ECLI:NL:GHSHE:2007:AZ7761
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Rothuizen-van Dijk
- H. Meulenbroek
- H. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding door verzekeraars na instorting van put en schade aan woning
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellant] en de verzekeraars Aegon en ABN AMRO naar aanleiding van schade die is ontstaan door het instorten van een put op het perceel van de buurvrouw van [appellant]. Door deze instorting is de achtergevel van de woning van [appellant] over een afstand van vier meter in het luchtledige komen te hangen. Om verdere schade te voorkomen, heeft de buurvrouw, [persoon 1], een bedrijf ingeschakeld om de holle ruimte vol te spuiten met schuimbeton. Dit schuimbeton is echter in de kelder van [appellant] terechtgekomen, wat heeft geleid tot aanzienlijke schade aan de kelder en de daarin opgeslagen goederen. [appellant] heeft zijn schade begroot op inboedelschade van € 6.613,84 en opstalschade van € 12.678,27.
[appellant] heeft geprobeerd om de schade vergoed te krijgen van zijn verzekeraars, Aegon en ABN AMRO, maar beide verzekeraars hebben geweigerd te betalen, omdat de polissen geen dekking bieden voor de schade die door het schuimbeton is veroorzaakt. Het hof heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat het schuimbeton niet gelijkgesteld kan worden met water, zoals [appellant] had betoogd. De verzekeraars hebben terecht gesteld dat de polisvoorwaarden niet de schade dekken die door het schuimbeton is ontstaan. Het hof heeft de Haviltex-norm toegepast, maar kwam tot de conclusie dat [appellant] onvoldoende had aangetoond dat hij de polisbepalingen in redelijkheid zo had mogen opvatten dat de schade onder de dekking viel.
Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. [appellant] is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 16 januari 2007 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.