ECLI:NL:GHSHE:2007:BB7882
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- De Klerk-Leenen
- Hofkes
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vordering tot betaling van reisgerelateerde kosten door touroperator aan reisbureau
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vordering van GTI Travel B.V. tegen [appellante], handelende onder de naam Holidaymaker. GTI heeft in de periode van augustus 2002 tot en met november 2002 reizen verzorgd in opdracht van [appellante] en heeft hiervoor een bedrag van € 8.427,18 gefactureerd. [appellante] heeft de vordering betwist en stelt dat zij geen facturen heeft ontvangen, behalve voor factuur 20825, die zij erkent en wil verrekenen met een tegenvordering van € 1.562,52. Het hof oordeelt dat GTI, overeenkomstig de hoofdregel van artikel 150 Rv, de stelling dat de gefactureerde reizen zijn verzorgd in opdracht van [appellante] moet bewijzen, met uitzondering van de erkende factuur. GTI heeft in eerste aanleg bewijs aangeboden, maar in hoger beroep is zij in gebreke gebleven om haar stellingen feitelijk te onderbouwen. Het hof concludeert dat de bewijsmiddelen die GTI heeft ingebracht onvoldoende zijn om de vordering te kunnen toewijzen. De vordering van GTI wordt afgewezen, en het hof vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank Maastricht, dat de vordering van GTI had toegewezen. GTI wordt veroordeeld in de kosten van het geding in zowel eerste aanleg als hoger beroep.