4.2 Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
a) [appellant c.s.] en [geïntimeerde c.s.] zijn buren. [geïntimeerde c.s.] heeft een garage gebouwd op zijn grond. [appellant c.s.] heeft werkzaamheden doen uitvoeren aan zijn huis en tuin. Na beëindiging van deze werkzaamheden van [appellant c.s.] is de slab en een deel van de daaronder gelegen fundering van de garage van [geïntimeerde c.s.] bloot komen te liggen. Stellende dat zijn oprit door de afgraving dreigde te verzakken heeft [geïntimeerde c.s.] betonnen paaltjes ter steun in de grond geplaatst.
b) De rechtbank Maastricht heeft bij vonnis in de bodemzaak tussen [appellant c.s.] en [geïntimeerde c.s.] van 5 april 2006 (zaaknr. 88739/HA ZA 03-1149) geoordeeld dat [geïntimeerde c.s.] is geslaagd in het aan hem opgedragen bewijs dat de erven van partijen aanvankelijk op de erfgrens op gelijk niveau hebben gelegen en dat door de afgraving door [appellant c.s.] van de grond op de erfgrens de fundering van de garage van [geïntimeerde c.s.] bloot is komen te liggen, waardoor er steun aan de oprit van [geïntimeerde c.s.] is ontnomen. [geïntimeerde c.s.] is volgens de rechtbank niet geslaagd in het bewijs, dat de betonnen paaltjes aanvankelijk op het eigen terrein van [geïntimeerde c.s.] hebben gestaan en door het ontnemen van de steun zijn verzakt (naar het terrein van [appellant c.s.], hof).
c) De rechtbank heeft in conventie [geïntimeerde c.s.], uitvoerbaar bij voorraad, geboden om binnen twee weken na betekening van het vonnis de grensoverschrijdende betonnen paaltjes van de oprit te verwijderen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,-- per dag met een maximum van € 2.500,--.
d) In reconventie heeft de rechtbank [appellant c.s.], uitvoerbaar bij voorraad, geboden om binnen twee weken na betekening van het vonnis die voorzieningen te treffen, waardoor er geen (verdere) schade kan ontstaan aan de garage en oprit van [geïntimeerde c.s.], op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag met een maximum van € 5.000,--.
e) Het is het hof ambtshalve bekend dat [appellant c.s.] van dit vonnis hoger beroep heeft ingesteld bij dit hof (rolnr. C06/00685). In deze zaak zijn partijen thans uitgeprocedeerd en is de zaak voor dagbepaling arrest verwezen naar de rol van 9 oktober 2007.
f) [geïntimeerde c.s.] heeft het vonnis op 21 april 2006 aan [appellant c.s.] laten betekenen. Op 9 mei 2006 heeft [appellant c.s.] het vonnis aan [geïntimeerde c.s.] laten betekenen.
g) Over de uitvoering van het vonnis en met name over de door [appellant c.s.] te treffen voorzieningen is uitgebreid faxverkeer geweest tussen de raadslieden van partijen. De raadsman van [geïntimeerde c.s.] heeft op 18 april 2006 laten weten dat de paaltjes niet zonder de door [appellant c.s.] te treffen voorzieningen weggenomen kunnen worden in verband met verzakking van de oprit. In een fax van 20 juni 2006 van de raadsman van [appellant c.s.] is 'aangegeven dat de aannemer van de [appellant c.s.] in de week van 7 juli a.s. aan de slag gaat en de [appellant c.s.] gaat ervan uit dat cliënten [geïntimeerde c.s.] alsdan de grensoverschrijdende paaltjes hebben verwijderd. Zo niet, dan kan niet gezegd worden dat de [appellant c.s.] zich in deze niet redelijk opstelt en zal ik de deurwaarder opdracht geven over te gaan tot executie van het vonnis van de rechtbank'.
h) [geïntimeerde c.s.] heeft op 30 juni 2006 de betonnen paaltjes verwijderd. De door [appellant c.s.] aan te brengen voorzieningen zijn op 7 augustus 2006 getroffen.
i) [geïntimeerde c.s.] is overgegaan tot executie van de dwangsommen
van € 5.000,--. [appellant c.s.] is hiertegen opgekomen in een kort geding dat heeft geleid tot een afwijzend vonnis van 10 augustus 2006. In hoger beroep is dit vonnis bij arrest van 22 mei 2007 door dit hof bekrachtigd.
j) Op zijn beurt heeft [appellant c.s.] bij exploot van 30 oktober 2006 aanspraak gemaakt op door [geïntimeerde c.s.] verbeurde dwangsommen van € 2.500,--. Daartegen is [geïntimeerde c.s.] opgekomen in het onderhavige kort geding, waarin de voorzieningenrechter bij het vonnis waarvan beroep [appellant c.s.] heeft veroordeeld de executie van het vonnis van april 2006 te staken.