ECLI:NL:GHSHE:2007:542

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 augustus 2007
Publicatiedatum
24 april 2013
Zaaknummer
C0500916-MA
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Brandenburg
  • A. Feddes
  • H. Hutten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van immateriële schadevergoeding na ongeval in taxi zonder gordel

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep dat volgde op een eerder tussenarrest van 23 januari 2007. De appellante, vertegenwoordigd door procureur mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann, had een schadevergoeding geëist na een ongeval in een taxi waarbij zij geen gordel droeg. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door procureur mr. J.E. Lenglet, was de tegenpartij in deze procedure. De appellante had van het bijbrengen van bewijs afgezien, waarna de stukken opnieuw werden overgelegd voor uitspraak.

Het hof verwees naar het tussenarrest en volhardde bij de eerder gemaakte overwegingen. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde veroordeeld moest worden tot betaling van € 5.000,-- aan de appellante, met vernietiging van het vonnis waarvan beroep. Tevens werd de geïntimeerde veroordeeld in de kosten van het geding. De rente over het toe te wijzen bedrag werd toegewezen vanaf 8 december 2003, de dag na het ongeval. De appellante had haar vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten niet gehandhaafd, wat in de uitspraak werd opgemerkt.

De uitspraak van het hof vond plaats op 28 augustus 2007, waarbij het hof de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaarde en het meer of anders gevorderde afwees. De kosten van het geding werden aan de zijde van de appellante begroot op een totaalbedrag van € 2.599,38, bestaande uit verschotten en salaris voor de procureurs in zowel de eerste aanleg als in hoger beroep.

Uitspraak

typ. CB
rolnr. C0500916/MA
ARREST VAN HET GERECHTSHOF ’S-HERTOGENBOSCH,
sector civiel recht,
vijfde kamer, van 28 augustus 2007,
gewezen in de zaak van:
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellante bij exploot van dagvaarding van 27 mei 2005,
procureur mr. J.A.Th.M. van Zinnicq Bergmann,
tegen:
[geïntimeerde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde bij gemeld exploot,
procureur mr. J.E. Lenglet,
als vervolg op het op 23 januari 2007 gewezen tussenarrest.

6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

[appellante] heeft van het bijbrengen van bewijs afgezien. De stukken zijn andermaal overgelegd voor uitspraak.

7.De beoordeling

7.1.
Het hof verwijst naar en volhardt bij het tussenarrest. In rov. 4.20 is reeds overwogen, hoe – naar gelang de uitkomst van de bewijslevering – geoordeeld zou worden. Het hof heeft geen reden daar thans van af te wijken. Overeenkomstig het aldaar overwogene zal [geïntimeerde] worden veroordeeld tot betaling van € 5.000,--, met vernietiging van het vonnis waarvan beroep en veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding, waarbij in verband met het feit dat aanmerkelijk minder zal worden toegewezen dan werd gevorderd, het salaris zal worden vastgesteld op basis van het toe te wijzen bedrag. Voor de goede orde zij erop gewezen dat zij haar in eerste aanleg ingediende vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, blijkens de specificatie van haar vordering in hoger beroep (memorie van grieven sub 19, 20 en 21) niet heeft gehandhaafd. De rente is gevorderd, en toewijsbaar, vanaf 8 december 2003, zijnde daags na het ongeval.

8.De uitspraak

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep, en opnieuw rechtdoende;
veroordeelt geïntimeerde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan appellante te betalen een bedrag, groot
€ 5.000,--, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 8 december 2003 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt geïntimeerde in de kosten van het geding, aan de zijde van appellante tot heden begroot, in eerste aanleg op € 1.218,78 aan verschotten en € 768,-- voor sala-
ris procureur, en in hoger beroep op € 880,60 aan verschotten en € 632,-- voor salaris procureur;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. Brandenburg, Feddes en Hutten en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof op 28 augustus 2007.
griffier rolraadsheer