ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2825
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- H. Harmsen
- A. de Lange
- E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in verkeerszaak wegens gebrek aan bewijs van betrokkenheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 juli 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda. De verdachte was aangeklaagd voor het verlaten van de plaats van een verkeersongeval op 5 februari 2006, waarbij zij naar eigen zeggen niet betrokken was. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zou bevestigen, maar het hof oordeelde anders.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op de datum van het ongeval haar identiteit niet heeft kenbaar gemaakt aan de slachtoffers of hun vertegenwoordigers. Bovendien is gebleken dat zij aan de passagierskant van de auto is ingestapt en geen aanwijzingen heeft gegeven over het rijden van haar echtgenoot, die de bestuurder was. Er was geen bewijs dat zij op enige wijze betrokken was bij het wegrijden van de auto na het ongeval.
Gelet op deze omstandigheden concludeerde het hof dat er onvoldoende aanknopingspunten waren om de verdachte aan te merken als 'betrokkene' in de zin van artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof benadrukte dat de wetgeving is bedoeld om de identificatie van betrokkenen te waarborgen voor mogelijke civielrechtelijke aansprakelijkheid. Aangezien de verdachte niet civielrechtelijk bij het ongeval betrokken was, kon zij niet als betrokkene worden aangemerkt.
Daarom heeft het hof het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier, dhr. A.J.H.M. van Baast, en mr. H. Harmsen was niet in staat het arrest mede te ondertekenen.