ECLI:NL:GHSHE:2007:BB4852

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-003897-06
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie wegens strijd met beginselen van een behoorlijke procesorde

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 september 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de strafvervolging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat er een aanwijzingsbesluit is toegevoegd aan het dossier, gedateerd 11 november 1999, waarin een opsporingsambtenaar werd aangewezen als bedienaar van een ademanalyse-apparaat. Echter, het hof oordeelt dat dit aanwijzingsbesluit niet rechtsgeldig is, omdat de handtekening op het document niet van de directeur bedrijfsvoering lijkt te zijn en de datum van het besluit onjuist kan zijn. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging, aangezien het opstellen en inbrengen van het document in strijd is met de beginselen van een behoorlijke procesorde.

Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die had gevorderd dat het vonnis van de eerste rechter zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden vrijgesproken. Na het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof besloten het vonnis te vernietigen en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in zijn strafvervolging. Deze beslissing is genomen in het belang van de integriteit van de opsporing en de rechtsgang. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mw. H. Van Zandbeek, en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. E.S.G.N.A.I. van de Griend, die buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003897-06
Uitspraak : 28 september 2007
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch van 13 oktober 2006 in de strafzaak met parketnummer 01-847008-06 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1958],
wonende te [woonplaats], [adres].
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zal vernietigen en opnieuw rechtdoende verdachte zal vrijspreken.
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is door het openbaar ministerie aan het dossier toegevoegd een aanwijzingsbesluit gedateerd 11 november 1999, waarin is opgenomen – zakelijk weergegeven – dat opsporingsambtenaar [verbalisant] wordt aangewezen als bedienaar van het ademanalyse-apparaat Dräger met ingang van 11 december 1999.
Dit aanwijzingsbesluit is ondertekend door:
“de korpschef van de politieregio Brabant-Noord,
namens deze,
[naam],
Directeur bedrijfsvoering”
Voorts is ter zitting door de advocaat-generaal medegedeeld dat haar is gebleken dat die directeur bedrijfsvoering (die het aanwijzingsbesluit op 11 november 1999 zou hebben ondertekend) in 1999 nog niet in dienst was bij het korps Brabant-Noord.
Het hof is met de advocaat-generaal van oordeel dat het aan het dossier toegevoegde aanwijzingsbesluit niet kan worden aangemerkt als een rechtsgeldig aanwijzingsbesluit. Het hof is van oordeel dat het niet anders kan dan dat de handtekening op dat aanwijzingsbesluit niet van de directeur bedrijfsvoering is, dan wel dat de datum 11 november 1999 onjuist is.
Niettegenstaande de omstandigheid dat het document van de politie is uitgegaan moet het het openbaar ministerie worden toegerekend, nu dit de integriteit van de opsporing in de kern raakt.
Het hof acht het opstellen van een dergelijk document en voorts het in de strafzaak tegen verdachte inbrengen daarvan, zodanig in strijd met beginselen van een behoorlijke procesorde dat dit niet anders dan tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging moet leiden.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in zijn strafvervolging.
Aldus gewezen door
mr. E.S.G.N.A.I. van de Griend, voorzitter,
mr. H. Harmsen en mr. A. de Lange,
in tegenwoordigheid van mw. H. Van Zandbeek, griffier,
en op 28 september 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. E.S.G.N.A.I. van de Griend is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.