ECLI:NL:GHSHE:2007:BD6455

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
K07/0099
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • P.A.M. Hendriks
  • G.A.M. Stevens
  • A.J.W.M. Jurgens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht ex artikel 12 Sv. inzake niet vervolgen van overtreding Wegenverkeerswet

Op 6 november 2007 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een zaak waarin klager, wonende te Vijlen, een klacht indiende ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klager had aangifte gedaan van een overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, gepleegd door de gemeente Vaals, die volgens hem gevaar voor het verkeer opleverde door het aanbrengen van een verkeerseiland op 400 meter van zijn woning. Klager stelde dat hij een persoonlijk belang had bij de vervolging van de gemeente, maar het hof oordeelde dat hij niet kon aantonen dat hij een van andere weggebruikers te onderscheiden belang had. Hierdoor werd klager niet aangemerkt als rechtsreeks belanghebbende in de zin van artikel 12 Sv.

Het hof verklaarde klager niet-ontvankelijk in zijn beklag en wees het verzoek af. Het hof oordeelde verder dat het horen van klager in raadkamer kon worden achterwege gelaten, omdat het beklag kennelijk ongegrond was. De advocaat-generaal had in een verslag het hof geadviseerd het beklag als kennelijk ongegrond af te wijzen, en het hof volgde dit advies. De beslissing van het hof was dat er geen aanleiding was om te veronderstellen dat de gemeente Vaals zich schuldig had gemaakt aan enig strafbaar feit jegens klager.

De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van een persoonlijk belang bij het indienen van een klacht ex artikel 12 Sv. en bevestigt dat een algemene bezorgdheid over verkeersveiligheid niet voldoende is om als belanghebbende te worden aangemerkt. Het hof concludeerde dat klager niet-ontvankelijk was in zijn beklag en wees het af op 6 november 2007.

Uitspraak

K07/0099
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Beschikking van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 6 november 2007 inzake het beklag ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering van:
(klager),
wonende te Vijlen,
hierna te noemen: klager,
over de beslissing van de officier van justitie te Maastricht tot het niet vervolgen van:
gemeente Vaals,
hierna te noemen: beklaagde,
wegens overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
De feitelijke gang van zaken.
Op 8 november 2006 heeft klager aangifte gedaan van overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, beweerdelijk jegens hem gepleegd door beklaagde.
Klager is gebleken dat de zaak niet wordt vervolgd.
Hierop heeft klager bij schrijven van 22 februari 2007 een klaagschrift ingediend bij het hof, ingekomen ter griffie van het hof op 26 februari 2007, met het verzoek de vervolging te bevelen.
De advocaat-generaal heeft in het schriftelijk verslag van 24 augustus 2007 het hof geraden het beklag als kennelijk ongegrond af te wijzen.
De beoordeling.
Klager stelt dat de gemeente Vaals zich aan overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 schuldig heeft gemaakt door op een afstand van 400 meter van zijn woning een verkeerseiland in de openbare weg aan te brengen. Klager stelt dat dit gevaar voor het verkeer oplevert, kennelijk omdat voetgangers en fietsers nu onvoldoende ruimte hebben om te passeren. Klager heeft ook bij de gemeente bezwaar gemaakt.
Beklaagde heeft bij besluit van 25 juni 2007 klager niet-ontvankelijk geacht in zijn bezwaar, nu klager geen andere positie heeft dan een willekeurig andere weggebruiker en dus geen belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Het hof is van oordeel dat klager in zijn klaagschrift niet aannemelijk heeft kunnen maken dat hij een hem persoonlijk aangaand, van andere weggebruikers te onderscheiden belang heeft bij vervolging van beklaagde. Om die reden kan klager niet worden aangemerkt als rechtsreeks belanghebbende in de zin van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering, om welke reden klager in zijn beklag niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Het beklag zal op die grond worden afgewezen.
Het hof is voorts van oordeel dat overeenkomstig het bepaalde bij artikel 12c van het Wetboek van Strafvordering kan worden afgezien van het horen van klager in raadkamer, nu het beklag naar het oordeel van het hof in ieder geval – daargelaten het vorenstaande en de vraag of de bestuursrechtelijke procedure correct is verlopen – als kennelijk ongegrond dient te worden afgewezen, nu het onderhavige dossier het hof geen aanleiding geeft om te veronderstellen dat beklaagde zich schuldig heeft gemaakt aan enig strafbaar feit jegens klager.
De beslissing.
Het hof verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beklag en wijst op die grond het beklag af.
Aldus gegeven door
mr. P.A.M. Hendriks, als voorzitter,
mrs. G.A.M. Stevens en A.J.W.M. Jurgens, als raadsheer,
in tegenwoordigheid van mr. R.J. Gras, als griffier.
op 6 november 2007.