ECLI:NL:GHSHE:2007:BB5270
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Brandenburg
- A. Meulenbroek
- J. Feddes
- Rechtspraak.nl
Vrijwaring hypotheekschuld en dwangsommen na beëindiging affectieve relatie
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De partijen, die een affectieve relatie hebben gehad, hebben tijdens hun samenwoning een woning in gemeenschappelijke eigendom verkregen. Na de beëindiging van de relatie is [appellant] door de rechtbank veroordeeld om een verklaring van vrijwaring af te geven aan [geïntimeerde] met betrekking tot de hypotheekschuld van de woning, op straffe van een dwangsom. Deze verklaring is echter niet afgegeven, wat heeft geleid tot loonbeslag op verzoek van [geïntimeerde].
[appellant] stelt dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld door betekeningen te doen aan zijn werkgever, wat heeft geleid tot het niet verlengen van zijn arbeidsovereenkomst, en door loonbeslag te leggen terwijl er volgens hem geen dwangsommen zijn verbeurd. Hij verwijst naar een arrest van de Hoge Raad, maar het hof oordeelt dat dit arrest niet van toepassing is op zijn situatie. Het hof stelt vast dat [appellant] niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen, waardoor de dwangsommen zijn gaan lopen.
Het hof concludeert dat [geïntimeerde] niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat de vorderingen van [appellant] niet kunnen worden toegewezen. De rechtbank heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep.