ECLI:NL:GHSHE:2007:BC1232
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.H.J.M. Mertens - Steeghs
- F. van Es
- G.D. Noordijk
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens gebrek aan bewijs in drugszaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 december 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter te Eindhoven. De verdachte was beschuldigd van het gebruik van harddrugs (heroïne) op de openbare weg en het in bezit hebben van voorwerpen ten behoeve van dat gebruik. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een hechtenisstraf van twee dagen.
Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om de verdachte te veroordelen. De kennisgeving van bekeuring, die als bewijsstuk was ingediend, voldeed niet aan de vereisten van het Wetboek van Strafvordering. Het proces-verbaal was niet ondertekend door de verbalisant en bevatte geen duidelijke verwijzing naar de waarnemingen die de basis vormden voor de bekeuring.
Het hof concludeerde dat de kennisgeving van bekeuring en het elektronische proces-verbaal niet als bewijs konden dienen, omdat ze niet voldeden aan de wettelijke eisen. Hierdoor kon niet worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. Het hof sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen en vernietigde het eerdere vonnis van de kantonrechter.
De uitspraak benadrukt het belang van voldoende en wettige bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevallen die betrekking hebben op drugsovertredingen. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte vrijgesproken, waarbij het vonnis van de kantonrechter niet verenigbaar was met de beslissing van het hof.