4.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
a. Op [datum 1] is er een koopovereenkomst gesloten tussen enerzijds [geïntimeerden] als koper, destijds beiden wonende te [plaats 1], en anderzijds de besloten vennootschap in oprichting [bedrijf 1], verder [bedrijf 1], als verkoper (prod. 1 inl. dagv.).
Laatstgenoemde vennootschap werd bij het sluiten van de koopovereenkomst vertegenwoordigd door [appellante], die in de overeenkomst wordt omschreven als "enig en zelfstandig bevoegd directeur van de statutair te [plaats 2] te vestigen besloten vennootschap ..... [bedrijf 1]", [appellante] werd op haar beurt vertegenwoordigd door de besloten vennootschap [bedrijf 2], directeur van [appellante], en [bedrijf 2] werd op haar beurt vertegenwoordigd door [persoon 1], directeur van [bedrijf 2], wonende te [plaats 2].
b. De koopovereenkomst heeft betrekking op een onroerende zaak, gelegen te België, [gemeente] en de daarin gevestigde privé-club "[bedrijf 3]", alsmede de daartoe behorende roerende goederen, genoemd in de aan de koopakte gehechte lijst. De koopprijs bedraagt f 700.000,-, gesplitst in f 525.000,- voor de onroerende zaak en f 175.000,- voor inventaris, goodwill en handelsnaam.
c. Partijen hebben afgesproken (pag. 2) dat de overdracht van de roerende en onroerende zaken plaatsvindt door middel van een huurkoopconstructie, gezien het gebrek aan financiële middelen bij de koper. In dat verband zijn partijen overeengekomen dat de onroerende zaak in economische zin wordt overgedragen aan de koper op 1 april 2000 of zoveel eerder als verkoper wenst, doch niet eerder dan 1 januari 2000 (art. 1), zulks tegen een aanbetaling door [geïntimeerden] van f 310.000,- (art. 4). Het restant van de koopsom zal worden voldaan in 240 maandelijkse termijnen, te betalen op een door verkoper te verstrekken annuïteitenlening met een rente van 9% per jaar, maximaal groot
f 495.000,- inclusief kosten (art. 27). De juridische eigendom van de onroerende zaak blijft bij verkoper (art. 28) en de levering daarvan zal plaatsvinden 20 jaar na de datum van de economische eigendomsoverdracht, uiterlijk op 31 maart 2020 (art. 32, lid 2a en lid 3). Partijen bij de koopovereenkomst hebben Nederlands recht van toepassing verklaard (art. 48).
d. Bij brief d.d. 1 maart 2000 (prod. 1 cva in conventie) heeft de raadsman van [geïntimeerden]. mr. S.W. Hoek-Nieuwenburg, aan [persoon 1] bericht dat [geïntimeerden] zich misleid voelen, ernstige twijfels hebben over de koop en, alvorens eventueel tot uitvoering van de overeenkomst over te gaan, omtrent een tweetal zaken duidelijkheid wensen, te weten (a) overlegging van een taxatierapport van het pand, welke overlegging volgens de Tijdelijke Wet Huurkoop Onroerende Zaken (TWHOZ) ook is vereist bij de overdrachtsakte en (b) inzage in de financiële cijfers van de club over de afgelopen drie jaren om te kunnen beoordelen of de afgesproken prijs in reële verhouding staat tot de met de club te behalen omzetten. Mr. Hoek deelt mee dat, indien geen afdoende duidelijkheid over het een en ander kan worden verkregen, [geïntimeerden] zich op grond van de TWHOZ tot de rechter zullen wenden.
e. Bij brief d.d. 15 maart 2000 (niet overgelegd) heeft de raadsman van [persoon 1] [geïntimeerden] gesommeerd mee te werken aan de afname van het pand op 1 april 2000.
f. Bij brief d.d. 22 maart 2000 (niet overgelegd) hebben [geïntimeerden] op de brief van 15 maart 2000 gereageerd.