ECLI:NL:GHSHE:2007:BB6849
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Brandenburg
- A. Meulenbroek
- H. Hutten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake saneringskosten en bodemverontreiniging
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van [appellant] tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. De zaak betrof de saneringskosten van een verontreinigde stortlaag, waarbij [appellant] in geschil was over de toerekening van kosten voor de verwijdering van verschillende verhardingslagen. De rechtbank had geoordeeld dat de kosten voor de verwijdering van de verhardingslaag, die door [geïntimeerde] was aangebracht, ten laste van [appellant] dienden te komen. [Appellant] stelde dat deze beslissing onterecht was en dat de kosten niet aan hem toegerekend konden worden. Het hof oordeelde dat de grief van [appellant] berustte op een verkeerde lezing van het vonnis van de rechtbank. Het hof bevestigde dat de verwijdering van de asfaltgranulaatlaag en de verhardingslaag noodzakelijk was om de stortlaag C te kunnen saneren, en dat de kosten voor deze verwijdering inderdaad ten laste van [appellant] kwamen. Het hof verwierp de grieven 2, 3, 5 en 6 van [appellant] en oordeelde dat hij in de kosten van het geding in hoger beroep diende te worden veroordeeld. De uitspraak van de rechtbank werd bekrachtigd, en [appellant] werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [geïntimeerde] waren begroot op € 291,= aan verschotten en € 894,= aan salaris procureur. Het hof concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren gesteld die tot een ander oordeel konden leiden, en dat het bewijsaanbod van [appellant] als niet relevant werd gepasseerd.