ECLI:NL:GHSHE:2007:BD6463
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- A.R.O. Mooy
- K. van der Meijde
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Klacht ex artikel 12 Sv over mishandeling door politieagenten tijdens aanhouding
In deze zaak gaat het om een klacht ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klaagster tegen de beslissing van de officier van justitie te Maastricht om de betrokken politieagenten niet te vervolgen voor mishandeling. Klaagster heeft op 11 januari 2007 aangifte gedaan van mishandeling door de politieagenten tijdens haar aanhouding. De officier van justitie heeft op 13 april 2007 aan klaagster medegedeeld dat de zaak niet zal worden vervolgd, omdat de politieambtenaren niet als verdachten zijn aangemerkt. Hierop heeft klaagster op 11 juni 2007 een klaagschrift ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin zij verzocht om de vervolging van de agenten te bevelen.
Tijdens de behandeling van het klaagschrift op 16 oktober 2007 is klaagster niet verschenen, maar de advocaat-generaal heeft het hof geadviseerd het beklag af te wijzen. Klaagster stelt dat zij tijdens haar aanhouding door de politieagenten is mishandeld, wat heeft geleid tot pijn en letsel, waaronder een verwonding aan de linkerelleboog en nekletsel. Het hof heeft de feiten en omstandigheden in het dossier beoordeeld, waaronder verklaringen van getuigen en de agenten zelf. De agenten hebben verklaard dat zij klaagster wilden aanhouden voor eerdere mishandelingen en dat zij geen geweld hebben gebruikt tijdens de aanhouding.
Het hof concludeert dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor strafbare feiten door de beklaagden. Het hof is van oordeel dat verder onderzoek niet zal leiden tot nieuw bewijs. Daarom heeft het hof het beklag afgewezen, waarbij het de beslissing op 13 november 2007 heeft genomen.