de vermeerdering waarschijnlijk zal leiden tot vertraging van de procedure en bemoeilijking van de verdediging, deze omstandigheden niet van dien aard zijn dat zij in strijd met de eisen van een goede procesorde zijn.

De beslissing van het hof houdt in dat de zaak wordt verwezen naar de rolzitting van 26 juni 2007 voor een antwoordakte na tussenarrest aan de zijde van [tele]. De rolraadsheer, mr. M. Meulenbroek, heeft deze beslissing uitgesproken ter openbare terechtzitting en ondertekend door de griffier. De uitspraak benadrukt het belang van de procesorde en de rechten van de partijen in civiele procedures.

Uitspraak

Rolnummer C0500163/RO
BESLISSING VAN HET GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht,
eerste enkelvoudige kamer, van 29 mei 2007,
gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid STAINALLOY NEDERLAND B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
verder Stainalloy te noemen,
procureur: mr. J.E. Benner,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TELE [vestigingsnaam] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
verder [tele] te noemen,
procureur: mr. J.E. Lenglet,
op het bezwaar van [tele] tegen de vermeerdering van eis van Stainalloy bij akte naar aanleiding van het tussenarrest van het hof van 27 maart 2007.
1. De vermeerdering van eis en de beoordeling van het bezwaar
1.1. Bij voormelde akte heeft Stainalloy haar eis vermeerderd met de vordering zoals omschreven in onderdeel 8 van die memorie.
1.2. Bij antwoordakte wijziging van eis heeft [tele] bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging, nu zij die in strijd met de eisen van een goede procesorde acht.
1.3. Ingevolge artikel 130 Rv is het wettelijk uitgangspunt dat zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, de eiser bevoegd is zijn eis te vermeerderen. [tele] stelt dat zij onvoldoende gelegenheid heeft tegen de vermeerdering van eis verweer te voeren. Dit bezwaar wordt verworpen. Het is weliswaar alleszins waarschijnlijk dat het toestaan van de vermeerdering van de eis een vertraging van de procedure teweeg zal brengen en ook een bemoeilijking van de verdediging zal veroorzaken, maar het hof acht deze niet van dien aard dat deze in strijd met de eisen van een goede procesorde geacht moeten worden. Dat Stainalloy de thans door haar gevorderde kosten ook in eerste aanleg had kunnen vorderen, is – gelet op voormeld uitgangspunt – geen reden om anders te beslissen.
[tele] kan op de gewijzigde eis reageren bij antwoordakte na tussenarrest, waartoe de zaak naar de rol van 26 juni 2007 zal worden verwezen, zulks ambtshalve peremptoir en met de toevoeging daarna geacht af te zien.
2. De beslissing
2.1. Het bezwaar wordt ongegrond verklaard.
2.2. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting van 26 juni 2007 voor antwoordakte na tussenarrest aan de zijde van [tele], ambtshalve peremptoir en daarna geacht af te zien.
Deze beslissing is gegeven door mr. Meulenbroek, rolraadsheer, uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 29 mei 2007 en ondertekend door de griffier en de rolraadsheer.