ECLI:NL:GHSHE:2007:BD6461
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- P.A.M. Hendriks
- G.A.M. Stevens
- A.J.W.M. Jurgens
- Rechtspraak.nl
Klacht ex artikel 12 Sv inzake mishandeling door politieagent
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 november 2007 uitspraak gedaan in een klacht ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klager, wonende te Veenhuizen, had aangifte gedaan van mishandeling door beklaagde, een verbalisant van de politie Midden en West Brabant, district Tilburg. Klager stelde dat hij door beklaagde was mishandeld tijdens zijn aanhouding, waarbij hij letsel had opgelopen aan zijn borstbeen en gezicht. De officier van justitie had echter besloten niet tot vervolging over te gaan, omdat er onvoldoende verdenking bestond tegen beklaagde.
Klager diende hierop een klaagschrift in bij het hof, dat op 22 maart 2007 was ingekomen. De advocaat-generaal adviseerde het hof om het beklag af te wijzen. Tijdens de behandeling van het klaagschrift in raadkamer op 31 juli 2007, was de advocaat van klager aanwezig. Het hof besloot beklaagde op te roepen en behandelde de zaak opnieuw op 9 oktober 2007.
Het hof heeft de verklaringen van klager en beklaagde zorgvuldig gewogen. Klager beweerde dat hij door beklaagde met zijn hoofd tegen een liftwand was geslagen, terwijl beklaagde verklaarde dat klager zich hevig verzette tijdens zijn aanhouding en dat hij klager tegen de muur had geduwd om hem tot rust te brengen. De forensisch geneeskundige kon niet met zekerheid vaststellen of de letsels van klager door beklaagde waren veroorzaakt of door de eerdere achtervolging.
Uiteindelijk oordeelde het hof dat er onvoldoende bewijs was dat het letsel van klager door het optreden van beklaagde was veroorzaakt. Bovendien was er voldoende aanwijzing dat het geweld van beklaagde niet buitensporig was, gezien het recalcitrante gedrag van klager. Het hof wees daarom het beklag af.